reisverhaal in frankrijk – 2002
In de zomer van 2002 ga ik met mijn Australische vriend Richard, die ik het jaar ervoor ontmoet heb in Vietnam, roadtrippen door Zuid-Europa. Eén van de plekken waar ik het meest naar uitkijk is Grasse, de parfumhoofdstad van de wereld. Vele parfumeurs hebben hier hun eigen bloemvelden en fabriek staan. Veel bloemen worden hier nog altijd met de hand geplukt tijdens zonsopkomst, wanneer ze op hun best zijn. Door het mooie klimaat dat er heerst, groeien er enorm veel verschillende bloemen – en dus is het geen toeval dat designers zoals Dior, Hermès en Chanel hier hun parfums laten maken. Ik kan niet wachten tot ik er ben, meer kan leren over het parfumproces en al die heerlijke bloemengeuren kan ruiken. Er gaat immers niets boven de geur van een veld vol bloemen. Laat die er echter nou nét niet zijn wanneer wij er arriveren. Heb ik weer.
weinig romantiek
De mens heeft maar liefst dertig miljoen reukcellen, die ons in staat stellen om ongeveer tienduizend verschillende geuren te onderscheiden. Daarmee is de reuk het meest gevoelige van alle zintuigen van de mens. Sterker nog: het is het enige zintuig dat direct met het emotionele brein in werking staat en dus niet te manipuleren is. Misschien is het daarom dat ik zo’n zin heb in dit bezoekje aan Grasse, de enige echte parfumhoofdstad van de wereld. Alle belangrijke bloemen uit de parfumindustrie groeien hier van nature – en dus moet het hier van nature heerlijk ruiken, zo is mijn veronderstelling. Chanel no 5 haalt niet voor niets hier haar rozen vandaan.
Dwalend door de kronkelende straatjes van de oude stad, vol met kleine kleurrijke cafés, brasserieën en winkels, verbaas ik me over het feit dat ik nog altijd geen bloemen ruik. Overigens ruik ik wel zakjes potpourri en zeepjes, die hier overal verkocht worden en laten zien wat Grasse het beste doet: dingen maken die lekker ruiken. Ik ruik eigenlijk alles, behalve bloemen. Even later hoor ik dat de meeste bloemen in mei bloeien – en dat het dus klopt dat ik geen bloemen ruik, aangezien het inmiddels september is. Hoe romantisch het oude deel van Grasse ook aandoet, dat laatste is toch een lichte tegenvaller.
klein mysterie
Behalve veel straatjes met kleine winkeltjes, zit Grasse vooral vol met heel veel parfumfabrieken. Het ademt dan ook niet alleen de sfeer van een romantisch dorp vol historie -zoals ik het in mijn hoofd heb zitten- maar ook van een echt productiestadje. Eigenlijk net zoals bij de wijnindustrie in de Bordeaux. Men maakt er weliswaar iets heerlijks als parfum, net zoals men in Bordeaux goede wijn produceert. Maar het is wel een business – en dus moet er hard gewerkt worden.
Dat laatste ondervinden we de volgende morgen, wanneer we bij parfumhuis Fragonard binnen kijken. Het huis stelt haar fabriek open voor bezoekers, om te komen kijken en ruiken en het parfumproces van A tot Z te ervaren. Althans, niet helemaal van A tot Z: een aantal stappen in het proces is en blijft uiteindelijk een mysterie voor buitenstaanders.
perfect klimaat
Grasse ligt in het zuiden van Frankrijk en heeft een ideaal mediterraan klimaat, dat het een van de meest geschikte plaatsen ter wereld maakt voor het verbouwen van geurende planten – die stuk voor stuk worden gebruikt in parfums. Door de warme, droge zomers en milde, natte winters zitten er weinig uitschieters in temperatuur – en dus (over)leven er veel verschillende planten en bloemen.
Wat ook helpt is dat de regio uit zowel kust- als berggebied bestaat, met veel variatie in hoogte en typen habitat. Zo wordt lavendel gekweekt op een hoogte van ongeveer zeshonderd meter, terwijl rozemarijn het juist goed doet in kustgebieden. Het resultaat is een gebied met enorm veel verschillende bloemen die het vrijwel allemaal goed doen in parfums, zoals rozen, jasmijn, mimosa, lavendel, iris, oranjebloesem en mirre. Hoewel sommige parfumeurs in Grasse hun grondstoffen importeren, gebruikt de stad traditioneel bloemen van eigen makelaardij om Franse parfums te maken.
lange geschiedenis
Voor wie zich afvraagt wanneer parfum überhaupt is ontstaan: de Egyptenaren zijn de eersten van wie we dat zeker weten. De traditie begint met het branden van kruiden en bloementakjes, met als doel de goden rustig te stemmen. Later verwerken ze deze geuren in olie’s, die ze gebruiken om bijvoorbeeld overledenen mee in te smeren. Weer iets later worden ook badolie en massageolie aan het assortiment toegevoegd. De oude Grieken bedenken vervolgens parfum op basis van water – wat overigens totaal niet lijkt op de parfums wij nu kennen. Dat veranderde in de twaalfde eeuw, toen de Arabieren de destillatietechniek bedachten en parfum ook alcohol en etherische olie ging bevatten. In die tijd dronken mensen zelfs hun parfum. Weer een paar eeuwen later, in de Middeleeuwen, kreeg parfum een nieuwe functie. In die tijd werd water gezien als verspreider van de pest en andere besmettelijke (en dodelijke) ziekten. Mensen wasten zich daarom vrijwel niet en stonken een uur in de wind. Met hun parfum konden zij hun stank verdoezelen.
Het is Catherine de Medici, de vrouw van de Franse koning Henry II, die in de zestiende eeuw besluit om de planten uit regio rondom Grasse te gebruiken voor het maken van geurwater. Tot die tijd wordt parfum vooral geïmporteerd uit exotische landen als India en China; Grasse is vooral beroemd vanwege zijn leerlooierijen. Op een dag presenteert een looier er een paar geurige lederen handschoenen aan Catherine de Medici. Deze vallen in de smaak en vanaf dat moment wordt parfum er geassocieerd met luxe. Een nieuwe business is geboren, die geld in het laatje van Grasse brengt. Niet veel later staat het stadje bekend vanwege haar goede reukwaters.
only the real thing
Qua grondstoffen en support heeft de stad het duidelijk getroffen. Maar dat betekent nog niet dat je er daarmee ook bent. Parfum maken is namelijk geen eenvoudig proces, zoveel weet ik wel na de rondleiding bij Fragonard. Uiteraard start het proces met het vinden van de allerbeste grondstoffen – en dus de allerbeste bloemen. Net zoals er in de wijnindustrie sprake kan zijn van een slechte druivenoogst, kan er in Grasse een slechte bloemenoogst plaatsvinden – met alle gevolgen vandien.
Bij het maken van parfum gaat het erom olie te verkrijgen uit de bloemen. Overigens heb je tegenwoordig ook synthetische olie, die wordt gewonnen zonder gebruik van echte bloemen. Maar in Grasse is dat als vloeken in de kerk. Men heeft alle grondstoffen immers zelf in de achtertuin groeien. Waarom zou je dan iets synthetisch maken? Tot op de dag van vandaag hebben grote merken als Dior, Hermès en Chanel hier dan ook hun eigen beschermde bloemenvelden, die ze gebruiken voor het maken van hun eigen parfums. Dior heeft zelfs een eigen chateau in de buurt, om haar connectie met de regio te benadrukken.
vroeg uit de veren
Het zijn overigens niet alleen bloemen die geur geven aan onze parfums – zoals veel mensen denken. Er worden namelijk ook minder vanzelfsprekende (want minder lekker ruikende) ingrediënten verwerkt in ons reukwater, zoals wortels, bladeren, takken, schors, mos, hars, gom, balsem, vruchten, zaden, pitten en kruiden. Vroeger werden er ook dierlijke ingrediënten gebruikt in het parfum. Zo werd ambergis, een van de meest waardevolle grondstoffen in de parfumerie met een een zoete, oceaan-ige geur, vroeger gewonnen uit de darmen van potvissen. De populaire geur van muskus kwam uit de ingewanden van het mannelijke muskushert – inmiddels een bedreigde diersoort. Ook de inwendige klieren van een bever waren populair voor parfumeurs. Tegenwoordig is het gebruik van dierlijke stoffen verboden en worden deze ingrediënten gelukkig synthetish nagemaakt.
Om parfummaker te worden, moet je vroeg uit de veren en niet vies zijn van hard werken. Het plukken van de rozenblaadjes moet namelijk ’s morgens vroeg gebeuren, aangezien de bloem dan de meeste vluchtige stoffen bevat. De bloemen doen er maar een kwartier over om open te gaan – en dus moet in die periode als een idioot geplukt worden, om de beste kwaliteit olie te kunnen garanderen. Voor een kilo olie moeten er vijf ton bloemen worden verwerkt – tel maar na.
klassieke roos
De meest gebruikte bloem voor parfum is en blijft -hoe cliché dan ook- de roos. En dat al drieduizend jaar. De bekendste vorm is rozenwater; die werd in de achtste eeuw al geëxporteerd vanuit Perzië naar landen als India en China. De olie die uit de rozenblaadjes gewonnen wordt, bevat ongeveer driehonderd moleculaire elementen – waarvan sommige moeilijk te identificeren zijn. Dit is ook de reden waarom het nog altijd niet is gelukt om de roos synthetisch te verwerken. Ditzelfde geldt overigens voor kamperfoelie en het lelietje-van-dalen.
Een andere (minder voor de hand liggende) bloem die vaak gebruikt wordt voor parfum is jasmijn. Sterker nog: zonder jasmijn zou er geen enkele geur groot geworden zijn, aldus veel parfumeurs. Ook die wordt voor zonsopgang geplukt, om te voorkomen dat de warmte en dauw de bloemen aantasten. In een kilo olie zitten ongeveer 750 kilo bloemen verwerkt, welke stuk voor stuk met de hand worden geplukt. Een beetje plukker plukt zo’n 750 gram per uur – een behoorlijke prestatie. Dat betekent echter dat er zo’n duizend uur geplukt moet worden om één liter olie te kunnen maken.
een lesje techniek
Voor dat laatste werden in de loop der tijd verschillende technieken gebruikt. Bij de oudste, enfleurage a chaud, smelten de bloemen samen met olie of vet door middel van de zon, waarna dit door een linnen en katoenen doek gefilterd wordt en je een geparfumeerde zalf overhoudt – die daarna dan nog verrijkt wordt met wat kruiden of hars. Toen er distillatietechnieken ontstonden, werd dit proces vervangen door alcohol – dat van zichzelf al de eigenschap heeft dat het geuren langer vasthoudt. Vet (of vaseline) wordt daarbij gemengd met alcohol en machinaal geschut, waarna het kan rusten en de alcohol gescheiden wordt van de aromatische substantie. Herhaal je dit proces een paar keer, dan houd je een extract over dat alleen nog gefilterd moet worden.
Bij de enfleurage a froid, wordt een andere (en relatief dure) techniek toegepast, die specifiek bedoeld is voor kwetsbare bloemen. De blaadjes werden verspreid op een glasplaat, met daarop een dun laagje vet en regelmatig ververst door nieuwe blaadjes, totdat het vet verzadigd was met parfum. Dit vet werd vervolgens opgelost in alcohol, dat daarna verdampte zodat er een zalfachtig smeersel overbleef.
briefing van het modehuis
Bij weer een andere techniek, destillatie, worden twee stoffen gescheiden van elkaar door verdamping – gebaseerd op het verschil in kookpunt van deze stoffen. Door gebruik te maken van stoom en bijvoorbeeld bloemen, kruiden, takken, wortels, komt er met een bepaalde techniek essentiële olie vrij. Dit distilleren gebeurt nog steeds, al is het wel gemoderniseerd. Niet alle planten en bloemen lenen zich echter voor het distillatieproces; deze worden door middel van een oplosmiddel verwerkt. Dit gebeurt in een grote roestvrijstalen vat. Als alle geurstoffen zijn opgenomen in het oplosmiddel, wordt het overige vocht eruit gehaald door een klaarmachine. Op de bodem blijft er een massa over, die bestaat uit was, pigmenten en geurmoleculen.
Tegenwoordig werken er diverse bedrijven mee aan het maken van een parfum. Dat start met de opdracht of briefing van een modehuis of beroemdheid, waarin omschreven staat waaraan de geur moet voldoen en welke gedachten, illusie of herinnering deze op moet roepen. Aan dat laatste ligt overigens vaak een marktonderzoeksbureau ten grondslag – die illusie komt dus niet zomaar uit de lucht vallen. Hier gaan dan verschillende ‘Neuzen’ (lees: parfumeurs) mee aan de slag. Het duurt vaak zo’n anderhalf jaar tot de uiteindelijke geur er is en de opdrachtgever deze heeft goedgekeurd. Soms worden geuren in de tussentijd aangepast (in opdracht van de opdrachtgever); in andere gevallen wordt de doelgroep aangepast of worden bepaalde ingrediënten verboden of per wet gereduceerd in hoeveelheden. Het komt ook nog weleens voor dat er een conflict is met de Neus, omdat die overtuigd is van zijn creatie en er niets in of uit wil halen.
geneuzel
Dat zo’n Neus brutaal genoeg is om tegen de wens van de klant in te gaan heeft overigens een reden. Een Neus wordt je namelijk niet zomaar. Sterker nog: om er één te worden moet je in het bezit zijn van een onberispelijk reukvermogen. De eerste test die hij of zij moet doorstaan is namelijk het identificeren van alle 250 ingrediënten van een geur. Een mens kan zoals gezegd gemiddeld tienduizend verschillende geuren onderscheiden. Een professionele parfumeur volgt een trainingsprogramma van drie jaar en leert in die periode tweeduizend geuren herkennen. Daarna volgt er nog eens vier jaar stage. Aan het einde van de rit behoren de Neuzen tot een select groepje van zo’n duizend man; hen wacht een riant salaris van zes cijfers. Jean Carles, de beroemde Franse parfumeur die geuren zoals ‘Miss Dior’ creëerde, heeft zijn neus zelfs ooit verzekerd voor een miljoen US dollar.
Wat een lekker luchtje is, verschilt overigens over de tijd heen. Zo was het in de jaren ’20 hip om naar sigaretten te ruiken. Voor vrouwen was het in die tijd echter not done om te roken – en dus creëerde men een parfum dat daarnaar rook. Geuren associëren we haast automatisch met gevoelens; een parfum kan dus een bepaalde sfeer in je brein activeren. Als je tijdens je jeugd vaak met een bepaalde geur in contact komt, zal je die geur met een herinnering gaan associëren. Dat is waarschijnlijk de reden waarom klassiekers het goed blijven doen, generaties na hun lancering. Chanel no 5 is niet voor niets de meest verkochte geur aller tijden.
fabrieksmatig handelen
Mijn gevoel dat er weinig romantiek meer over is in het hele parfumproces, blijkt deels wel te kloppen. Zo worden vrijwel alle ingrediënten van een parfum inmiddels geproduceerd door fabrieken. De meest kwetsbare grondstoffen worden in het land van herkomst verwerkt; soms zelfs op de plaats waar de bloemen of kruiden verbouwd worden. De meeste parfumeurs kopen hun grondstoffen in bij de fabriek, anderen doen dat direct bij de kweker(s). Daarna worden de synthetische en natuurlijke grondstoffen met elkaar gemengd en gedoseerd. Weer andere parfumeurs zenden de door hen gekozen grondstoffen naar bedrijven toe, die op basis van een formule verschillende parfumcomposities samenstellen. De concentraten die daaruit voort komen worden in grote roestvrijstalen vaten gedaan, om het langer met de alcohol in contact te laten houden.
Dit proces duurt minimaal enkele weken, soms zelfs enkele maanden. Het bezinksel wordt bevroren tot een temperatuur van -10˚C; na filtering blijft er daarna een heldere vloeistof over: het uiteindelijke parfum. Nadat machinaal de fles gevuld en de dop aangedraaid is, een productienummer geprint is en een etiket geplakt is –het zogenaamde bottelen, dat net zo heet als bij de productie van wijn- worden de flacons vervoerd naar een verpakkingsafdeling, waar ze een grondige keuring en poetsbeurt krijgen. Bij de parfum-flacons wordt vervolgens gegarandeerd dat de fles nooit open geweest is, door de dop te omhullen met een vochtig stukje runderdarm en daarna te omwikkelen met een gouden draad. Het duurste parfum ter wereld is overigens Clive Christian’s Imperial Majesty, met een prijs van 215.000 US Dollar voor 16,9 gram. Het wordt voor die prijs dan wél geserveerd in een kristallen fles van Baccarat én is voorzien van een 18 karaat gouden ketting en 5 karaat diamant.
parfum versus eau de toilette
Hoe een geurwater uiteindelijk verkocht wordt in de winkel én voor welke prijs dat gebeurt, hangt af van de hoeveelheid parfumconcentraat die is opgelost in de alcohol. Bij parfum wordt er tussen de 20 en 40% parfumconcentraat opgelost; bij eau de parfum is dat 10 a 20% en bij eau de toilette 5 a 10%. De ouderwetse eau de cologne (die je vooral op de mannengeuren nog ziet) bevat de minste parfumconcentraat, tussen de 2 en 3%. Doordat de mannenhuid zuurder is en een hogere PH waarde heeft, werkt eau de cologne bij hen goed en bij vrouwen minder. Overigens ruikt een geur verschillend bij iedere persoon: de chemische eigenschappen van je huid transformeren een geur. Dat geldt overigens ook voor de temperatuur van de ruimte waarin de parfum bewaard wordt. Het is dan ook het beste om je parfum in de koelkast te bewaren. Daarnaast schijnt het beter te zijn om je parfum niet op je huid te sprayen, maar op je haar. De geur blijft namelijk langer hangen op je haar dan op je huid, doordat deze minder vettig is. Ook verspreidt de geur zich gemakkelijker, omdat je haar altijd in beweging is.
Eén ding is mij duidelijk na zoveel uitleg over zoiets (ogenschijnlijk) simpels als een flesje eau de toilette: ik neem een vleugje parfum op mijn huid, correctie: op mijn haar, nooit meer voor lief. Al is het maar omdat ik inmiddels óók weet dat parfum gelukkig maakt volgens wetenschappelijk onderzoek. Dat wil zeggen: er bestaat blijkbaar een verband tussen wat we ruiken en hoe we ons voelen. Elke dag een lekker luchtje betekent dus instant happiness. Wat mij betreft een mooi excuus om vandaag een nieuw geurtje in te slaan. Al is het maar omdat ik de geur van de bloemenvelden in september moet missen.
–
meer reisverhalen uit west-europa
Wil je meer weten over mijn ervaringen in West-Europa? Lees dan deze verhalen:
belgië – tien dagen stilte (voor de storm)
belgië, nederland e.a. – kentekenbusiness
luxemburg – saai, saaier, saaist
luxemburg – schimmig belastingparadijs
schotland – dood door (eigen) schuld
–