reisavontuur in vietnam – 2001
Dit is een verhaal over de liefde. Een vakantieliefde, die uiteindelijk uitliep op een échte liefde, waarmee ik zelfs ben gaan samenwonen in Amsterdam. Het verhaal begint in Vietnam, in Halong Bay – een verzameling van betoverende eilanden in het noordoosten van Vietnam. Om precies te zijn op Catba Island, het eiland waar alle mensen die naar Halong Bay gaan overnachten. Onze liefde heeft een lastige start, maar een mooi staartje.
teveel energie
We zijn die avond net uit eten geweest, wanneer we op zoek gaan naar een lokale disco om te gaan dansen. Zoals elke avond bestaat ons diner uit een combinatie van rijst met vegies, spring rolls en vis – lekker voor een paar dagen maar oersaai wanneer je het wekenlang krijgt voorgeschoteld. Tijd voor iets nieuws. Dansen dus. Volgens de locals is dat een kwestie van de muziek volgen. Na drie lege disco’s van binnen bekeken te hebben, besluiten we het disco-plan vaarwel te zeggen en gewoon een fruit juice te gaan drinken. We worden daarbij vergezeld door vijf lieve Vietnamese meisjes, die ons haar willen vlechten zonder er iets voor terug te willen. Het eerste maken we dagelijks mee, het tweede bijna nooit. De fruit juice is lekker, maar doet het niet helemaal voor mij. Ik heb nog teveel energie over om te gaan slapen.
Terug bij ons hostel, zitten er vier backpackers aan tafel te kaarten – drie jongens en een meisje. Eén van hen stelt voor dat ik mee speel. Ik accepteer en bedenk dat ik hem al eerder vandaag gezien heb, tijdens het eten. Hij is blond en ziet er op het eerste gezicht Duits, Scandinavisch of Nederlands uit. Hij blijkt een Aussie te zijn en Richard te heten. Zijn moeder blijkt echter inderdaad uit Nederland te komen, zijn vader uit Duitsland – zo hoor ik later pas. Hij is net als zijn reisvrienden al ruim een half jaar op reis. Het kaarten is leuk en gezellig. Richard verliest – achteraf vertelt hij dat dat kwam doordat hij teveel door mij was afgeleid. En dat iedereen dat door had, behalve ik.
bier op commando
De rest gaat vervolgens naar bed toe. Richard en ik besluiten samen nog een drankje te gaan drinken ergens. Door de achtergrond van zijn ouders droomt hij er al lange tijd van naar Nederland toe te gaan, om daar te werken en de taal te leren. Hij is investment banker, maar ziet er allesbehalve dat uit. Na een uur gaat de pub dicht en komen we op straat wat bekenden tegen, die net als wij op zoek zijn naar een biertje. Als een Vietnamees meisje ons hoort praten over bier, rent ze vooruit en maakt haar broer wakker, die een kroegje runt. Nog half in slaap, slepen ze een aantal flessen bier aan. Je wordt hier als verwende westerling op je wenken bediend, zonder ook maar iets te hoeven vragen.
Terwijl de avond niet beter had kunnen lopen, voel ik ergens diep in mijn hart een soort teleurstelling. Richard wil net iets té graag met deze mensen de hort op. Blijkbaar is hij liever met hen dan met mij, zo luid mijn conclusie – en in dat geval kan hij mij niet echt leuk vinden. Als we een uur later samen ons hotel binnenlopen, is de situatie ongemakkelijk. Wat wil hij nou? Na tien seconden gedag zeggen, loop ik maar door naar boven. Als hij iets had gewild, had hij het wel gedaan, nietwaar? Achteraf blijkt dat hij er precies hetzelfde over denkt, maar dan precies andersom.
tijd om te zoenen
De volgende morgen pakken we (geheel toevallig) allemaal dezelfde boot terug naar het vaste land. Richard en ik drentelen de hele dag om elkaar heen, zonder dat er iets gebeurt. Eenmaal aan vaste wal in Hanoi, iniiteert Richard om ‘s avonds met zijn allen te gaan eten. And so it goes. De gin-tonic, bier, wijn en wodka-lime vloeien rijkelijk en al snel besluiten we om na het eten verder te drinken bij de Funky Monkey, een barretje vol backpackers en een handjevol locals. Eenmaal daar, slaat de flirterige sfeer tussen Richard en mij om en gaat hij opeens behoorlijk intensief met een ander meisje kletsen. Ik ben er al snel behoorlijk klaar mee. Wat wil hij nou eigenlijk? Wanneer hij een half uur later weer bij ons komt zitten, blijkt dat dit zijn scharrel van vier dagen terug is- twee dagen voordat wij elkaar ontmoetten. Hij heeft haar net verteld dat hij niets meer met haar wil, omdat hij mij heel leuk vindt. Dat nieuws bleek minder goed te vallen dan hij had voorzien. Logisch. Tegelijkertijd voelt het voor mij als een opluchting dat ik nu weet hoe het zit tussen ons. Hun seksuele intermezzo was voor mijn komst – en kan ik helaas niet veranderen, noch hem ten laste leggen.
Even later besluiten we met zijn allen terug te gaan naar de pizzeria om daar verder te drinken. Bij de deur wordt Richard echter opgehouden door hetzelfde meisje. Na vijf minuten wachten, gaan we zonder hem weg. Richard sluit later aan, zo belooft hij. Een uur later is hij er echter nog altijd niet. De conclusie is wat mij betreft al snel duidelijk: hij is dus tóch met haar naar huis gegaan. Als we even later naar huis lopen, komen we hem echter rennend (en hijgend als een hert) tegen: hij is door de cyclo –het lokale woord voor een fietsriksja, dat in ieder land anders genoemd wordt maar hetzelfde voorstelt- bij het verkeerde meer afgezet en heeft een uur lang gerend om de pizzeria terug te vinden. I’ll buy it – het verhaal is te slecht om zelf te verzinnen. Het is eindelijk tijd om te zoenen. En als we eenmaal daarmee beginnen, is het dek van de dam. Het is opeens officieel: we zijn verliefd.
afscheid
De dag erna is Richard van plan om naar het zuiden van Vietnam door te reizen, terwijl ik met mijn vriendin Femke de komende dagen naar het noorden ga. Wat een beroerde timing. Dat hij zoveel moeite doet om weg te komen uit Hanoi, geeft voor mij weer aan dat hij er wel weer klaar mee is. Achteraf hoor ik dat hij op dat moment simpelweg bang is om nog verliefder te worden dan hij al is. Hij is zeker niet van plan om zich te binden, maar voelt de bui al hangen. Gelukkig beslist het lot anders: de treinen naar het zuiden zitten vandaag vol – en dus wordt zijn vertrek een dag uitgesteld. Dat betekent dat we nog een nacht samen hebben, waarin we allebei uitspreken elkaar graag nog te willen zien voordat we allebei in Saigon zijn, het uiterste zuiden van Vietnam. Gelukkig moeten wij daar uiteindelijk ook naartoe: we vliegen immers vanaf Saigon naar Nederland terug. Dat betekent wel dat Richard een stuk langzamer moet gaan reizen dan wij doen. Maar we gaan allebei ons best doen om een reunie te realiseren en dat idee is al heel fijn.
De volgende dag ben ik de hele dag de hort op met Femke. Als ik ’s avonds terugkom in ons hostel, tref ik Richard nog net. Hij geeft op dat moment net een boodschap af bij de receptie voor mij. Ik wil hem eigenlijk helemaal niet laten gaan – en dus stoppen we pas met zoenen wanneer we naar buiten zijn gestrompeld, een van zijn vrienden zijn rugzak al in de taxi heeft gelegd en hij zo ongeveer in de taxi geduwd wordt door de rest. Bij een gezamenlijke vriendin heeft hij voor mij een cadeautje en een briefje achtergelaten. Wow.
op naar het noorden
Terwijl Richard een paar honderd kilometer naar het zuiden is afgezakt, rijden wij de volgende dag zo’n driehonderdvijftig kilomter naar het noorden. Onze eindbestemming is het bergdorp Sapa; de busreis er naartoe duurt zo’n veertien uur. Daarvan slaap ik er ongeveer elf – met mijn hoofd bungelend naast de stoel. Diverse mensen proberen me tijdens de busreis wakker te maken, aangezien ze het nek-technisch een niet helemaal verantwoorde slaappositie vinden. Ik merk er echter niets van en slaap gewoon door. Blijkbaar ben ik écht heel moe.
De dagen die volgen heb ik geen idee waar Richard mee bezig is in zijn hoofd. Internetcafés zijn er nu eenmaal niet in de Vietnamese bergen. Een mobiele telefoon heeft geen enkele reiziger anno 2001 mee op reis – iets wat anno nu bijna niet meer voor te stellen is. Ik zal dan ook moeten wachten tot ik terug ben in Hanoi en mijn e-mail kan checken, om erachter te komen of hij aan mij gedacht heeft én waar hij op dat moment zit. Pas dan weet ik of het überhaupt haalbaar is dat we elkaar nog gaan zien. Ik mis hem en kan niet wachten tot het zo ver is, maar wil tegelijkertijd niet teveel hoop hebben dat we elkaar nog gaan zien. Een meisje dat ik spreek heeft een zelfde soort vakantieliefde opgeduikeld, toevallig ook uit Australië. Hij ging in eerste instantie helemaal voor haar, maar stopte na zes weken opeens met e-mailen. Het meisje naast heeft een zelfde soort verhaal mee gemaakt. All men are dogs, zo luidt de conclusie van het verhaal. Hun verhalen stemmen me niet gerust. Nog een dag, dan weet ik meer. Het is tot die tijd de kunst om in het nu te leven, te genieten van wat ik hier meemaak en in mijn hoofd niet continu af te dwalen naar Richard.
opgelucht ademhalen
De volgende dag nemen we de bus terug naar Hanoi, om vanaf daar met de trein door te reizen naar Hue. Die laatste rit is een mazzeltje, want treinen hier in Vietnam zitten vaak propvol en een last minute-kaartje kopen is dan ook geen vanzelfsprekendheid. Maar het lot is ons dit keer gunstig gestemd. Voordat we doorreizen naar Hue, heb ik nog nét de tijd om mijn e-mail te checken. Ik blijk met een gerust hart naar Hue toe te kunnen: Richard zit pas sinds vandaag in Hoian – waar wij waarschijnlijk morgenavond ook al zijn als het een beetje mee zit. Hij mist me en wil me zien. Vooralsnog kan ik opgelucht ademhalen.
Ik e-mail hem dat wij morgenavond ook in Hoian zullen zijn en vraag in welk hostel hij zit en waar we kunnen afspreken. We eten snel een noodle soepje en stappen dan de (nacht)trein in. Na een prima nacht, arriveren we ‘s ochtends in Hue. Omdat er alleen ‘s middags bussen richting Hoian gaan, besluiten we ons bezoek aan Hue nog verder in te korten en die bus te boeken. Alles voor de liefde. Op de motor rijden we naar de beroemde residentie en graven van de keizer. De omgeving is prachtig en het is dan ook schrijnend om te zien dat de Amerikanen hier vrijwel alles hebben plat gebombardeerd in de oorlog; van de verboden stad zelf is niets meer over. Ik merk aan mezelf dat ik er die morgen niet helemaal bij ben met mijn hoofd. Ik wil gewoon te graag naar Hoian toe – de plek waar Richard ook is. Ik voel een onrust, die pas weg is als ik in de juiste bus naar Hoian zit.
same same, but different
Na vier uur in een zweterige bus zonder airco zijn we er eindelijk; ik kan even geen bus meer zien na de afgelopen vijf dagen. Bij een lokaal internetcafé check ik of Richard gemaild heeft waar zij zitten. Dat is het geval en ze hebben nog precies één kamer vrij. Dit kan eigenlijk niet meer fout gaan, zou je denken. Richard blijkt helaas de deur uit te zijn wanneer wij arriveren. Via de e-mail hebben we echter om acht uur vanavond in de Treats Bar afgesproken – en dus gaan we vast daar naartoe. Een half uur te vroeg arriveren we en positioneren ons strategisch bij de uitgang, zodat ik hem niet kan missen. Na een uur wachten, zitten we echter nog altijd met zijn tweeën. Vreemd, maar te laat komen kan gebeuren. Na nog ruim een uur wachten, ben ik het zat en besluiten we om eerst ergens anders naar toe te gaan. Als we om half elf terug komen, zijn ze er echter nog steeds niet.
Na nog een half uur wachten, vraag ik aan de serveerster of er toevallig mensen met Richard’s profiel binnen zijn geweest. “Are you Karin?”, is het antwoord. Richard blijkt een briefje achter gelaten te hebben bij haar: er zijn in Hoian twee Treats Bars; dit is blijkbaar de verkeerde. Same same, but different dus – zoals alles hier in Vietnam. Eenmaal bij de andere Treats Bar, treffen we nog net twee vrienden van Richard. Richard zelf heeft het hele stadje afgelopen op zoek naar mij. Toen dat niet lukte, is hij met de scooter naar het strand gegaan, waar hij samen met zijn vrienden een illegaal strandfeestje georganiseerd heeft. Gelukkig kunnen we met zijn vrienden op de scooter achterop naar het strand toe.
niet meer laten gaan
Eenmaal op het strand, zoek ik Richard in de mensenmassa. Onze ogen vinden elkaar en dan is daar eindelijk onze hereniging. We laten elkaar de eerste vijf minuten niet meer los; het is te goed om elkaar weer te zien. Opeens weten we het allebei zeker: dit is het. Niets meer aan doen. En vooral niet meer laten gaan. Dat laatste blijkt in de praktijk best een beetje lastig. Ik ben immers nog altijd op reis met Femke en die zit niet continu te wachten op een threesome. We claimen elkaar dan ook niet en laten elkaar los, maar zoeken elkaar elke keer weer op in de weken erna. Dat wil zeggen: we reizen ofwel met elkaar, ofwel elkaar achterna. Over de toekomst hebben we het nog niet veel. We leven vooral in het nu en genieten daar met volle teugen van.
Een maand later vlieg ik terug naar Nederland, samen met Femke. Richard blijft zoals gepland nog een paar maanden in Azië; daarna ligt alles nog open. Ook al voelt het afscheid echter intentief vreselijk, we doen elkaar geen beloftes. Je weet immers nooit of je je er aan gaat houden. We houden contact en een paar maanden later vliegt Richard (toch nog enigszins onverwachts) naar Nederland – om daarna voorlopig niet meer weg te gaan. Soms hebben (zo op het oog) kleine ontmoetingen grote gevolgen. Gelukkig maar.
–
nawoord
Uiteindelijk houdt onze relatie na ruim anderhalf jaar samenwonen in Amsterdam geen stand. Onoverkomelijke verschillen tussen de Australische en Nederlandse manier van doen zijn daar debet aan. Maar spijt van onze tijd samen heb ik nooit gehad. En aan onze tijd in Vietnam houd ik gelukkig nog altijd alleen maar warme gevoelens over.
–
–
meer reisverhalen in zuidoost-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuidoost-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
brunei – krokodillen in de achtertuin
cambodja – huilen zonder tranen
indonesië – klaar voor eruptie
indonesië e.a. – fast fashion victim
indonesië, e.a. – springlevende doden
indonesië & dominicaanse republiek – vergeten oorlog
maleisië & cuba – een beetje dom
maleisië & indonesië – plastic fantastic (of toch niet)
maleisië e.a. – risky business
singapore & maleisië – noodlottige grensovergang
singapore, bali e.a. – rugzak vol luiers
thailand – magische paddenstoelen
thailand – met de nek aankijken
vietnam – authentiek dierenleed
vietnam e.a. – offline daten 2.0
–
reis je met me mee?
–