reisavontuur in maleisië & indonesië – 2009
Op onze reis door Sumatra, staan we de eerste ochtend om vier uur op om een bekende vulkaan te beklimmen. Volgens de hosteleigenaar is het een zogenaamde ‘rustige’ vulkaan, die prima in het donker beklommen kan worden met een gids. Hij had er alleen niet bij verteld dat die gids zijn veertienjarige neefje was, die geen Engels spreekt. En dat die de vulkaan slechts een paar keer in zijn leven beklommen heeft en de route naar boven dus amper kent. Daarnaast hadden we ander weer besteld – geen regen en zéker geen onweer. Tenslotte had niemand kunnen vermoeden dat deze vulkaan een paar weken later zou uitbarsten en ruim driehonderd slachtoffers zou maken. Een allesbehalve rustige vulkaan dus, dit beestje.
vliegperikelen
We zijn al bijna een maand onderweg, wanneer we vanuit India naar Sumatra vliegen voor het laatste deel van onze reis. Onze vlucht bestaat uit twee delen, met een tussenstop in Kuala Lumpur – dé travel hub van Zuid Oost Azië. Uiteindelijk kom je altijd weer in KL (zoals ingewijden de stad afkorten) uit, wanneer je ergens in de regio een verbindende vlucht nodig hebt – zo ook nu. Inmiddels kunnen we het schrale vliegveld van KL niet meer luchten of zien. Maar alsof het de Bermuda Driehoek betreft, komen we er elke keer weer terug. En zoals vrijwel elke keer dat we met Air Asia vliegen, is onze vlucht vertraagd, zodat we er nóg meer tijd dan gehoopt door moeten brengen. Na een beetje analyseren en observeren, lijkt het er bijna op alsof Air Asia vluchten expres met (nét iets minder dan) twee uur vertraging laat vertrekken. Komen vliegtuigen meer dan twee uur te laat aan op hun bestemming, dan kan de airline namelijk claims verwachten van klanten en moeten ze een refund betalen. Tot die twee uur hoeft dat niet – en daar lijkt de vliegmaatschappij handig gebruik van te maken.
We spenderen de wachttijd met het bedenken van een theorie achter de vraag hoe het kan, dat zoveel vluchten toevalligerwijs nét binnen die twee uur vertraging weten te blijven. Doordat Air Asia een low cost carrier is, maakt zij waarschijnlijk optimaal gebruik van alle benodigde vliegtuigen zonder al teveel speling in het vluchtenschema in te bouwen – en dus is de kans op vertraging wellicht groter dan bij andere airlines. Men coördineert het achter de schermen waarschijnlijk zo, dat vliegtuigen van vluchten die wél op tijd zijn geland, ingezet worden om vluchten met méér dan twee uur vertraging toch binnen die marge te kunnen laten vertrekken. En dus vertrekt uiteindelijk elk vliegtuig net geen twee uur vertraagd – wat bevestigd wordt op de vertrekborden die we zien. Wanneer we het een aantal stewards op de man af vragen, geven ze schromend toe dat inderdaad weinig vluchten op tijd vertrekken én dat het inderdaad zo is dat die twee uur vertraging angstvallig goed in de gaten gehouden wordt. Echt trots op hun bedrijf lijken ze dan ook niet.
aan het lijntje
De airline houdt je als klant ook nog eens continu aan het lijntje, als het gaat om de exacte tijd van vertrek. Terwijl het vliegtuig nog ergens in de lucht zit, geven ze op het bord aan dat het vliegtuig over een half uur vertrekt – met een uur vertraging. Ondertussen weet men allang dat dat niet haalbaar is. Elke keer vertraagt de maatschappij de vlucht met nóg een half uur, waardoor het voor veel passagiers en omstanders niet duidelijk is dat zoveel vluchten urenlang vertraagd zijn. Een slimme manier om imagoschade te beperken. Je hebt daardoor als passagier (to be) bovendien het idee dat je net te weinig tijd hebt om van de gate weg te gaan en ergens op de airport wat te gaan eten, zodat je na twee uur wachten dan tóch maar een maaltijd bestelt in het vliegtuig bij Air Asia. Perfect voor de maximalisatie van de opbrengsten van het bedrijf dus – en uiteindelijk dus een slimme bedrijfsstrategie voor de korte termijn.
Behalve als je als klant oeverloos op een troosteloze airport zit te wachten. En überhaupt voor die vertraging óók al een aantal uren zat te wachten, omdat er een overstaptijd van drie uur wordt geadviseerd bij verbindingsvluchten – die weer niet gek bedacht is omdat zoveel vluchten vertraagd zijn en je dus zelf wel speling in móet inbouwen in je planning. Het zorgt al met al voor een redelijk geirriteerd gevoel – althans bij ons. Het is dat de tickets van Air Asia echt heel goed geprijsd zijn én dat deze airline de enige is met zo’n uitgebreid vluchtnetwerk in Azie, anders zou ik mezelf nu ter plekke voornemen om nooit meer met hen te vliegen. Overigens hebben we jaren later nog een aantal vluchten met Air Asia gemaakt; deze vlogen toen bijna allemaal op tijd. Het lijkt er dan ook op dat de vliegmaatschappij haar strategie inmiddels heeft aangepast en een stuk klantvriendelijker is gaan werken. Anno 2009 is dat echter nog allerminst het geval.
typisch aziatisch
Het lijkt er echter op alsof Kris en ik de enigen zijn die zich irriteren aan de manier van communiceren en acteren van de maatschappij. Alle locals zitten gedwee te wachten, waarbij je aan hun gezicht niet eens kunt aflezen wat ze nou eigenlijk denken. Alleen daarom al is wat Air Asia doet typisch iets wat alleen in Azië werkt; in Zuid Amerika, Europa of Amerika zouden ze daar gewoon niet mee wegkomen. Mensen zouden uit hun pan gaan – zoals wij nu doen. Wanneer we na (uiteraard) bijna twee uur vertraging eindelijk kunnen gaan boarden, besluiten we het vertrek zoveel mogelijk te rekken. Gewoon om te zien wat er gebeurt wanneer we níet binnen die twee uur vertrekken. Helaas blijkt die twee uur vertraging gebaseerd te zijn op de aankomsttijd, in plaats van de vertrektijd – en dus heeft men op de vlucht zelf ook nog veel speling ingebouwd. Uiteindelijk arriveren we ondanks een 135 minuten vertraagd vertrek dan ook alsnog nét binnen de twee uur vertraging op het vliegveld van Sumatra. Wat een slimmerikken daar bij Air Asia.
Eenmaal in Medan, besluiten we er echter niet meer over na te denken. We hebben godzijdank nu weer andere dingen om onze aandacht op te focussen, namelijk het regelen van een visum om in dit land te mogen verblijven. Ik blijf het fascinerend vinden hoe bang derde wereldlanden altijd zijn dat je niet meer weg wilt uit hun land, terwijl dat volgens mij voor bijna niemand im frage is. Uiteindelijk lopen we pas een paar uur later de airport uit. Met visum. En met onze bagage, die gelukkig goed is meegekomen. Men heeft er dan ook alle tijd voor gehad, denk ik er grappend bij. Tegelijkertijd voelt het nooit als vanzelfsprekend dat die rugzak toch weer op de bagageband ligt wanneer je er arriveert – en dus ben ik altijd weer blij wanneer ik hem weer op mijn rug kan hijsen. Statistisch gezien moet het toch een kéér gaan gebeuren dat dit niet het geval is.
‘gids’
Helaas zijn we op dat moment nog niet waar we moeten zijn. Onze bestemming Berastagi ligt op drie uur rijden van de airport vandaan – en dus regelen we zo snel mogelijk een taxi om daar te komen. In het donker komen we aan en vinden gelukkig snel een hostel, waar we nog net iets te eten kunnen regelen. We zijn hier eigenlijk maar met één doel en dat is het beklimmen van de vulkaan Gunung Sinabung, die hier in de buurt ligt. Omdat de vulkaan stabiel maar wel heel actief is (en dus ‘rustig’ in de volksmond), is het ‘t mooist om de vulkaan in het donker en met zonsopgang te bekijken. Via ons hostel regelen we een gids, die morgenochtend om half vijf –over een paar uur dus al- paraat staat om ons ernaartoe te begeleiden.
Een beetje moe en verdwaasd, met sterke behoefte aan koffie, staan we om half vijf zoals afgesproken paraat. Onze gids is echter in geen velden of wegen te bekennen. We proberen de hosteleigenaar wakker te krijgen; wellicht dat hij hem kan bellen? Een kwartier later staat er opeens een jongetje van veertien jaar naast ons, met de slaap nog in zijn ogen. Hij is schijnbaar de gids, zo laat de hosteleigenaar ons weten. We kunnen gaan.
onweer
We zijn te verbaasd om echt te kunnen reageren. We zijn tegelijkertijd eager om te gaan. Als we hier blijven staan, is de kans klein dat we nog op tijd op de vulkaan zijn – en dus beginnen we maar met lopen. Een auto is er namelijk niet. En al was die er geweest, onze ‘gids’ mag nog lang niet autorijden en kan waarschijnlijk niet eens bij het gaspedaal. Bovendien gaan we ongetwijfeld al heel snel de vulkaan op en kunnen we met een auto toch niets. Dat laatste blijkt echter ijdele hoop. We lopen zeker een half uur lang over een geasfalteerde weg, waar geen hond te bekennen is op dit tijdstip. De lucht boven ons wordt ondertussen alleen maar donkerder, in plaats van lichter. Al snel begint het harder te waaien en horen we vanuit de verte onweer aankomen – geen goed teken als je een vulkaan moet gaan beklimmen. Onze ‘gids’ blijkt bovendien geen Engels te spreken. Heel handig als je wilt overleggen over de juiste aanvliegroute in deze omstandigheden.
We zijn intussen bij de voet van de vulkaan aangekomen en horen het onweer steeds dichterbij komen. Het is voor lokale begrippen echt fris en winderig; het weer voelt onheilspellend. Het is bovendien nog altijd pikkedonker. Aan de ene kant willen we graag de vulkaan op, aan de andere kant willen we daarna ook nog levend naar beneden. Deze vulkaan is immers niet ons leven waard. Omdat we niet kunnen communiceren met de jongen die met ons mee is gegaan, komen we er niet achter hoe gevaarlijk het nou eigenlijk is om omhoog te gaan met deze weersomstandigheden. En omdat er niemand in de buurt is of voorbijkomt, is het ook geen optie om het aan iemand anders te vragen. Maar met onweer een berg oplopen lijkt ons eigenlijk standaard een no go, wat een ander er ook van zou vinden. En dus zit er niets ander op dan te wachten tot het onweer voorbij is – áls het al voorbij gaat vandaag.
mad men-actie
Voor ons gevoel duurt het eeuwen, waarin we ons vervelen en bijna omdraaien en weer naar huis lopen. Maar de volhouder wint – en uiteindelijk trekt het onweer steeds verder weg, ver genoeg om de wandeling naar boven aan te durven. Het is nog altijd zo donker dat je geen hand voor ogen kunt zien. Onze ‘gids’ van veertien gaat voorop, wij volgen hem. We hebben allebei een klein zaklampje mee, maar die van mij doet het niet – en dus zal Kris voorop moeten en ik hem moeten volgen, terwijl hij mij bij schijnt. De wandeling is in het licht (zo merken we op de terugweg) prima te doen, maar in het donker levensgevaarlijk. Overal zitten grote gaten in de berg, waar je zonder zaklamp bijna in valt. Sommige stukken zijn steil en glad en al vrij snel komen er overal gassen uit de grond. De vulkaan zou volgens insiders al honderden jaren ‘rustig’ zijn, maar we vragen ons inmiddels hardop af wat er dan met rustig bedoeld wordt. Stille wateren hebben diepe gronden, zeggen ze weleens.
De jongen die ons zou moeten leiden naar boven, lijkt geen enkel idee te hebben waar hij naartoe loopt. En omdat hij alleen Bahasa Indonesia spreekt, de officiële taal hier, kunnen we hem ook geen vragen stellen. Bijvoorbeeld of hij het niet ook best een beetje heftig vindt. Of hij enig idee heeft hoe lang de klim nog gaat duren. En of hij er vertrouwen in heeft dat we zonder kleerscheuren (of erger) straks weer naar beneden komen. Dat soort basisvragen zouden we best willen stellen, maar houden we dan maar voor onszelf. Misschien willen we het antwoord namelijk wel helemaal niet horen. Terug naar beneden gaan in het pikkedonker is namelijk minstens zo eng als doorklimmen naar de top – waar we hopelijk heel snel zullen zijn.
sissende geluiden
Onze beklimming voelt al met al als een dollemansactie. We zijn dan ook blij wanneer we opeens, out of the blue, bovenaan de krater lijken te staan. Dat wil zeggen: de grond wordt steeds platter en onze begeleider geeft aan dat we kunnen stoppen. Overal horen we sissende geluiden en voor zover we kunnen zien (een paar meter dus) komen er gassen uit de grond. Omdat het nog altijd donker is, zien we geen hand voor ogen en hebben we dus geen idee wat er precies gaande is om ons heen. Gelukkig hoeven we in ieder geval niet meer omhoog – en dus kunnen we rustig in de chill wachten tot het licht wordt en we het maanlandschap kunnen zijn waarin we beland zijn.
Wanneer het donker plaats heeft gemaakt voor het licht, valt er echter nog steeds weinig te zien. Overal hangt mist en damp van de krater – en dus moeten we eerst wachten tot die is opgetrokken voordat ons zicht groter dan een paar meter is. Wel zijn we intens blij dat we onze beklimming in het donker levend vanaf gebracht hebben. We beseffen dat we mazzel hebben gehad. Met dat gegeven genieten we dubbel zo hard wanneer de zon er uiteindelijk tussendoor piept en de mist oplost. We kunnen op dat moment eindelijk zien in wat voor bizar maanlandschap we beland zijn. De kleuren zijn er intens: rood, paars, neongeel – het voelt bijna psychedelisch, alsof we een Goa-trancefeestje zijn binnengestapt. De geur is onmiskenbaar die van rotte eieren – behoorlijk logisch voor een vulkaan van deze omvang.
hyperactief
Ondanks het feit dat deze vulkaan al honderd jaar ‘rustig’ is, ziet hij eruit alsof hij elk moment uit kan barsten. Alles borrelt en sist en de vulkaan is overduidelijk hyperactief. Hoezo is dit een rustige vulkaan? Na een paar uur chillen, rondlopen en onszelf verbazen over zoveel prachtig natuurgeweld, beginnen we aan de wandeling naar beneden toe. Dat het inmiddels gewoon licht is, maakt een wereld van verschil met lopen. Sommige stukken van het wandelpad zijn niet eens meer te herkennen in het licht. Andere stukken zijn bij nader inzien ronduit gevaarlijk om in het donker te betreden. Zo liggen er naast de berg enorme ravijnen en zitten er in de weg enorme gaten, waar je maar beter niet in kunt vallen. Dit had zomaar heel anders af kunnen lopen – al helemaal met onweer erbij.
Tegen de tijd dat we weer veilig aan de grond staan, hebben we ons heilig voorgenomen om zoiets als dit nooit meer te doen – ook al voelde het op ‘t moment suprême juist als een zelfoverwinning dat we toch gegaan zijn. Dat is en blijft het lastige aan riskante ondernemingen: gaat het goed, dan is het achteraf een mooi verhaal – en ben je volgende keer geneigd om hetzelfde nóg een keer te doen. Gaat het mis, dan weet je zeker dat je het niet had moeten doen. Maar in dat geval is het te laat, lig je -in ons geval van vandaag- sissend op te lossen in de vulkaan en mag je blij zijn als je nog als lijk begraven kunt worden, voordat de lava je verzwolgen heeft. Toch maar echt niet meer doen dus, een vulkaan beklimmen in het donker met slecht weer – tenzij we een gids hebben die kan garanderen dat alles goed komt, ouder is dan veertien jaar, de weg goed kent én Engels spreekt. Misschien durven we het dan nog een keer aan. Gewoon omdat het gevoel van overwinning bij terugkomst zo lekker proeft.
–
nawoord
Een paar weken na terugkomst in Nederland, barst vulkaan Gunung Sinabung na honderden jaren ‘rustig’ te zijn geweest in alle heftigheid uit. Ruim 350 mensen komen daarbij om het leven. Waarschijnlijk stond de vulkaan al op uitbarsten toen wij er waren.
–
–
meer reisverhalen in zuidoost-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuidoost-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
brunei – krokodillen in de achtertuin
cambodja – huilen zonder tranen
indonesië e.a. – fast fashion victim
indonesië, e.a. – springlevende doden
indonesië & dominicaanse republiek – vergeten oorlog
maleisië & cuba – een beetje dom
maleisië & indonesië – plastic fantastic (of toch niet)
maleisië e.a. – risky business
singapore & maleisië – noodlottige grensovergang
singapore, bali e.a. – rugzak vol luiers
thailand – magische paddenstoelen
thailand – met de nek aankijken
vietnam – authentiek dierenleed
vietnam – same same, but different
vietnam e.a. – offline daten 2.0
–
reis je met me mee?
–