reisverhaal in bosnië & herzegovina en kroatië – 2013
We zijn al een paar weken onderweg in Oost Europa, wanneer we Bosnië & Herzegovina binnen rijden. Even ervoor waren we nog in Kroatië, een voormalige aardsvijand van het land. Terwijl Kroatië overspoeld wordt door toeristen, zijn deze in Bosnië & Herzegovina bijna niet te vinden. Veel huizen en straten zien er zo vervallen uit, dat ik wel snap waarom. Waar Kroatië eruit ziet als een mediterraan paradijs, zitten in Bosnië & Herzegovina in veel gebouwen nog altijd de kogels vanuit de Balkanoorlog, die woedde tussen 1991 en 2001. Het lijkt alsof het land nooit hersteld is van die oorlog en daartoe ook nooit echt serieuze pogingen heeft ondernomen. Ondertussen wordt er op Kroatische eilandjes zoals H’var gefeest op luxueuze privé-jachten en gele zandstranden alsof hun leven ervan af hangt – zich niet beseffend dat dit je twintig jaar geleden nog zomaar het leven kon kosten.
immense cruiseboten
In Kroatië voelt de Balkanoorlog dan ook heel ver weg. Het eiland H’var ziet er met al haar bougainvillea en spetterende witte huisjes uit als de mediterrane droom van elke vakantieganger. Door de luxueuze zeilboten en de vele feestjes die op het eiland worden georganiseerd, is de vergelijking met Ibiza zelfs snel gemaakt. En in het prachtige oude centrum van Dubrovnik hebben we even ervoor nog heerlijk geluncht en rondgedwaald – wat vooral goed lukt wanneer einde middag de cruiseboten zijn vertrokken en de stad weer tot normale proporties is teruggebracht. In het hoogseizoen trilt de prachtige stad overdag op haar grondvesten, door de komst van hordes (cruise)toeristen die de stad bezoeken. Kroatië heeft over aandacht van toeristen dan ook niet te klagen.
Integendeel. Ik kan me eerder voorstellen dat je hier als local af en toe stapelgek wordt van alle groepsreisleiders met een vlaggetje in hun hand en de schapen die erachteraan hobbelen, met de camera om hun hals. Wij zijn het na een dag al zat om met zoveel medetoeristen door de smalle, pittoreske straatjes te strompelen – en dus rijden we eerder dan gepland richting de grens met Bosnië & Herzegovina, die op nog geen vijftien kilometer afstand van Dubrovnik ligt.
onherbergzaam
Ondanks de geringe afstand, kan het verschil tussen beide landen niet groter zijn. Dat het maar zo’n piepklein stukje rijden is vanaf het bruizende kuststadje Dubrovnik naar de (allesbehalve luchtige) grensovergang met Bosnië & Herzegovina voelt onnatuurlijk, aangezien beide landen nog maar relatief kort geleden in oorlog waren met elkaar. Met een ruig landschap en veel onherberzame gebieden waar vrijwel niemand woont, is Bosnië & Herzegovina duidelijk niet goed bedeeld geweest toen de landsgrenzen vastgesteld werden.
Bosnië & Herzegovina is van oudsher de meest etnisch gemengde republiek binnen het voormalige Joegoslavië. Van oudsher wonen er drie verschillende bevolkingsgroepen. Allereerst zijn er de Bosnjakken, die oorspronkelijk uit Bosnië komen en veelal islamitisch zijn. Zij wonen ruwweg in het stuk tussen Mostar en Sarajevo. Daarnaast woont er een grote groep christelijke Bosnische Serviërs, die zoals de naam doet vermoeden Servisch van afkomst zijn, maar wel binnen de Bosnische landsgrenzen wonen. De derde groep inwoners zijn Bosnische Kroaten, die oorsponkelijk uit Kroatië komen maar al lange tijd in Bosnië wonen en veelal katholiek zijn.
bloedvergieten
Het land is sinds 1992 onafhankelijk, nadat er een referendum plaatsvond over de kwestie. Bosnjakken hadden dit referendum geïnitieerd en ondersteund, zij wilden graag onafhankelijkheid. Dat gold niet voor de Bosnische Serviërs, die na de uitslag het referendum ongeldig lieten verklaren. Ondertussen werd door de Bosnjakken naar aanleiding van de positieve uitslag van het referendum de onafhankelijkheid uitgeroepen van Bosnië & Herzegovina. Dit was het startpunt van de bugeroorlog tussen de drie bevolkingsgroepen. Daarbij werden de Bosnische Serviërs gesteund door het federale leger van het voormalige Joegoslavië, een oppermachtig leger dat vooral bestond uit criminelen en vele malen sterker was dan de militairen die de Bosnjakken konden inzetten.
Los van deze burgeroorlog in Bosnië & Herzegovina, woedde er in Kroatië op hetzelfde moment ook een oorlog. Kroatië had zich een jaar eerder al onafhankelijk verklaard van Joegoslavie, samen met Slovenië. Het Joegoslavische leger accepteerde die onafhankelijkheid niet, aangezien dat eigenlijk een groot Servië in zijn hoofd had zitten als einddoel. Als alle landen zich gingen opsplitsen zou dat natuurlijk nooit gaan lukken. En dus startten zij een oorlog, die uiteindelijk pas na vier jaar bloedvergieten met behulp van de Verenigde Naties werd beëindigd. Ook al zijn de oorlogen in het voormalige Joegoslavië inmiddels beëindigd, dat wil nog niet zeggen dat de spanningen tussen de diverse bevolkingsgroepen ook zijn opgelost.
beladen
Omdat de oorlog in Bosnië & Herzegovina nog zo nadreunt, voelt het beladen om hier te rijden. In Kroatië voelde de Balkanoorlog juist als iets van een ver verleden, waardoor ik er daar minder over nadacht – ook al is de oorlog natuurlijk pas heel recent beëindigd en zitten alle horrorbeelden uit de media nog vers in mijn geheugen. Ik wil echter geen mening (en dus geen vooroordelen) hebben en unbiased deze roadtrip door de Balkan in te gaan, door met iedereen te praten die ik tegenkom – ongeacht zijn of haar afkomst.
De eerste deelrepubliek die we passeren in Bosnië & Herzegovina is de Republica Srbska, de Servische Republiek. Hier wonen de Bosnische Serviërs, de bevolkingsgroep die de etnische zuiveringen van Sbrenica en Sarajevo op haar geweten heeft. Tegelijkertijd is van de Bosnische Kroaten bekend dat zij juist weer getracht hebben om de Bosnische Serviërs uit hun gebied te zuiveren. Uiteindelijk hebben alledrie de bevolkingsgroepen vreselijke dingen op hun geweten. De Bosnische Serviërs hebben uiteindelijk wel de grootste zwarte piet toegespeeld gekregen, nadat er beelden van concentratie- en verkrachtingskampen opdoken in de media.
granaatgaten
Zonder echt in het Servische deel van het land te stoppen, rijden we in anderhalf uur door naar Mostar, één van de drie steden die samen met Sarajevo en Sbrenica ten tijde van de Balkanoorlog het meest gebombardeerd zijn. In Mostar speelde met name een conflict tussen de islamitische Bosniërs en de katholieke Kroaten – twee groepen die eerder nog bondgenoten waren in de strijd tegen de Bosnische Serviërs.
Al met al is er heel wat afgevochten in Mostar – en dat valt ook op wanneer je de stad binnenrijdt. Zo zitten veel flats en huizen nog altijd onder de granaatgaten. Blijkbaar heeft niemand in de achttien jaren nadat de oorlog eindigde de moeite genomen om die gaten dicht te smeren en/of het gebouw een verfje te geven. De economie is hier ongetwijfeld debet aan; deze heeft na de oorlog nooit echt in de lift gezeten, zoals wel het geval was bij bijvoorbeeld Kroatië. Vergeten doe je de oorlog op deze manier iin ieder geval niet, that’s for sure. Overal staan spookhuizen, die gebombardeerd en uitgebrand zijn tijdens de oorlog en dus niet meer bewoond (kunnen) worden. Deze spookhuizen zijn na de oorlog dus -om wat voor reden dan ook- nooit gesloopt en/of vervangen door nieuwe huizen. Treurig om zo lang in zo’n grote puinhoop te wonen, waarin alles je doet denken aan een tijd waar je eigenlijk helemaal niet meer aan wil terug denken.
tricky onderscheid
Mostar’s oude stad, inclusief haar befaamde (maar plat gebombardeerde) brug, is na de oorlog met geld van de Europese Unie wel opnieuw opgebouwd. Dat is zelfs geheel in oude stijl gebeurd, volgens de bouwregels en bouwmogelijkheden van de 16e eew. De herbouwde brug ziet er dan ook prachtig uit, maar probeert tegelijkertijd een perfect plaatje te creëren dat er eigenlijk niet is. Aan de ene kant van de rivier wonen katholieke Kroaten, aan de andere kant islamitische Bosniërs. Schijnbaar integreren de jongere generaties redelijk goed; de oudere generaties doen dat minder. Logisch ook, aangezien zij de oorlog en de nasleep ervan bewuster hebben meegemaakt.
Je kunt overigens aan de mensen zelf niet echt zien of ze Bosnisch, Servisch of Kroatisch zijn, dus een gesprek beginnen over de oorlog blijft er tricky. In Sarajevo schijnt dat anders te zijn; daar dragen alle Bosjnakken een hoofddoek, waardoor het onderscheid gelijk duidelijk is. Serviërs hebben over het algemeen een iets meer westers uiterlijk.
vooroordelen
In het restaurantje waar we lunchen, komen we in gesprek met wat locals die Servisch blijken te zijn. Ze spreken perfect Engels en zijn heel vriendelijk – wat ik eigenlijk niet verwacht, gezien de manier waarop zij in de oorlog in de media zijn gebracht. Helemáál zonder vooroordelen ben ik deze trip blijkbaar toch niet ingegaan, zoals ik mezelf beloofd had. Mooi dat mijn eerste vooroordeel gelijk ontkracht wordt: de eerste Servische Bosniër die ik tegenkom is oprecht aardig en heel open over de oorlog die er heeft gewoed. Opvallend is dat het in onze chit chat met deze volslagen onbekenden onmiddellijk gaat over de voormalige oorlog en de periode daarna, in plaats van over koetjes en kalfjes.
Eenmaal buiten het oude gedeelte van Mostar, voelt de stad grauw, grijs en niet onderhouden – net zoals veel andere Oost Europese steden. Het zijn dan ook vooral de granaatgaten in de muren die verraden dat het hier geen normale Oost Europese stad betreft. Later die middag rijden we door naar Sarajevo, een stad die drie jaar belegerd is geweest en het meest geleden heeft in de Balkanoorlog. We slapen er echter in een prachtig hotel, dat schuilgaat achter een (zo op het oog zeer doorsnee) woonhuis. We krijgen er een gratis upgrade en hebben uiteindelijk de meest luxueuze overnachting van de hele reis. Omdat ons zoontje Zev gaar is en nodig een keer op tijd naar bed moet, besluiten we niet uit eten te gaan maar eten af te halen bij een restaurantje om de hoek. Geheel in stijl met het hotel kom ik even later terug met biefstuk met pepersaus, vers brood en groenten. Afhaal XXL noem ik dat – iets wat ik nou juist in Sarajevo niet had verwacht. Goede hotels en restaurantjes heb je hier niet op elke hoek van de straat, maar ze zijn er dus wel degelijk.
tunnel van hoop
De oude stad van Sarajevo is tijdens de oorlog volledig plat gebombardeerd en na de oorlog opnieuw opgebouwd. Onder de stad is tijdens het beleg in 1993 in slechts drie maanden tijd een lange tunnel gegraven, die de bezette stad verbond met de buitenwereld. Via de tunnel werd behalve voedsel en oorlogsbenodigdheden ook humanitaire hulp verstrekt. Daarnaast konden mensen via die tunnel de bezette stad in en uit en kreeg al snel de bijnaam ‘Tunnel van Hoop’. Zonder die tunnel zaten de inwoners immers als ratten in de val. De tunnel bestaat nog steeds en is inmiddels voorzien van een museum, waarin wordt uitgelegd hoe de mensen in de oorlog overleefden. Terwijl ik de begeleidende teksten lees bij foto’s die er hangen, vergeet ik elke keer hoe kort geleden dit allemaal heeft plaatsgevonden. Het voelt daardoor bijna onwerkelijk. Was this really happenig in de periode dat ik op de universiteit studeerde en drie keer per week uitging? Ja dus.
In de oorlog zelf hebben we als Europeanen graag weggekeken of de consekwenties van zaken onderschat. Als staat hebben we gelukkig wel ingegrepen, met de inzet van het Nederlandse VN-bataljon Dutchbat. Hun taak was een veilige enclave te creëren voor Bosnjakken in Srebrenica, die door aanvallen van Bosnische Serviërs gevaar liepen. De inzet van Dutchbat heeft er echter niet toe geleid dat de Bosniërs ook echt veilig waren. Zo is inmiddels vastgesteld dat we als Nederland verantwoordelijk zijn voor de deportatie van ruim driehonderd moslimmannen na de val van de enclave. Deze mannen werden in 1995 door de Bosnische Serviërs weggevoerd van de compound van Dutchbat. De meeste van die mannen zijn daarna gedood. Dutchbat had moeten weten dat zij buiten de compound gevaar op genocide zouden lopen – en dus kleeft er vanuit Nederland altijd bloed aan dit land en diens oorlogsverleden.
rauw randje
Dat laatste helpt waarschijnlijk niet om Nederlandse toeristen happig te krijgen voor Bosnië & Herzegovina als vakantieland. Voor een makkelijk vakantiegevoel hoef je hier immers niet te komen. Het land heeft daarnaast geen stranden, pittoreske stadjes (behalve het kleine centrum van Mostar), feel good sfeer of hippe restaurantjes. Een vakantie naar dit land in combinatie met een bezoek aan Kroatië zou het echter wel heel goed kunnen passen – al is het maar om de geschiedenis van het land eer aan te doen en ervoor te zorgen dat het er economisch gezien weer bovenop komt.
Vooralsnog zijn we de enige Nederlanders die we in Bosnië & Herzegovina zien. Misschien is het nog te vroeg en is het rauwe randje dat eraan kleeft nog te heftig voor veel toeristen. Althans: te vroeg om er een goed gevoel aan over te houden – iets wat je zo graag wilt als je op vakantie bent. Misschien moeten we het omdraaien en het rauwe randje juist omarmen – zodat we het volgende keer anders aanpakken met zijn allen en de geschiedenis zichzelf niet continu herhaalt.
–
meer reisverhalen uit oost-europa
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Oost-Europa? Lees dan deze verhalen:
bulgarije, macedonië, albanië, roemenië e.a. – diefstal met een staartje
servië – onverwachts (zacht)aardig
–
reis je met me mee?
–