reisavontuur in grenada – 2019
Het Caribische (ei)land Grenada is één van de minder bekende toeristische eilanden in de Caribbean. Naast het feit dat het gewoon een heel chill eiland is met heel aardige bewoners. heeft het qua economie twee extra troeven in handen. De ene troef is het kruid nootmuskaat, dat goed is voor 24% van de export. De andere is chocola. Grenada is namelijk een van de weinige landen waar fantastische cacao groeit én een fabriek gevestigd is om die cacao te transformeren in de beste chocoladerepen ter wereld. In Grenada leer ik dan ook hoe choco-lade echt gemaakt wordt. Want net zoals een destilleerderij sterke drank produceert en een bierbrouwerij bier tot leven wekt, gaat er aan het maken van chocolade ook een heel proces vooraf. En laat dat proces nou vol leuke weetjes zitten.
kopje chocoladethee
Om met het eerste leuke weetje te beginnen: cacaobonen – zonder wie deze heerlijk zoete delicatessen nooit bestaan had – groeien niet aan de takken, noch aan de wortels van een cacaoplant. Ze groeien aan de zijkant van de stam, als een soort wratten die er niet horen. Het tweede leuke weetje: je kunt van cacao niet alleen chocolade en cacaoboter maken, maar ook cacaothee maken. Net als koffie gemaakt is van gemalen koffiebonen, is cacaothee gemaakt van gemalen cacaobonen. Het kopje chocoladethee klinkt overigens lekkerder dan het eruit ziet of proeft. Het proeft vooral als een bak slootwater: heel slappe koffie die eigenlijk nergens naar smaakt.
Terwijl de eilandbewoners waanzinnig goede chocolade produceren, eten ze die zelf vrijwel niet. Locals pakken zelden een reep om on the go iets lekkers te eten en zijn geen liefhebbers van chocolade-desserts. Ze zijn wél zoetekauwen, maar gebruiken daarvoor dan met name kokos- of gembertoffees, zoet brood en fruitcake met alcohol erin. Geen chocolade dus. Best bijzonder. Wel drinken veel locals cacao-thee en sommigen zelfs bier genaamd ‘Chocolate Mongoose’ – een biertje met een aroma van chocolade.
dansen & lopen op de bonen
Het productieproces van chocolade maken bestaat uit maar liefst acht stappen en duurt in totaal maar liefst zes weken. Dat proces begint met het oogsten c.q. plukken van de bonen, vervolgd door het drogen, fermenteren, roosteren, wannen, malen, raffineren, temperen en vormen ervan. Bij het drogen en polijsten van de bonen gebruiken werkers graag hun voeten, namelijk om te lopen en zelfs te dansen op de bonen. Beide dingen hebben een ander doel. ‘Walking the cacao’ is bedoeld om de bonen te drogen, ‘dansen op de cacao’ om de bonen met de voeten te polijsten.
Cacaobomen groeien op Grenada sinds 1714, toen de Fransen deze introduceerden op het eiland. Tot 1999 werden echter alle cacaobonen van Grenada geëxporteerd en verwerkt in het buitenland. Een oprecht geïnteresseerde man, genaamd Mott Green, organiseerde dat jaar een coöperatie van cacaoboeren en chocolademakers. Boeren zagen vanaf dat moment de waarde in van het maken van chocolade en cacaoproducten op hun eigen grasmat. Mott Green wordt vanaf dat moment beschouwd als de peetvader van de chocolade in Grenada.
‘tree to bar’-chocola
Verrassend genoeg is de waardering voor cacao niet altijd een prioriteit geweest in Grenada. Er was zelfs een man uit een ander land én een radicale mentaliteitswijziging voor nodig om het potentieel van Grenadiaanse cacao te ontdekken. En met resultaat: hoewel het goed is voor slechts 3,8% van de totale export van Grenada, is de chocolade van Grenada inmiddels internationaal bekroond en duidelijk een reden van trots voor het eiland. Het mooie van de chocolaproductie in Grenada is dat het (ei)land de gehele keten in handen heeft, van de productie van de bonen tot het verkopen van de verpakte plakken chocola. ‘Tree to bar’-chocolade noemt men dat. Voor de productie van een biologische reep chocolade is bijna letterlijk een heel dorp nodig. De cacaobonen groeien er voor de deur en de chocolade-fabriek is genesteld in weelderige cacaobossen in het ongerepte regenwoud van Grenada.
De vraag is daarbij natuurlijk al snel: wat is er zo bijzonder aan Grenada dat er zulke goede chocolade geproduceerd wordt. Deels zit hem dat in de randvoorwaarden die geografisch gezien goed ingevuld werden op het eiland. Net als bij het telen van druiven, is het produceren van goede cacaobonen een kwestie van klimaat, bodem en terrein. De bodem van Grenada is vulkanisch – en dus erg vruchtbaar. Chocolade pikt daarnaast de smaak op van alles wat er in de buurt groeit; in het geval van Grenada – bekend als ‘the spice of the Caribbean’ betekent dat nootmuskaat, foelie, saffraan, gember en kaneel. Veel chocolade wordt hier dan ook verrijkt met lokale kruiden.
kwaliteit versus kwantiteit
Daarnaast geldt het principe dat kwaliteit boven kwantiteit gaat. Chocolade wordt in Grenada dan ook verwerkt in kleine batches. Omdat het maken van chocolade in kleine hoeveelheden redelijk zeldzaam is, moest de coöperatie veel nieuwe verwerkingsmethoden creëren en gespecialiseerde, kleinschalige machines ontwerpen, die erop gericht zijn dat kwaliteit voorrang heeft op kwantiteit. In de wereld van het chocolade maken is dat behoorlijk bijzonder.
Door chocolade te produceren op de plek waar de cacao groeit, kan de coöperatie bovendien haar eigen fermentatie uitvoeren. Daarbij kunnen verse bonen worden gebruikt om de chocolade te maken in plaats van de bonen die halverwege de wereld zijn verscheept en die maanden of zelfs jaren oud kunnen zijn. Dat scheelt ongetwijfeld in smaak. Daarnaast wordt de cacao wordt volledig natuurlijk verbouwd zonder het gebruik van chemische pesticiden, herbiciden of meststoffen. Het is al met al dus geen toeval of lucky shot dat de chocolade hier internationale prijzen heeft gewonnen.
win win-situatie
Inmiddels zijn er in Grenada maar liefst vijf verschillende chocoladefabrieken die het ‘tree to bar’-principe hanteren. De coöperatie van de trendsetter, The Grenada Chocolate Factory, heeft inmiddels ruim tweehonderd hectare aan biologische cacaoboerderijen. Door de komst van deze coöperatie worden boeren gelukkig eerlijk beloond voor hun harde werk. Het principe dat de cacaoboeren even veel moeten profiteren als de chocolademakers staat daarbij voorop. Zo krijgen de boeren per pond 65 procent méér voor de bonen dan de lokale prijs die geldt voor de cacaobonen. Daarnaast zijn veel van de machines opnieuw geconfigureerd om te worden aangedreven door zonne-energie – behoorlijk vooruitstrevend wat mij betreft.
Al met al klinkt de chocolade-productie in Grenada als een perfecte en duurzame win-win, zoals je ze helaas maar zelden ziet. Niet voor niets hebben we in Nederland Tony Chocoloney, die als streven heeft de chocolade-industrie slaafvrij te maken. Vooralsnog blijkt dat op grote schaal lastiger dan gedacht. Niet in Grenada, zo blijkt. Om te vieren dat slaafvrije chocolade op dit mooie eiland wel degelijk lijkt te bestaan, pak ik er dan maar een lekkere plak (lokale) chocolade bij. Soms moet je jezelf even iets gunnen. Bovendien schijnt chocolade veel antioxidanten te bevatten en goed te zijn tegen geheugenverlies en een hoog cholesterolgehalte. In mijn hoofd zing ik het liedje ‘Sweet like chocolate’ van Shanks & Bigfoot. I say yes to that.
–
meer reisverhalen uit midden-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Midden-Amerika? Lees dan deze verhalen:
belize, honduras, panama e.a. – risky business
caribbean – over een andere boeg
costa rica – wildlife op elke straathoek
cuba & maleisië – een beetje dom
dominicaanse republiek – cabana business
dominicaanse republiek & indonesië – vergeten oorlog
el salvador & nicaragua – oorlog met eierdozen
guatemala – full moon latino style
guatemala & honduras – alles komt goed
mexico & guatemala – zesde zintuig
mexico e.a. – springlevende doden
saint kitts & nevis – orkaangeweld
sint maarten, aruba, curacao – dubbele nationaliteit
trinidad & tobago, suriname, venezuela – vliegtuig boycot
trinidad & tobago venezuela – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–