reisavontuur in india – 2005
Er zijn maar weinig plaatsen in de wereld waar je onvoorbereid en out of the blue een lezing kunt bijwonen van de Dalai Lama. Dharamshala, een bergachtig dorp in Noordwest-India, is het één van die plaatsen. Het is namelijk de woonplaats van de Holy Dalai Lama himself – en dus organiseert hij hier regelmatig lezingen voor zijn eigen monniken. Zo ook op het moment dat ik er verblijf. Mits je jezelf registreert als bezoeker en een radiootje bemachtigt om live de Engelse vertaling van zijn lezing te kunnen horen, is het mogelijk om als toerist deze lezing bij te wonen. Dat laat ik mezelf natuurlijk niet twee keer zeggen.
fascinatie
Mijn fascinatie voor de Dalai Lama ontstaat een maand eerder, wanneer ik in Noordoost-India de provincie Sikkim bezoek. Sikkim grenst aan China, Nepal en Bhutan; vanwege veiligheidsredenen heb je een apart visum nodig om de boeddhistische provincie in te mogen. Sikkim doet op veel vlakken meer denken aan Nepal of Tibet, dan aan India. Eenmaal met mijn innerstate visum op zak, reis ik vanuit de provinciehoofdstad Gangtok direct door naar Rumtek, bekend vanwege het enorme boeddhistische klooster dat er staat. Je kunt er gelukkig ook slapen als niet-monnik en krijgt er ondertussen een interessant beeld van het leven dat de monniken er leiden.
Dat leven is behoorlijk spartaans, zo ondervind ik al snel. Hun dagen beginnen en eindigen vroeg: om half vier ’s nachts staan zij op en half tien ’s avonds slapen zij. Dat slapen doen zij de eerste negen jaar volgens de regels op een houten bank, die maar één meter lang is. Zij mogen daarbij alleen op hun rechterzij liggen en zich dus niet omdraaien gedurende de nacht – een behoorlijke uitdaging, die volgens de tradities en het boeddhistische geloof goed zou zijn voor je ziel wanneer je als monnik dood gaat. Privacy is in het klooster verboden – en dus is het voor de monniken vanzelfsprekend dat zij met honderden in één ruimte slapen. Omkleden voor het slapengaan is er niet bij: zij houden tijdens het slapen gewoon hun pij aan.
kloosters In gevecht
Er wordt gedurende de dag veel gemediteerd, gechant en in de heilige boeken gelezen. Het chanten – dat klinkt als het geluid van een Australische didgeridoo – is een kunst op zich, die elke monnik moet leren. Daar heeft een klooster zo zijn methoden voor. Bijvoorbeeld door een stuk rauw vlees aan een stuk touw te binden, dat in de keel van een monnik te duwen en er weer uit te trekken. Of door totale uitputting op te zoeken, want ook dat leidt blijkbaar tot een ‘mooie’ zangstem. Jaloers op het leven van een boeddhistische monnik hoef ik duidelijk niet te zijn.
Ik ontmoet die avond een Franse dame, die zojuist besloten heeft om voor drie jaar in retreat te gaan – waarbij ze zich laat opsluiten in het klooster zonder contact met de buitenwereld. Drie jaar lang neemt ze de tijd om te mediteren, boeken te lezen over het boeddhisme en instrumenten te bespelen die daarbij horen. Ze vertelt ons dat verschillende kloosters in de omgeving op dit moment met elkaar in discussie zijn over de vraag wie de reïncarnatie van een bepaalde hooggeplaatste lama is. Dat is dus blijkbaar niet zo eenduidig als je zou verwachten. Het kan daarnaast (blijkbaar) heel veel gedoe veroorzaken tussen de – in mijn ogen altijd zo rustige en vreedzame – monniken, die hun leven volledig wijden aan hun religie.
spirituele leraar
Het boeddhisme is overigens geen godsdienst, maar een religieuze levenswijze. Boeddhisten geloven namelijk niet in een god, maar in de leer van Boeddha – wat ‘de Verlichte’ betekent. Deze naam werd aan Siddharta Gautama gegeven, in India geboren als de zoon van een koning. Hoewel hij in materieel opzicht alles had, voelde hij zich leeg en ongelukkig van binnen. Hij trok zich uiteindelijk in eenzaamheid terug, op zoek naar een manier om gelukkig te worden en te blijven. Toen hem dat uiteindelijk lukte, was hij verlicht en leerde vervolgens anderen het pad naar blijvend geluk. Toen hij op zijn tachtigste stierf, liet hij een uitgebreide en complete leer na, die zo’n 2.500 jaar later nog altijd de basis is voor het boeddhisme.
Binnen de leer van het boeddhisme speelt de Dalai Lama een grote rol. Die naam is een verbastering van het Mongoolse Dalai (oceaan) en Tibetaanse Lama (goeroe of leraar) – vrij vertaald dus ‘oceaan der wijsheid’ ofwel ‘spirituele leraar’. In de veertiende eeuw werd de eerste Dalai Lama geboren als hoofd van het grootste klooster van Tibet. Vanaf die tijd wordt elke Dalai Lama beschouwd als de reïncarnatie van de vorige – en daarmee gezien als de spiritueel en politiek leider van het boeddhisme.
gevonden worden
Je wordt als Dalai Lama overigens niet gekozen (via een verkiezing), maar gevonden. Als Dalai Lama heb je namelijk de macht om zelf te kiezen in welk lichaam je reïncarneert na je dood. Het is na zijn dood de verantwoordelijkheid van de Hoge Lama’s en de Tibetaanse regering om de zoektocht naar de herboren Dalai Lama te starten en deze zo snel mogelijk te vinden. Dit proces kan echter jaren duren. Zo duurde het vier jaar om de huidige (veertiende) Dalai Lama te vinden, Tensin Gyatso. Hij is inmiddels ruim in de tachtig en heeft aangegeven dat de kans bestaat dat er geen volgende Dalai Lama meer zal komen. Mocht hij wél reïncarneren, dan zal dat waarschijnlijk in een land zijn dat niet onder Chinese heerschappij valt – zoals tot nu toe wel het geval was. Elke Dalai Lama tot dusver komt immers uit Tibet, een land dat geclaimd wordt door de Chinezen en de Dalai Lama niet erkent als leider.
Startpunt van deze zoektocht kan een visie of droom van één van de Hoge Lama’s zijn. Ook wordt er op het moment dat de Dalai Lama wordt gecremeerd gekeken naar de richting van de rook, om te bepalen in welke richting de wedergeboorte moet worden gezocht. Tijdens het mediteren kan ook een visioen of indicatie van de zoekrichting opgeroepen worden. Wanneer deze visies zijn opgevolgd en er een kind blijkt te zijn gevonden van wie het vermoeden bestaat dat hij de reïncarnatie is van de Dalai Lama, volgt een aantal testen om te garanderen dat hij ook echt de wedergeboorte is. Zo is er een geheime reeks criteria waarop het kind wordt beoordeeld.
reïncarnatie
Daarnaast worden er een aantal items gepresenteerd, om te zien of de jongen kan selecteren welke daarvan toebehoorden aan de vorige Dalai Lama. Is er maar één jongen gevonden, dan bevestigen de Hoge Lama’s hun bevindingen met vooraanstaande figuren en rapporteren daarna aan de centrale regering. Zijn er meerdere jongens gevonden, dan wordt een openbaar lot getrokken door ambtenaren en monniken om te bepalen wie de ware reïncarnatie is. De jongen en zijn familie worden vervolgens naar Lhasa gebracht, waar hij kennis die in vorige levens is verzameld opnieuw interneerd, ter voorbereiding op het spiritueel leiderschap.
Het is echter niet alleen de Dalai Lama die reïncarneert; dat geldt ook voor andere belangrijke lama’s. Over de reïncarnatie van één van die lama’s is momenteel dus een strijd aan de gang in Rumtek. Zo geloven sommigen dat de uitverkoren reïncarnatie van de lama in Frankrijk woont. Hij is inmiddels zeventien jaar oud; de buitenwereld weet al sinds zijn vierde levensjaar dat hij de reïncarnatie is van de bewuste lama. Net als bij de Dalai Lama laat elke lama bij zijn dood een boodschap achter, waarmee kan worden achterhaald wie de reïncarnatie van de lama wordt. Dit keer leidden die boodschappen naar een vierjarig kind in Frankrijk. Die slaagde er vervolgens in om de herkenningstesten goed te doorstaan. Schijnbaar begon de vierjarige jongen te huilen van vreugde op het moment dat hij werd aangewezen en riep daarbij ‘I am your teacher!’. Hij wist al vanaf zijn geboorte dat hij deze rol zou gaan vervullen.
ruzie overkomt zelfs de besten
Ik was er uiteraard zelf niet bij om te verifiëren of het ook echt zo is gegaan, dat mag duidelijk zijn. Dat is dan ook een kwestie van geloof – net als in elke religie.Hoe het ook zij: deze jongen is inmiddels de spirituele leraar van de dame die we spreken. Dat hij pas zeventien is en zij al ruim in de vijftig maakt daarbij niet uit. Er is inmiddels echter sprake van een vete tussen de verschillende kloosters in Rumtek. Niet iedereen is het namelijk eens met de keuze voor deze reïncarnatie en de spanningen zijn inmiddels zo hoog opgelopen dat de monniken uit de verschillende kloosters niet meer met elkaar spreken. Zo blijkt maar weer dat ruzie de besten kan overkomen – zelfs de (bijna verlichte) boeddhistische monniken uit Rumtek.
Een maand later ben ik in Dharamshala, de woonplaats van de Dalai Lama in Noordwest-India. Omdat hij verbannen is uit Tibet, woont hij inmiddels hier. Ik heb mazzel: op de dag waarop ik eigenlijk zou vertrekken blijkt er een lezing te zijn van de Dalai Lama. Die lezing is eigenlijk primair bestemd voor zijn eigen monniken en wordt daarom in het Hindi gegeven. Buitenstaanders zijn echter welkom, mits zij zich van tevoren inschrijven bij het Tibetaans bureau in het dorp. Voor vijf roepies – omgerekend een halve euro – mag je his Holiness zes uur lang aanschouwen tijdens een college over suffering & empowerment. Ik stel mijn vertrek een dag uit en ga op zoek naar een radiootje, waarmee ik de (gebrekkige) Engelse vertaling van de teksten van de Dalai Lama hoop te kunnen volgen. De lezingen worden door een lokaal radiostation namelijk live vertaald in het Engels, voor leken zoals ik.
Wanneer we de volgende ochtend om half zeven voor het klooster staan, na een half uur in de taxi, blijkt dat de lezing pas veel later begint. Hoe laat, dat weet niemand. Bij navraag onder tien personen geven zeven mensen ieder een verschillend antwoord en drie hetzelfde. Dat laatste tijdstip, half één ’s middags, zal dan wel kloppen. Het betekent dat we vijf uur te vroeg zijn. Ik heb zin om nog even mijn bed in te duiken en neem een taxi terug. Eenmaal terug in Dharamshala, ga ik in de chill op het dakterras van mijn hostel. Dharamshala ligt in een bergachtig gebied en het uitzicht op de heuvels eromheen is prachtig.
pretogen
Tegen de tijd dat ik die middag terug ben bij het klooster, is his holiness net een paar minuten bezig. Een lieve mevrouw leent me een stuk van haar matje, zodat ik niet op de ijskoude vloer hoef te zitten. Met de Dalai Lama op nog geen dertig meter afstand, voelt het ondanks de temperatuur als een heel warm en intiem gebeuren. Het feit dat hij vrij klein is en een beetje gebogen staat, zorgt ervoor dat hij er breekbaar uitziet. Tegelijkertijd lacht hij veel en heeft hij ondanks zijn leeftijd nog echte pretogen. Bij iedere grap lachen de monniken met hem mee – en worden de monniken die per ongeluk in slaap gesukkeld waren spontaan weer wakker geschut.
Voor mij als leek zijn de grappen lastig te volgen. Een vertaalde grap is daarnaast nooit zo goed als een grap in de originele taal. Met mijn oortje in kan ik de lezing verder redelijk volgen. Ik ben zelf echter geen praktiserend boeddhist – en dus niet thuis in de bijbehorende terminologie. Daar komt bij dat een live-vertaling van Hindi naar Engels standaard minder goed overkomt dan een lezing in de originele taal. Zo lijkt er in de tekst van de tolk veel herhaling te zitten – ongetwijfeld omdat bepaalde finesses verloren gaan in de vertaling naar het Engels. En dan valt de zender van het radiootje ook nog af en toe weg, waardoor ik de helft van de tijd druk ben met het zoeken van de exacte radiofrequentie. Het is na de lezing dan ook niet zo dat ik opeens een expert ben in het boeddhisme en in suffering & empowerment. Helaas.
groot gemis
Als ik dat zou willen worden, had ik monnik moeten worden – en dat is nou net geen leven waar ik blij van zou worden. Dat geldt overigens niet alleen voor mij. Zo is er een paar jaar terug een jongen in opspraak geraakt, nadat die uitverkoren was als reïncarnatie van een belangrijke lama. Hij heeft er uiteindelijk voor gekozen om het klooster vaarwel te zeggen, omdat het niet is hoe hij zijn leven wil leiden. In plaats van een kloosterleven te leiden, draagt Osel Hita Torres inmiddels een baggy broek en lang haar en heeft hij eerder de neiging om Jimi Hendrix dan Boeddha te citeren.
Toen hij veertien maanden oud was, brachten zijn ouders hem van Granada naar Dharamshala om te kijken of hij (zoals zij vermoedden) de reïncarnatie was van de lama Tenzin Osel Rinpoche. Dat bleek zo te zijn – en dus zat hij even later op een troon ergens in een klooster in Zuid-India, ver weg van zijn familie in Spanje. Hij heeft zijn jeugd vervolgens gewijd aan het boeddhisme – zonder televisie, voetbal of meisjes om zich heen, wat hij achteraf gezien als een groot gemis heeft ervaren. Tot zijn achttiende had hij nooit stelletjes zien kussen. Zijn eerste disco-ervaring was een schok, want ‘wat deden al die mensen daar, stuiterend en aan elkaar geplakt, ingesloten in een doos vol rook’. Inmiddels heeft hij India en het boeddhistische monnikenleven verlaten; hij is naar Madrid verhuisd en heeft daar filmwetenschappen gestudeerd. De boeddhistische orde, die hem tot goeroe heeft verheven, heeft hij duidelijk veroordeeld. Zo kan het dus ook gaan.
ohm op mijn rug
Eenmaal terug in het centrum van Dharamshala, passeer ik een tatoeageshop waar een Japans meisje werkt dat mijn Israëlische vriend Yan blijkt te kennen. Ik beslis ter plekke dat het tijd is voor een blijvende herinnering aan India. Omdat ik dat wel erg impulsief van mezelf vind, besluit ik mezelf tot morgenochtend te geven om erover na te denken. Wat ik erop wil laten zetten weet ik al: het symbool Ohm. Allereerst is Ohm een mantra, die gebruikt wordt in het boeddhisme, hindoeïsme en sikhisme. Wanneer je deze mantra heel lang achter elkaar zegt, kom je vanzelf in hogere sferen en ervaar je vanzelf een status van ultieme innerlijke rust. Zonder drugs of alcohol; gewoon vanuit jezelf. Hoe mooi is dat. Ohm is in zowel het hindoeïsme als het boeddhisme bovendien het meest belangrijke spirituele symbool, dat verwijst naar de ziel, de ultieme waarheid en de realiteit van het universum. Alles dus; lekker theatraal. Duidelijk, maar tegelijkertijd een beetje mysterieus, door de diepere lagen die erin zitten. Daar houd ik van.
Het symbool Ohm dat ik op mijn rug wil laten zetten bestaat uit drie delen. Het eerste is er een vorm die lijkt op het cijfer drie en staat voor de creatie, instandhouding en verwoesting van het universum. Daarboven loopt een halve maan, die de menselijke geest weerspiegelt. Bovenaan in het symbool staat een stip, die staat voor Brahman: de overkoepeling van de 33 miljoen (!) verschillende goden die binnen het hindoeïsme bestaan. In zijn totaliteit staat Ohm symbool voor de cyclus van het leven, waarbij je steeds opnieuw geboren wordt. De kwaliteit van je hergeboorte hangt daarbij af van het karma dat je opgebouwd hebt in je vorige leven. Door je goed te gedragen in dit leven, zul je in een volgend leven dus nóg gelukkiger zijn. Dat laatste vind ik een mooi uitgangspunt.
langs de astroloog
De volgende ochtend weet ik het zeker: dit is het perfecte moment om mijn tatoeage te laten zetten. Ik ben supergelukkig met mijn leven én mezelf, vindt Dharamshala een mooie en spirituele plaats en ben ervan overtuigd dat dit symbool bij mij hoort. Een paar uur later heb ik opeens Ohm op mijn onderrug staan. Zo makkelijk kan het gaan. Ik zie hem niet in de spiegel, maar hij zit er wel – en dat voelt goed. Die middag staan Yan en ik met onze rugzak op onze rug te wachten bij de bushalte. Na heel wat wachten blijkt dat de bus van vijf uur naar Manali niet gaat vandaag. Een reden is er niet. Hij gaat gewoon niet. Punt. Wel gaat er later vanavond een lokale bus vanaf een dorp verderop – en dus besluiten we die te pakken en tot die tijd terug te gaan naar Dharamshala.
Daar loop ik per toeval langs een astroloog, die graag mijn horoscoop wil trekken zodat hij mij een aantal belangrijke dingen over mijn toekomst kan vertellen. Hij schijnt een goeroe te zijn in Europa, maar vertelt veel dingen die relatief makkelijk te voorspellen zijn wanneer je weet dat ik qua sterrenbeeld een Tweelingen ben en je mij een uurtje bezig hebt gezien – zoals deze man. Tuurlijk: ik doe veel dingen tegelijkertijd en ervaar daarin een constante strijd tussen spiritualiteit en materialisme. Qua werk vind ik het inderdaad een struggle om te kiezen tussen een baan die veel geld oplevert en een baan die de creatieve kant in mij naar boven brengt. Zijn analyses kloppen als een bus, maar zijn tegelijkertijd makkelijk te voorspellen. Dit zijn immers issues waar de meeste reizigers in India mee worstelen.
we zijn binnen
Na mijn bezoek aan deze man weet ik dat als het zo is dat ik kinderen ambieer, het eerste kind een jongen zal zijn en ik tot die tijd moet oppassen voor een miskraam. Beide voorspellingen zijn overigens uitgekomen: ik heb inmiddels een zoon en heb voor die tijd een miskraam gehad. Mijn liefdesleven zal volgens de astroloog altijd onrustig blijven, net als de relatie met mijn vader. Als ik dat zelf graag wil, krijg ik echter wel een lange termijnrelatie met iemand. Ook deze voorspellingen zijn uitgekomen. Wanneer de astroloog mijn chakra’s checkt door handoplegging, voel ik onmiddellijk heel veel warmte van zijn handen. Hij merkt direct dat de energie niet goed vloeit en gestopt wordt in mijn onderrug, net boven mijn billen. Hij heeft met geen mogelijkheid mijn tatouage kunnen zien; er zaten kleren overheen. Toeval of niet?
Al met al genoeg food for thought om mee de bus in te nemen. Gelukkig geeft de astroloog niets aan over doodgaan op korte termijn – wat ik dan maar opvat als een groen licht om vanavond te gaan. De bus arriveert uiteindelijk een uur later dan gepland – het was handig geweest als de astroloog dat even had verteld. De bus wordt zo vol gestampt dat er werkelijk niemand meer ingeduwd kan worden zonder dat er aan de andere kant iemand uitvalt. En toch moeten we mee. We gooien, duwen en trekken ons een weg naar binnen en belanden uiteindelijk halverwege het trappetje bij de achterste deur. We zijn binnen.
dromen zijn bedrg
Tijd om lekker in te dutten is er pas later, wanneer we ook een zitplaats hebben. In mijn droom ben ik door de monniken van de Dalai Lama overgehaald om in het klooster te blijven en daar dagelijks naar his Holiness te luisteren. Ik slaap op een plank van één meter lang; het is verboden om me om te draaien. In mijn droom realiseer ik me dat ik de komende negen jaar dit leven zal moeten leiden en raak bijna in paniek van dat idee. Tegen de tijd dat ik wakker word van mijn stijve rug en eentonige zithouding, ben ik méér dan blij dat het slechts een droom was en ik in realiteit in een rammelende, overvolle bus in India zit, op weg naar Manali. Godzijdank. Ik denk opeens aan de Franse dame in Rumtek, die inmiddels voor drie jaar het klooster heeft betreden. En aan die arme Franse jongen, die geselecteerd is om lama te worden. Voor hen is die helse droom van mij een zeer reële toekomst. Eén ding is zeker: zij liever dan ik.
–
meer reisverhalen in zuid-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
bangladesh – beroemd zijn is vreselijk
bangladesh, china, indonesië, india – fast fashion victim
bhutan – bruto nationaal geluk
bhutan, india, china, indonesie, mexico – springlevende doden
india – baden in miljoenen poepkolonies
india – dessert talk: stargazen
india – indian style wintersport
india – upside down: paragliden – poging I
india – wat je niet ziet, is er niet
sri lanka, india e.a. – visaperikelen
–
reis je met me mee?
–