reisverhaal in mexico & guatemala – 2004
Mexico is een land dat bij veel mensen tot de verbeelding spreekt. En terecht, want het is een kleurrijk land, met mooie rituelen en soms lastige gebruiksaanwijzingen. Het land is berucht vanwege de criminaliteit in het land en de vele gevaren die je loopt als reiziger. Echter: van drugskartels merk je als reiziger als het goed is helemaal niets. En alle waarschuwingen ten spijt, doe ik in Mexico de meeste dingen aan de hand van mijn zesde zintuig. Natuurlijk moet je heel goed opletten, maar Mexico is wel het allerleukst als je kunt vertrouwen op je gutfeeling, gelooft dat er in Mexico vooral ook heel veel goede mensen rondlopen en dat zij heel goed weten hoe je het beste uit het land haalt.
taxipraktijken
Mijn trip door Mexico begint in de hoofdstad, Mexico Stad. Ooit de grootste stad ter wereld maar die positie hebben ze moeten afstaan aan de Chinezen sinds die explosief gingen bouwen. De hoofdstad is befaamd vanwege haar taxipraktijken. Zo kun je in de stad eigenlijk nooit zomaar een taxi instappen zonder dat iemand je daarbij begeleid en het taxinummer wordt opgeschreven door die persoon – zodat de taxichauffeur weet dat hij geen gekke dingen met je moet uithalen. Ik reis echter alleen en dus is er niet altijd iemand om dat voor je te doen.
Gelukkig tref ik op de airport gelijk de eerste aardige local die me helpt om in het Spaans een hotel en taxi te vinden. Die taxi brengt me gelijk zonder gedoe of gezijk naar het hotel, dat helemaal prima blijkt te zijn. So far so good. Niks geen afzetterij of niet-chille taxipraktijken; chill as can be. Mexico by day blijkt de volgende morgen net zo relaxt te zijn als by night. Het historische centrum is prachtig, de locals zijn aardig, de sfeer is fijn en de stad voelt relatief veilig. Mexico Stad is bovendien (geheel onverwachts) een stuk schoner dan de gemiddelde Europese hoofdstad. Het is bijna niet te bevatten dat er twintig miljoen mensen in deze stad wonen.
vooroordelen
De dag erna neem ik overdag de bus naar Taxco, de stad waar al het zilver van Mexico vandaan komt. Een heel schattig stadje, gebouwd op een heuvel en dus met allerlei leuke kleine straatjes die nergens uitkomen. Heel even voel ik me een beetje onveilig, als ik bij een mijn aankom die in de middle of nowhere ligt en waar alleen twee Mexicaanse mannen van het ruwe type voor me staan. Maar het blijken slechts mijn vooroordelen te zijn die me in de weg staan want met de twee mannen is niets mis. Ik rijd die avond met een local mee terug naar Mexico City. Hij gaat zijn vriendin ophalen bij de luchthaven en dus kan ik een lift krijgen. Ik geloof in mijn sixth sense – en dus stap ik in. Gelukkig blijkt mijn zesde zintuig prima te functioneren en sta ik een paar later weer in Mexico City, waar de smogwalm en de files me herinneren aan het feit dat dit een miljoenenstad is.
Ik neem de metro terug naar mijn hostel. Een prima vervoermiddel want elke twee minuten komt er eentje langs om in te stappen. Omdat ik zin heb om iets leuks te doen die avond, besluit ik de man op te bellen die mij op de airport geholpen heeft met het vinden van een hostel en taxi. Hij neemt gelijk op en trommelt vier vrienden op om die avond iets gezelligs te gaan doen. Hij is er zelf niet bij en dat maakt het wel een beetje apart. Zijn vriend Manuel klinkt echter aardig en mijn airport-vriend garandeert me dat ik hem kan vertrouwen – en dus neem ik uiteindelijk op goed geluk (en met mijn sixth sense in mijn pocket) een taxi naar Manuel’s huis. Mijn gutfeeling klopt gelukkig en ik heb uiteindelijk een superavond. Anders dan het prototype Mexicaan dat ik nog altijd in mijn hoofd heb zitten – dat bestaat uit een soort Don Juan-achtige dwerg, met donker haar en een sikje- zijn deze mannen vrij cosmopolitan. Manuel is zelfs bijna twee meter lang – zelfs voor Nederlandse begrippen een lange man. Al mijn vooroordelen worden gelukkig gelijk ontkracht.
taco snackbar
We drinken thuis een biertje en rijden dan naar de hippe wijk Condessa, vol met leuke restaurants waar Nederlandse tentjes nog een puntje aan kunnen zuigen. Vervolgens eten we om twee uur ’s nachts taco´s bij de beste taco-snackbar van Mexico City, het Mexicaanse equivalent van de Nederlandse friettent en de shoarmazaak. Taco’s smaken hier overigens totaal anders dan in Nederland en hebben geen knapperige maar slappe schelp. Ik ben zelf zo gewend aan het eten van nep-taco’s dat ik bijna boos ben als ik de slappe exemplaren op mijn bord zie. Ze blijken echter heerlijk te smaken en inderdaad een goede snack te zijn, zelfs om twee uur ’s nachts. Uiteindelijk brengt een van mijn nieuwe vrienden me terug naar mijn hotel. Eenmaal in bed, moet ik wel een beetje om mezelf lachen. Hoe raar is het dat ik zojuist een geweldig leuke nacht heb gehad met vier onbekenden, met als enige reden dat zij bevriend zijn met een man die ik een half uur lang gesproken heb op de luchthaven. Dit heeft zo moeten zijn.
De volgende dag neem ik de bus naar Teaohuacan, een busrit van een uur. Hier zijn tweeduizend jaar geleden enorme piramides gebouwd door de Maya’s, die bijna net zo imponerend zijn als die van de Egyptenaren in Egypte. Ze staan echter tussen de cactussen, in plaats van in de woestijn. Na een halve dag rondwandelen, neem ik de bus terug naar Mexico City en vanaf daar een metro naar de prachtige buitenwijk San Angel. Struinend over de pittoreske klinkertjes is het lastig te beseffen dat ik nog steeds in een miljoenenstad zit.
lucky me (of toch niet?)
Die avond heb ik nog een keer afgesproken met mijn Mexicaanse vrienden. Helaas verwar ik daarbij de Angel of Independance met het Monument de Revolucion – en dus sta ik uiteindelijk een kwartier te laat bij de verkeerde plaats te wachten. Uiteraard begint het op dat moment ook nog heel hard te regenen. Het is inmiddels donker en voel me opeens heel kwetsbaar. Ik besluit Manuel te bellen met de telefoon van een toevallige voorbijganger. Hij neemt gelukkig op en en staat even later voor mijn neus met een taxi. I’m a lucky girl. Eenmaal in een restaurant blijkt echter dat Manuel de rest van zijn vrienden niet heeft gevraagd om mee te komen – uiteraard in de hoop op iets meer dan alleen een etentje met mij samen. Gelukkig voel ik absoluut geen opdringerigheid van zijn kant. Het idee een hele avond met alleen hem door te brengen vind ik echter niet zo relaxt – ook al is hij nog zo aardig. Ik wil gewoon niet de indruk wekken dat ik méér wil dan samen eten. Voor nu zit ik echter hier in een geweldig restaurant met hem – en dus zit er niet heel veel meer op dan daarvan te genieten.
Ik word die avond door Manuel en de chefkok geïntroduceerd in de luxe Mexicaanse keuken – eentje die ik van huis uit niet ken. Het meest opvallend daarbij zijn de bakken met groenvoer, die we voorzien van limoen en chillypeper als appetizer voorgeschoteld krijgen. Heel gezond en minstens zo lekker. Op de achtergrond speelt een local op een valse synthesizer hele slechte Mexicaanse smartlappen. Samen met het kitchy decor, de honderden flikkerende lichtjes en mijn ambigue gezelschap is het een verwarrende combinatie. Ergens heb ik het helemaal naar mijn zin, aan de andere kant voel ik me niet op mijn gemak.
galant en charmant
Na een paar uur tafelen, verzin ik dan ook dat ik hoofdpijn heb en naar huis wil. Manuel blijft gelukkig de leuke man die hij tot nu toe is geweest en pijnst er dan ook niet over om me alleen in de taxi naar huis te laten gaan. Hij houdt dus gewoon -net als de andere keren- de deur voor mij open en rijdt mee met de taxi, die me naar mijn hotel toe brengt. Ik zeg hem uiteindelijk gedag met een kus op de wang en ga dan lekker slapen. Mexicanen blijven galant en charmant, ten alle tijden. Althans, Manuel dan. Ik hoop dat hij representatief is voor de meeste Mexicanen.
De volgende dag pak ik mijn spullen in en vertrek naar het strand van Zipolite, waar ik een aantal heerlijke relaxte dagen heb. Daarna is mijn batterij weer opgeladen en vertrek ik met een luxe nachtbus naar San Christobal de las Casas, een plaatsje in het oosten van Mexico. Een luxe bus gaat hier in Midden Amerika vrijwel standaard gepaard met een airco die op standje vriesvak staat – en dus vernikkel ik urenlang in de veel te koude bus, tot ik bij een tussenstop eindelijk een fleecedeken, muts en trui uit mijn tas kan halen. En dat noemen ze dan luxe. Geef mij in de nacht maar gewoon een simpele bus, zonder airco.
indianenverhalen
De Australiër die naast me in de bus zit, reist net als ik alleen en stelt voor om naar hetzelfde hostel toe te gaan. Met zijn net iets te wijde tanktop, dat daarmee al zijn borsthaar ten toon spreid, is hij een typisch Australische verschijning. Alleen is echter ook maar alleen – en dus nemen we bij aankomst in San Christobal na twaalf uur koukleumen samen een taxi naar het hostel. Gelukkig hebben ze nog precies twee kamers beschikbaar, zodat een kamer delen niet nodig is.
San Christobal blijkt een leuk stadje te zijn, midden in de bergen. Er wonen veel inheemse Indianen omheen, in zeer kleurrijke dorpjes. Overigens mag je de naam ‘Indiaan’ hier eigenlijk niet gebruiken. De oorspronkelijke bevolking werd door de Spanjaarden zo genoemd toen zij het land innamen, omdat zij het idee hadden in India aanbeland te zijn – en de mensen dus maar Indianen noemden. Dat ze niet India maar een nieuw continent ontdekt hadden, bedachten ze pas veel later. Tegen die tijd was de naam al zo ingeburgerd dat deze door westerlingen nooit meer is aangepast – tot grote frustratie van de Indianen zelf.
dorpsheld
Eenmaal in ons hostel, ben ik al snel een beetje klaar met de Aussie die aan mijn laars hangt en me zelfs lichtelijk achterna loopt. Jammer genoeg reizen hier maar weinig mensen (en zeker meisjes) alleen – en dus moet ik het er maar mee doen. Om wat lucht te krijgen, besluit ik die dag in mijn eentje op pad te gaan in de Chiapas-regio, waar San Christobal onderdeel van uit maakt. Ik ontdek een aantal leuke dorpjes in de omgeving, die allemaal een unieke manier van leven blijken te hebben. Zo zijn de locals in het dorp Chamula weliswaar katholiek –net als in heel Mexico- maar dan wel op een heel eigen manier. Zo geloven zij dat Johannes de Doper degene is die Jezus gedoopt heeft – en dus superieur is aan Jezus. Iedereen die dit niet kan geloven, moet het dorp verlaten. Dit is immers de basis voor het leven in Chamula.
De inwoners geloven niet in priesters, wél in representanten die om de kerk heen wonen. Wil je als local zo’n representant worden, dan laat je jezelf op een wachtlijst zetten. Je komt dan vanzelf aan de beurt – mits je voldoende geld hebt om kaarsen en godenbeelden aan te schaffen in huis én elke week de vloer te bedekken met nieuwe pijnboom-naalden. Dat zijn namelijk de twee eisen die aan een representant worden gesteld. Helaas kan niet iedereen dat hier betalen. Lukt dat echter wél en sta je op die wachtlijst, dan ben je na verloop van tijd aan de beurt om representant te worden. Daarmee ben je een maand lang de held van het dorp, samen met nog tien anderen.
colaprobleem
De kerk heeft in deze gemeenschap maar twee taken, namelijk het uitvoeren van het doopritueel en de bijbehorende ‘zuiveringen’. Dat zuiveren gebeurt met behulp van kippen, alcohol en cola. Zo kun je je lichaam volgens de locals zuiveren door boeren te laten; cola is daarvoor het uitgelezen middel. Aangezien Coca Cola volgens insiders van het dorp lekkerder boert dan Pepsi, heeft dat merk daarbij de voorkeur.
Cola wordt in de Chiapas regio overiens niet alleen gedronken bij speciale gelegenheden; de gemiddelde local drinkt hier per dag zo’n twaalf flesjes van het bruizende bruine spul leeg. Je ziet dan ook de hele dag Coca Cola- en Pepsi-wagens rondrijden, om flessen te brengen en weer op te halen. Ieder dorp heeft daarbij een contract met één van beide colamerken – en daarmee het alleenrecht op levering. Zelfs babies krijgen hier cola te drinken, in plaats van moedermelk. Alles in mij schreeuwt dat ik er wat van moet zeggen. Ik besef echter dat niemand zich daar iets van gaat aantrekken en ik houd daarom wijzelijk mijn mond.
spartelende kippen
Gelukkig is cola niet het enige middel om tot zuivering van het lichaam te komen. Kippen kunnen hier ook voor gebruikt worden – levende kippen wel te verstaan. Het zijn daarbij de medicijnmannen en –vrouwen in het dorp die dit ritueel uitvoeren. Zij dragen die gave over van generatie op generatie. Het liefst gebeurt dat van vader op zoon, maar bij gebrek daaraan kunnen ook dochters deze rol vervullen. De hele dag lopen zij rond in de kerk, met een spartelende kip in hun hand. Zuivering vindt plaats door de kip rond te draaien boven het hoofd van een local en deze daarna subiet de nek om te draaien. Deze is immers onrijn geworden door het absorberen van alle onzuiverheden en moet onmiddellijk verbrand worden.
In tegenstelling tot een kip, heeft een schaap het hier wél redelijk goed voor elkaar. Een schaap wordt in deze regio namelijk gezien als heilig dier – en dus mag men hier geen schapenvlees, -melk of -kaas eten. Wel mag de wol van het dier gebruikt worden. Scheren mag echter weer niet en dus kan het schaap alleen af en toe geknipt worden. Veel schapen lopen dan ook rond met kale plekken op hun wollige lijf. Overigens ontmoet ik geheel toevallig die avond een gast in mijn hostel die schapenscheerder is – en me dus alle ins & outs van het schapenscheren leert. Toeval bestaat niet.
apengeluiden
Die avond skip ik het dagelijkse rondje tequila-shots en duik vroeg mijn bed in. Het vriest hier echter ’s nachts en eenmaal in bed bedenk ik al snel dat ik die tequila wellicht beter wél kunnen nemen – al is het maar om makkelijker op te warmen onder de dekens. Ik val uiteindelijk gelukkig in slaap, maar moet er al vroeg uit om de bus te nemen richting Palenque, de plaats waar de meest bekende Mayaruïnes van Mexico liggen. Om zeven uur zit ik in de bus; een paar uur later sta ik midden in de jungle tussen gigantische tempels, die ruim 1.400 jaar geleden gebouwd zijn door de Maya’s.
De meeste tempels zijn volledig intact en zelfs nog altijd voorzien van inscripties en fresco’s, waardoor het voelt alsof ze er nog helemaal niet zo lang staan. Ik ben verbaasd hoe intact veel tempels nog zijn, onaangetast door natuurrampen zoals aardbevingen of orkanen – die toch relatief vaak plaatsvinden in deze regio van de wereld. Terwijl ik er loop, zie ik vrijwel geen andere toeristen en word ik vergezeld door vele apen om me heen. Ik verdwaal zelfs bijna, doordat ik het spoor even niet volg en daardoor te ver doorloop. Zonder hekken of geasfalteerde paden, is het hier buitengewoon gemakkelijk om buiten de lijntjes te kleuren. Hoe fijn en uniek is dat?
feestje bouwen
Eenmaal terug in San Christobal, maak ik me samen met de rest van het dorp op voor el Dia de la Indepencia, dé jaarlijkse feestdag van Mexico. De rest van Midden Amerika viert hun onafhankelijkheid de dag ervoor, op 15 september. Mexico is echter een dag later dan de andere landen bevrijd van de Spanjaarden – en dus wordt de onafhankelijkheid ook een dag later gevierd. In tegenstelling tot de Nederlandse Koningsdag, wordt de Mexicaanse nationale feestdag vooral ’s avonds gevierd. Net als in Nederland gaat dat gepaard met veel buitenactiviteiten en alcohol. Met ieder een fles wodka-jus of tequila gaan we dan ook die avond de straat op. De drank moeten we overigens wel in onze jas houden, want drinken op straat mag eigenlijk niet – net als in Nederland. Alle locals zijn in het groen-wit-rood gekleed en hebben Mexicaanse vlaggetjes op hun gezicht gekleurd.
Klokslag elf uur ’s avonds verschijnt in iedere Mexicaans stadhuis de burgemeester op het bordes – zo ook hier in San Christobal. Iedereen roept vervolgens tien keer zo hard mogelijk ‘Viva el Mexico!’ (‘lang leve Mexico!’), waarna het feest officieel geopend is en de salsaband met alle toeters en bellen los kan gaan. Het is een mooi idee dat in heel Mexico op dit moment feest gevierd wordt. In Mexico City staan er op dit tijdstip zelfs zo’n 600.000 mensen op de Zocalo, het centrale plein van de stad. Gelukkig kun je een feestje bouwen wel aan de Mexicanen overlaten. Met houdt er hier van om buiten de lijntjes te kleuren en anders te zijn dan de rest – en dat is mooi om te zien.
straalbezopen
Gelukkig behoed ik mezelf ervoor dat ik die nacht straalbezopen word. Dat geldt overigens niet voor mijn new made friends – die halverwege de nacht stuk voor stuk gevloerd op de grond liggen. Mijn gevoel zegt dat dit het juiste moment is om naar huis te gaan. Sterker nog: ik heb met mezelf afgesproken om morgenochtend de grens met Guatemala over te steken, om daar ergens neer te strijken voor wat langere tijd en Spaans te leren. Na een paar weken intensief reizen ben ik wel toe aan wat vaste grond onder mijn voeten. Over een paar weken ben ik echter terug in Mexico, om in Cancun mijn vriend Arjan op te halen van het vliegveld en samen met hem verder te reizen. Voor nu zeg ik gedag tegen Mexico. Tot over een paar weken!
Ik duik met een brak hoofd mijn bed in en moet er na twee uur alweer uit om mijn eerste bus te pakken. Mijn reis naar Guatemala krijg ik duidelijk niet cadeau. Ik sleep mezelf naar de bushalte met al mijn bagage en een bonkend hoofd; om half zes zit ik in de eerste ijskoude bus richting de grens. Ik haat katers. En ik haat airco wanneer die niet nodig is. Maar eenmaal in slaap, voel ik gelukkig niets meer. Ik word pas wakker wanneer we bij de grens zijn. Althans, een paar kilometer ervoor; een bus stopt zelden direct bij de douane. Voor de laatste vier kilometer naar de grensovergang neem ik een taxi over een soort niemandsland.
chicken buses
Eenmaal de grens over met Guatemala, begint het echte reizen pas. Ik heb maar liefst vijf verschillende camionetas de pollos, zogenaamde chicken buses, nodig om mijn bestemming van vandaag te bereiken. Deze naam krijgen de bussen niet voor niets: passagiers vervoeren er namelijk van alles mee, van kippen tot varkens, etenswaren en immense pakketten levensmiddelen. Het zijn in feite afgedankte schoolbussen uit de Verenigde Staten, die daar niet meer gebruikt mogen worden. Voor de Guatamateken zijn ze echter goed genoeg om er nog twintig jaar intensief gebruik van te maken, tot ze echt op zijn. De bussen zijn door de nieuwe eigenaren voorzien van kleurrijke versieringen aan de binnen- en buitenkant, maar verkeren verder nog in de originele staat. De Amerikaanse tekst die op de zijkant van veel bussen geschreven is (‘the safety of your children is our business’) verraadt dat het hier om Amerikaanse afdankertjes gaat.
De bussen worden zo volgepakt met passagiers, dat je bij de vele haarspeldbochten die de bus maakt niet eens om kan vallen. Wel wordt je vrijwel continu platgedrukt door anderen – en moet je jezelf met veel kracht tegenhouden om bij een ander niet hetzelfde te doen. Ik krijg er in één dag dan ook heel wat spierballen bij. Interessant zijn deze busritten vrijwel standaard, juist als je in je eentje reist en dus relatief snel aanspraak hebt. Zo probeert mijn eerste buurman me te bekeren tot het evangelie – overigens zonder resultaat. Bij de tweede bus heb ik een stinkende man van het platteland naast me zitten, die waarschijnlijk al een half jaar geen douche heeft gezien. Bij de derde bus zit ik naast een man met maar één been, die de hele rit (bij gebrek aan een tweede been?) in zijn kruis zit te grijpen.
een nieuwe dag
Wanneer ik die avond uitgepunt in bed lig, in een bouwvallig stapelbed op een aftandse kamer, besef ik hoe modern Mexico eigenlijk was in vergelijking met Guatemala. Aan de andere kant: ook dit is Latijns-Amerika en allebei de landen hebben nu al hun charmes. Beide landen zijn hoe dan ook totaal verschillend – en daar houd ik van. Met een glimlach val ik die nacht in slaap. Ik droom over nieuwe avonturen in onbekende landen. Wanneer mijn wekker de volgende morgen gaat, ben ik klaar om eruit te springen. A new day has come. Kom maar op.
–
meer reisverhalen uit midden-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Midden-Amerika? Lees dan deze verhalen:
belize, honduras, panama e.a. – risky business
caribbean – over een andere boeg
costa rica – wildlife op elke straathoek
cuba & maleisië – een beetje dom
dominicaanse republiek – cabana business
dominicaanse republiek & indonesië – vergeten oorlog
el salvador & nicaragua – oorlog met eierdozen
grenada – sweet like chocolate
guatemala – full moon latino style
guatemala & honduras – alles komt goed
mexico e.a. – springlevende doden
saint kitts & nevis – orkaangeweld
sint maarten, aruba, curacao – dubbele nationaliteit
trinidad & tobago, suriname, venezuela – vliegtuig boycot
trinidad & tobago venezuela – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–