reisavontuur in o.a. sri lanka & india – 2005
Op het moment van vertrek, zijn Kris en ik zo’n anderhalf jaar samen. Het hoofddoel van deze reis is wat mij betreft teruggaan naar India, om Kris te laten zien hoe mooi het daar is. Omdat we dan toch daar zijn, gaan we ook een weekje naar Sri Lanka en Sumatra. In de voorbereiding laat ik echter een belangrijke steek vallen: ik vergeet een visum voor India aan te vragen voorafgaand aan onze reis en ga ervan uit dat we die bij aankomst in India gewoon nog kunnen regelen. Dat blijkt niet het geval.
Op het moment dat we in Kuala Lumpur – de hoofdstad van Maleisië – arriveren, weten we dat echter nog niet. We zijn hier eigenlijk alleen maar omdat we op doorreis zijn naar India, waar we morgenochtend naartoe vliegen. Dat betekent echter niet dat we er niet optimaal van kunnen genieten nu we er zijn. KL, zoals de stad in de volksmond afgekort wordt, blijkt een superleuke stad te zijn, niet te vergelijken met de vorige keer dat ik er was in 1997. De stad zit inmiddels vol toffe clubs, stylish restaurantjes en dito locals. Je zou bijna vergeten dat de rest van het land juist steeds strenger islamitisch is geworden in die tijd. De hoofdstad is in die zin echt de uitzondering op de regel.
ranzigheid
De luchthaven van KL ligt ruim zeventig kilometer van de stad vandaan – en dus zijn we ruim anderhalf uur bezig om naar ons hotel toe te komen. Ik heb gelukkig al vanuit Nederland een hostel voor vannacht geboekt, zodat we met onze jetlag niet meer op zoek hoeven naar een plek om te slapen. Het hostel heeft een aparte entree, die gedomineerd wordt door twintig (veel te kleine) aquaria met daarin ontelbaar veel (veel te grote) vissen. De arme dieren kunnen zich niet eens omdraaien in hun aquarium, omdat de afmeting van de bak waarin ze leven dat niet toelaat. Een dragqueen laat vervolgens onze kamer zien, die voorzien is van twee knalroze, gebloemde bedden. De excentrieke kamer heeft gelukkig wel een eigen badka-mer én een raam – zeker geen vanzelfsprekendheid in de goedkopere hostels van deze wijk.
Na een heerlijke avond vol cocktails en lekker eten, word ik halverwege de nacht wakker. Er wordt op de gang geschreeuwd: er komen gasten thuis die duidelijk een bakkie teveel op hebben. Ik besef opeens op wat een ranzige matras ik lig. Kon ik dat een paar jaar geleden nog prima handelen (en dacht ik daar vroeger überhaupt nooit over na tijdens het reizen), nu wil ik toch het liefst een bed met kraakheldere, witte lakens. Ik word oud! Met behulp van oordoppen en een ooglapje lukt het gelukkig om die gedachte van me af te zetten en alsnog in slaap te vallen. Wat dat betreft ben ik altijd al een oud wijf geweest.
teleurstelling
De volgende morgen rijden we terug naar de luchthaven om onze vlucht naar India te nemen. KL was just the appetizer, India is het hoofdgerecht. Althans, dat is de bedoeling. Het loopt helaas even anders. Behoorlijk anders zelfs. Dat wil zeggen: wij zijn op tijd én de vlucht gaat op tijd, maar we kunnen niet mee omdat we geen visum hebben voor India. Wat, een visum? Het bloed trekt weg uit mijn hoofd wanneer de grondstewardess ernaar vraagt. Ik heb toch nooit een visum nodig gehad voor India? Of heb ik het mis? Ik heb het mis. En we krijgen geen enkele refund voor onze ticket. Tot overmaat van ramp is het nu zondag en hebben we te maken met twee Maleisische vrije dagen. Als we de dag daarna ons visum aan zouden vragen, kunnen we die dagen later ophalen en hebben we nog maar vier dagen in India tegen de tijd dat we daar zouden arriveren. Dat is dus geen optie. Het alternatief is dat we gelijk naar Sri Lanka vliegen, daar het Indiase visum regelen en vervolgens vanaf Sri Lanka doorvliegen naar India.
Tegen de tijd dat we besloten hebben om voor die optie te gaan en ik psychisch in staat ben om inderdaad nieuwe vliegtickets te kopen, is de rij bij de servicebalie enorm gegroeid en staan we dus ook nog uren in de rij om tickets te kopen. Het is duidelijk niet onze dag. Maar echt veel tijd om daar over na te denken hebben we niet. Met al het balen, twee keer in de rij staan bij de servicebalie, één keer in de rij staan bij de verkoopbalie, tien keer checken van online vliegtickets en het honderd keer verifiëren van andere alternatieven, is de dag namelijk al voorbij.We nemen een taxi terug naar KL en checken in bij een ander hostel. Ik kan het niet aan om nog een nacht op dat ranzige polyester matrashoesje te slapen. De witte lakens van ons nieuwe hostel voelen daardoor hemels – ook al kost onze kamer twee keer zoveel als die van gisteren. Slapen doen we er bovendien maar een paar uurtjes, aangezien ons vliegtuig naar Sri Lanka al om zes uur ’s ochtends vertrekt.
technisch mankement
Gelukkig maken we de dag goed met een paar heerlijke cocktails in een Café del Mar-achtige setting. Nog een avondje Kuala Lumpur is dan ook echt geen straf. Tegen de tijd dat we terug zijn in het hotel, is het al half twee ’s nachts – en hebben we nog maar anderhalf uur te gaan voordat we worden opgehaald door een airporttaxi. Slapen is voor mietjes. Helaas blijkt het vliegtuig na het boarden een ‘technisch mankement’ te hebben. Dat is schijnbaar de normaalste zaak van de wereld, aldus de stewardess. We blijven bijna twee uur aan de grond staan en zijn zo ongeveer alweer bezig een hotel te regelen voor vannacht, wanneer we dan toch alsnog vertrekken. Eenmaal in Colombo, nemen we direct een taxi naar de Indiase ambassade in Kandy, één van de grootste steden van Sri Lanka die op twee uur rijden van de luchthaven ligt.
Die rit duurt in de praktijk echter meer dan vijf uur. Dat blijkt te maken te hebben met de presidentsverkiezingen die de dag erna plaatsvinden. Iedere local wil dan thuis zijn om te kunnen stemmen – en dus zitten de wegen in het hele land tjokvol. Sri Lanka heeft nu eenmaal geen snelwegen, ook al wordt de N-weg die we nemen de A1 genoemd. Zonder airconditioning in de auto, is het er helaas bloedheet. Volgens de chauffeur hebben we er zelf voor gezorgd dat de airco niet aan gaat: dan hadden we maar minder hard moeten onderhandelen over de ritprijs. AC kost nu eenmaal benzine – en dus zetten locals die liever niet aan als het niet strikt noodzakelijk is. Met nog honderdduizend andere auto’s op de weg is het zonder AC geen pretje om naar Kandy toe te komen. Vlak voordat we de stad binnenrijden, komen we ook nog eens terecht in het ergste verkeersinfarct dat ik ooit heb gezien. Bangladesh is er niets bij.
loslaten
Alle bussen staan in tegengestelde richting stil en niemand kan meer een kant op. Wanneer we al een half uur stilstaan op slechts een paar kilometer afstand van de Indiase ambassade, is ons geduld op. We ruilen de taxi in voor een tuktuk en dat werpt zijn vruchten af. De tuktuk is wendbaar en de chauffeur doet gruwelijk zijn best om zich tussen alle bussen en auto’s te manoeuvreren. Desondanks staan we op een gegeven moment klem tussen alle andere tuktuk’s en auto’s. Het enige alternatief is lopen – wat we dan maar doen. Ruim twee uur na de officiële sluitingstijd van de visumaanvraag-balie, arriveren we eindelijk bij de ambassade. We hebben ergens de hoop dat ze een uitzondering willen maken en onze aanvraag ondanks het tijdstip nog zullen accepteren. De man aan de poort lijkt welwillend – tot we horen dat Kris nog pasfoto’s moet laten maken omdat die van hem niet voldoen aan de gestelde eisen.
Tegen de tijd dat hij terug is bij de ambassade (en zijn benen uit zijn lijf gerend heeft, om zo snel mogelijk terug te zijn) is het een uur later en is de man ons echt zat – en zijn baas al helemaal. We komen dan ook niet verder dan de poort voor de ambassade. We mogen overmorgen terugkomen, om het opnieuw te proberen. Morgen zijn ze namelijk gesloten. Dit betekent dat we wellicht voor de tweede keer in één week ons ticket naar India kunnen weggooien. Door nog een dag vertraging zijn we immers wellicht te laat om ons visum voor elkaar te krijgen vóórdat onze (nieuwe) vlucht naar India gepland staat. Maar dat is uiteraard niet het probleem van de ambassade. Overmorgen zijn we weer welkom, niet nu. En daarmee kunnen we het doen.
nieuwe obstakels
We zetten ons er gelukkig overheen, zodat we van het restant van deze dag iets leuks kunnen maken. Omdat we pas woensdag terug kunnen naar de ambassade, besluiten we in de tussentijd Sigiriya en Anarathapura te bezoeken – twee archeologische highlights die het land rijk is. Een goede keuze want beide plekken zijn prachtig en maken veel indruk. De onrust rondom de presidentsverkiezingen is echter groot in Sri Lanka, in het bijzonder in Anarathapura. Die verkiezingen vinden plaats op de dag dat wij in Anarathapura zitten, uitgerekend de plek waar de meeste politieke spanning heerst. Eenmaal terug in ons guesthouse, blijkt huisarrest daar het devies te zijn. Niemand mag de straat meer op. Het kan zelfs zo zijn dat de overheid mensen verbiedt om morgen de straat op te gaan. Dat betekent ook dat we dus nog niet weten of we morgenochtend de stad wel uit kunnen met de taxi – en dus of we terug naar Kandy kunnen om ons visum aan te vragen. Of het straatverbod echt in werking treedt, hangt af van vanavond. De ernst van de situatie is nu nog onvoldoende in te schatten.
We horen daarnaast dat de president de dag erna spontaan heeft uitgeroepen tot een officiële vrije dag voor alle Sengalezen – net als gisteren en vandaag. Dat kan dan ook zomaar betekenen dat de Indiase ambassade morgen dicht is – en we ons visum dus wéér niet kunnen aanvragen. Elke keer dat we er bijna zijn om dat visum te regelen, blijkt er weer een nieuw obstakel op de weg te verschijnen. Onze trip naar India wordt inmiddels wel een beetje beladen, aangezien we straks onze halve vakantie besteed hebben aan het verkrijgen van een visum om er überhaupt naartoe te kunnen. De volgende ochtend gaat de wekker wederom vroeg. Om precies te zijn om vier uur, zodat we een uur later in de taxi kunnen zitten. Het straatverbod is gelukkig nog niet in werking getreden – en dus kunnen we zonder problemen de stad uit.
goed gezind
Ondanks de heftige mist, zijn we drie uur later al in Kandy en staan we veel te vroeg al voor de poort van de Indiase ambassade. Zo kan het blijkbaar ook. We maken een praatje met de Sengalezen die buiten op wacht staan – dezelfde mannen als die er op maandag stonden. Zonder de nabijheid van Indiase officials geven ze toe dat ze het vreselijk vonden om te zien dat zij ons niet wilden helpen. Als het aan hen had gelegen, hadden ze ons gewoon het visum laten aanvragen. Er zit duidelijk een groot verschil tussen de zachtaardige Sengalezen en de a-relaxte Indiase hoge heren. Ik begin me bijna af te vragen waarom we al die moeite doen om naar India af te reizen en niet gewoon hier in Sri Lanka blijven.
We staan helemaal in de chill te kletsen, wanneer ik hen als een soort laatste check vraag of het wel oké is om een zwart-witte pasfoto te hebben, in plaats van een kleurenfoto. Opeens betrekken de gezichten van allebei de heren en schudden ze onbeduidend met hun gezicht – waarmee het, net als in India, compleet onduidelijk is of ze nou ‘ja’ of ‘nee’ bedoelen. Blijkbaar staat er op het visumformulier dat je een kleurenpasfoto moet inleveren. Hoe we dat in godsnaam moeten gaan regelen op een officiële vrije dag, waarbij alle winkels dicht zijn, is de grote vraag. Het lijkt alsof we gewoon niet naar India toe mógen! Of is dit slechts bedoeld om te testen hoe graag we er naartoe willen? Het lezen van signalen is soms zo makkelijk nog niet.
onderdanige misdienaar
Tegen de tijd dat de Indiase officials de oprit op rijden – uiteraard met een dikke BMW onder hun kont en een chauffeur voorin – wachten wij hen als een soort onderdanige misdienaar op, hopend dat ze ons vandaag goedgezind zijn. Eenmaal binnen, blijkt dat zo te zijn: wanneer ik beloof bij het ophalen van het visum een kleurenfoto in te leveren, zullen ze de visumaanvraag gewoon in behandeling nemen. Daarna begint het wachten, op de tweede official die onze aanvraag echt in ontvangst moet nemen. Hij heeft vandaag bedacht om uit te slapen – en dus anderhalf uur later te beginnen. Maar dan is het wachten voorbij; volgende week woensdag mogen we terugkomen om ons visum in orde te maken. Tenminste, als er verder niets tussenkomt.
Tot die tijd gaan we niets anders doen dan genieten, zo besluiten we als we buiten staan. Gelukkig blijkt er geen beter land te zijn dan Sri Lanka om dat te doen. Bijna een week later rijden we terug naar Kandy, na een prachtige week vol bergen, jungle, kustlijn, prachtige dorpjes, mooie verhalen en lieve mensen. De dag ervoor gaan we op zoek naar een fotostudio, zodat ik bij de ambassade de gevraagde kleurenpasfoto’s kan afgeven. Gelukkig rijdt onze tuktuk-chauffeur er in één keer naartoe en blijken de foto’s een half uurtje later al klaar te zijn – een hele prestatie hier.
aansluiten in de rij
Dezelfde tuktuk-chauffeur staat de volgende ochtend klokslag half zes op de stoep – dit keer met een busje. We hebben afgesproken dat hij ons naar de ambassade in Kandy brengt vandaag. Auto’s kennen ze hier bijna niet; het is dan ook óf een tuktuk, óf een bus. Zolang hij ons naar de Indiase ambassade in Kandy brengt, vinden wij het prima. En dat doet hij. Helaas is ook vandaag het verkeer van Kandy totaal overspannen; dit keer doordat de president op bezoek is. Veel straten zijn afgezet, overal wordt het verkeer omgeleid door fluitende agenten die nog niet eens volwassen lijken te zijn. Het lijkt erop dat heel het land is uitgelopen om deze happening mee te maken. We besluiten dit keer maar gewoon uit te stappen en de laatste (bergopwaartse) kilometers zelf te lopen.
Gelukkig weten we de weg naar de ambassade nog van vorige keer; we lopen dan ook in één keer goed. Bij de ambassade wordt ons verteld dat we om half drie maar terug moeten komen. De man bij de poort lijkt ons niet eens meer te herinneren – terwijl we vorige keer hebben staan lullen als Brugman om er binnen te komen. Waarschijnlijk maken ze dat elke dag mee en maakt het geen enkele indruk meer op hen. Stipt half drie zijn we terug bij de ambassade. We kunnen het gebouw inmiddels wel dromen, van binnen en van buiten. Er blijkt al een enorme rij met wachtenden te zitten – en kunnen dus weer aansluiten in de rij. En wij maar denken dat we de eersten zouden zijn.
doffe ellende
Bij de balie is het een doffe ellende. We zien aan de lopende band mensen met een wanhopige blik in hun ogen, die (net als wij vorige keer) smeken om dingen voor elkaar te krijgen. Met het grootste gemak worden ze één voor één afgepoeierd door de mensen achter de balie, die met een verveeld gezicht door een gaatje van 10 x 10 centimeter zitten te turen. Ik voel me de hele dag al zenuwachtig en dit zorgt er niet voor dat ik me beter voel. Ik heb al dagen zo’n voorgevoel dat het niet gaat lukken om ons (inmiddels zo gewraakte) visum te krijgen. Omdat Nederland gewoon te laat gereageerd heeft – en de benodigde fax simpelweg nog niet binnen is. Of omdat de fax is kwijtgeraakt. Of omdat de ambassade gewoon geen zin heeft om er een te geven – wat ook maar zomaar zou kunnen hier.
Voordat we het goed en wel door hebben, worden we bijna wéér afgepoeierd door een of andere dame, die opeens bedacht heeft dat we om vier uur vanmiddag maar moeten terugkomen. Ik blijf echter volhouden dat we niet weggaan tot we weten of we een visum krijgen vandaag. Gelukkig blijkt een andere dame iets meer meewerkend. We leveren zoals afgesproken onze pasfoto in en horen een half uur later dat deze met Gods gratie geaccepteerd is en we inderdaad een visum krijgen. Wel moeten we nóg een uur wachten voordat het visum ook daadwerkelijk klaar is. Zullen ze dit nou echt expres doen en er een sport van maken om toeristen nodeloos te irriteren? Uiteindelijk lopen we echter de deur uit met datgene waarvoor we gekomen zijn, namelijk ons Indiase visum. En dus kan onze dag niet meer stuk.
life is what happens
De dagen erna genieten we nog van de kuststad Negombo en de hoofdstad van Sri Lanka, Colombo. Op de avond voordat we naar India vliegen, vieren we dat het gelukt is om ook echt te gaan – ondanks alle obstakels die ons daar bijna van weerhielden. Tegelijkertijd toosten we op het feit dat we door deze samenloop van omstandigheden zoveel van Sri Lanka hebben kunnen zien. Oké, we hadden een ander doel en dat was het visum voor India vergaren. Maar in de tussentijd hebben we een waanzinnige week gehad in dit prachtige land, vol natuur en cultuur, archeologie en politiek, mooie mensen en fijne ervaringen. John Lennon had dus toch echt gelijk. Life is what happens to you while you’re busy making other plans.
–
meer reisverhalen in zuid-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
bangladesh – beroemd zijn is vreselijk
bangladesh, china, indonesië, india – fast fashion victim
bhutan – bruto nationaal geluk
bhutan, india, china, indonesie, mexico – springlevende doden
india – baden in miljoenen poepkolonies
india – dessert talk: stargazen
india – indian style wintersport
india – op bezoek bij de dalai lama
india – upside down: paragliden – poging I
india – wat je niet ziet, is er niet
–
reis je met me mee?
–