reisverhaal in o.a. bhutan & india – vanaf 2004
Afscheid nemen van de doden gebeurt in ieder land anders en is behoorlijk cultureel bepaald. Zo vinden we het in Nederland doodnormaal om in een kist ‘ter aarde besteld’ of in een oven verbrand te worden, standaard gevolgd door koffie met kleffe cake in een naastgelegen zaaltje. Onze Nederlandse uitvaarten gaan gepaard met heel veel tranen en om te benadrukken dat het een verdrietige gebeurtenis betreft, gaat iedereen in het zwart gekleed. Het kan ook anders. Heel anders. Zo worden de doden in sommige landen achtergelaten in de buitenlucht voor de vogels, of in het openbaar verbrand en daarna de rivier ingegooid. Bovendien houdt het leven in veel landen niet op bij de uitvaart. Zo worden de doden in Mexico nog ieder jaar gevierd, alsof zij weer terug zijn op aarde en nooit echt zijn vertrokken.
bhutan: voer voor de gieren
Maar laten we beginnen bij de uitvaart. Die is in sommige landen zeker bijzonder te noemen, waaronder Bhutan. In de Tibetaans boeddhistische opvatting bestaat de mens namelijk uit vier elementen: aarde, water, vuur en lucht. Hieraan zijn vier manieren van lijkbezorging gekoppeld, namelijk de (voor ons traditionele) begrafenis en crematie maar óók het in het water werpen van het lichaam en de luchtbegrafenis. Die laatste categorie uitvaarten is dan ook niet ongebruikelijk in Bhutan, China en India. Bij zo’n luchtbegrafenis wordt de overledene na een aantal dagen ritueel gevoerd aan de gieren, nadat zijn of haar ziel de tijd heeft gehad om uit het lichaam te treden.
Dat gebeurt op een open plek, voor zonsopkomst. Het lichaam wordt op dat moment simpelweg in stukken gesneden en aan de vogels gevoerd. De botten worden vervolgens verpulverd en met meel vermengd, zodat ook die opgegeten kunnen worden. Het overgebleven restant van het lichaam wordt verbrand. Als de gieren stukjes mensenvlees op de botten laten zitten, dan is dat overigens slecht nieuws: het betekent dat de overledene besmet is door zijn zonden. Oeps.
india: tandenpoetsen naast een drijvend lijk
In Varanassi, het grootste pelgrimsoord van India, kennen locals de crematie als reguliere uitvaart. Maar dan net een tikkeltje anders dan de crematie die we in Nederland kennen. In plaats van de overledene (in een kist) te verbranden in een afgesloten oven, wordt deze ritueel verbrand in de buitenlucht op een open vuur. De as en verpulverde botten worden vervolgens aan de rivier ‘toevertrouwd’ (lees: in de rivier gegooid). Bij gebrek aan geld voor een rituele verbranding worden er soms ook complete lijken in de Ganges gedumpt. Het is immers de hoogste eer om na je overlijden in de heilige rivier de Ganges terecht te komen – ook als dat een compleet lichaam betreft.
Ik heb Vananasi voorgesteld als een super romantische en spirituele stad. Niets blijkt minder waar: de stad is (net als heel India) smerig en zwaar vervuild door de miljoenen auto’s die er rondrijden. Door de crematies in de buitenlucht is de lijkengeur er penetrant. Het is er bovendien immens druk op straat, door een kakofonie van vervoermiddelen. Door gebrek aan een voetpad is het er bijna onmogelijk om rond te lopen zonder onder de voet te worden gereden door een auto, scooter, riksja of koe. En die koe moet zijn poep natuurlijk ook weer ergens kwijt. Juist, op straat dus – precies waar jij moet oversteken.
De Ganges is bovendien nergens viezer dan rondom Varanasi. Dat wil zeggen: in elke druppel water van de rivier zitten hier poepsporen van ruim duizend mensen. Ter vergelijk: in Nederland zijn dat er dertig. Tegelijkertijd is dit getal niet verbazingwekkend als je bedenkt dat het riool naast de ghats loopt en al het rioolwater daar direct in het water geloosd wordt. Al met al voelt Varanasi allesbehalve spiritueel of romantisch aan. Meer als een dumpplek voor lijken. Een weerzinwekkende gedachte dat mensen daarin badderen en zelfs hun tanden poetsen.
mexico: leven na de dood
Bij de uitvaart houdt het leven voor veel overledenen niet op. Althans, niet in de ogen van de overblijvers. Zo hebben de doden in Mexico een eigen jaarlijkse officiële nationale feestdag: de ‘Día de los Muertos’. Volgens de Mexicanen keren op die dag alle zielen terug naar de aarde. Grafstenen van overledenen worden voor die gelegenheid versierd, hun favoriete spulletjes worden geofferd en families blijven de hele avond op het kerkhof, om daar samen met hun geliefden te dineren en feesten. Met een speciaal altaar, dat in veel Mexicaanse huizen wordt opgezet die dag, proberen Mexicanen de geest van de overledenen terug te halen naar de levende wereld. Zo’n altaar wordt vervolgens gevuld met verschillende offers, zoals maaltijden, water, familiefoto’s, kaarsen en feloranje bloemen.
Een grafstemming hangt er op die dag echter allerminst. Sterker nog: het land neemt tijdens ‘de dag van de doden’ juist alle kleuren van de regenboog aan. Mexicanen trekken massaal hun gekste kostuums uit de kast, schminken hun gezicht als doodshoofd en dansen verkleed als skeletten mee tijdens carnaval-achtige parades. Wie je daar ook ongetwijfeld tegenkomt is La Catrina, een vrouwelijk skelet met een enorme bloemenhoed op. La Catrina is hét symbool van de dag van de doden en valt op die dag dan ook niet te ontwijken. Overigens doen Mexicanen niet voor niets zoveel moeite om hun doden te eren. In ruil daarvoor ontvangen ze namelijk geluk en bescherming van de overleden geesten – en dat kan weer goed van pas komen tijdens het leven.
china: een vrijgezel in je kist
In China wordt de omgang met de doden minstens zo serieus opgepakt. Terwijl in Nederland veel doden na verloop van tijd geen eigen graf meer hebben, wordt er in China alles aan gedaan om de graven in ere te houden. Terwijl Chinezen er bekend om staan locals zonder pardon uit hun woning zetten zonder vervangende woonruimte te regelen, wordt er met de mensen die er begraven liggen wél respectvol omgegaan. Zo verhuizen de doden bij een herbestemmingsplan netjes mee naar een nieuwe locatie.
Het lijkt er dan ook op dat China beter omspringt met haar doden dan met haar levenden. Overladen door offers en aandacht, mag het de doden aan niets ontbreken. Men is er bovendien van overtuigd dat je ook na de dood gezelschap nodig hebt – en dus verdient het de voorkeur om samen met je geliefde begraven te worden. Sterker nog: ben je er als vrijgezel overleden, dan zorgen nabestaanden ervoor dat je na de dood alsnog een partner krijgt én – tegen betaling – in een graf belandt samen met een andere (totaal onbekende) vrijgezel. Alles wordt in het werk gesteld om overledenen in China het eeuwige geluk te bezorgen, ook al hebben ze dat tijdens hun leven nooit gehad.
bali: een eigen sarcofaag
In het oude Egypte werden belangrijke personen gemummificeerd en begraven in een sarcofaag. Mummificeren is echter niet alleen iets van de oude Egyptenaren. Zo werd deze traditie ook lange tijd toegepast bij de oude Capucijnen op het Italiaanse eiland Sicilië. Inmiddels is in Egypte en op Sicilië die traditie voorbij. Op Bali worden echter nog steeds sarcofagen gebruikt bij hoog geplaatste overledenen. Die zien er overigens wel net iets anders uit dan die van de oude Egyptenaren: over the top gedecoreerd, vol met gigantische draken.
In tegenstelling tot de sarcofagen in het oude Egypte, gaan die in Bali in vlammen op tijdens een rituele crematie. Daarmee wordt de weg gewezen naar diens voorouders én een volgend leven op aarde. Door de verbranding wordt het lichaam bovendien verlost van alle elementen, zodat die kan samensmelten met het goddelijke. Balinezen hebben er dan ook alles voor over om hun doden zo’n rituele crematie aan te bieden. Voor de hoogste kaste op Bali geldt dat de crematie zo snel mogelijk na het overlijden uitgevoerd moet worden. De voorbereidingen voor zo’n ceremonie duren echter dagen, weken en soms zelfs maanden. Geen wonder dus dat deze miljoenen rupiahs kost. De gemiddelde Balinees spaart dan ook zijn hele leven om de crematie te kunnen betalen.
Voor de lagere kasten geldt dat sparen vaak niet genoeg is om de crematie te kunnen betalen op het moment van overlijden. Familieleden gaan in zo’n geval door met sparen tot zij voldoende geld hebben om de vereiste rituelen uit te kunnen voeren. Voor mensen die hun eigen crematie gewoonweg nooit kunnen betalen wordt er in ieder dorp eens in de paar jaar een massacrematie uitgevoerd, waar soms wel tachtig lichamen tegelijk verbrand worden. Totdat het zo ver is, wordt deze eerst begraven in de grond. Daarbij wordt de overledene ritueel gereinigd en versierd met bloemen, met als doel de ziel te versterken. Op de ogen worden spiegelscherven gelegd, zodat men bij de wedergeboorte verzekerd is van een paar heldere ogen. Tijdens de begrafenis wordt het lichaam doorboord met bamboetakken, zodat de ziel van de overledene kan ontsnappen aan de onderwereld.
Omdat voorkomen moet worden dat de overledene terug wil naar huis, zorgt de familie voor een dwaalspoor. Het lichaam wordt daarom niet door de poort het erf afgebracht, maar ergens over een muur getild. Daarna loopt de familie over straat met de sarcofaag; bij iedere kruising en zelfs tijdens de crematie zelf wordt deze een paar keer gedraaid. Twaalf dagen na de crematie wordt de as uitgestrooid boven zee, zodat deze op weg kan naar een nieuw leven. Tegen de tijd dat er voldoende geld gespaard is om de crematie uit te voeren, is er vaak weinig overgebleven van de overledene. In dat geval maakt men een pop die de overledene vervangt.
Nu ik gezien heb hoe er in verschillende landen en culturen omgegaan wordt met de doden, weet ik één ding zeker: de doden krijgen soms meer aandacht dan de levenden. Althans zo voelt het. En dat vind ik eigenlijk wel een trieste conclusie. Laat het wat mij betreft maar lekker andersom zijn. Laten we vooral investeren in tijd, geld, liefde en energie tijdens het leven op aarde. Dan voorkomen we dat die overledene zich uiteindelijk omdraait in zijn of haar graf en gewoon met een goed gevoel de grond, lucht, vuurvlammen of rivier ingaat. Lang leve het leven – maar dat is dan weer bezien vanuit mijn bekrompen Nederlandse, atheïstische manier van denken.
–
meer reisverhalen in zuid-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
bangladesh – beroemd zijn is vreselijk
bangladesh, china, indonesië, india – fast fashion victim
bhutan – bruto nationaal geluk
india – baden in miljoenen poepkolonies
india – dessert talk: stargazen
india – indian style wintersport
india – op bezoek bij de dalai lama
india – upside down: paragliden – poging I
india – wat je niet ziet, is er niet
sri lanka, india e.a. – visaperikelen
–
reis je met me mee?
–