reisverhaal in nieuw-zeeland – 1996
Hoe heerlijk moet het zijn om een vogel te zijn. De vrijheid, de frisse lucht, het feit dat je automatisch een helicopterview hebt vanuit de lucht. Om in de buurt te komen van het gevoel dat een vogel moet hebben, laat ik me tijdens mijn reis door Oceanië uit een vliegtuig gooien om te skydiven, beklim ik in India per voet een besneeuwde berg voor een poging tot (Indian style) paragliden en doe ik dat laatste in Brazilië nog een keer dunnetjes over – maar dan zonder zelf de berg op te hoeven klimmen. Maar of het nou hetzelfde voelt als een vogel zijn?
Dit verhaal bevat deel 1 van upside down. Deel 2 en deel 3 spelen zich af in respectievelijk India en Brazilië en zijn terug te vinden in de regio’s Azië en Zuid Amerika.
bungeejumping: nooit weer
Wanneer ik op het zuider eiland van Nieuw Zeeland met het vliegtuig omhoog ga -met als doel eruit te springen bij 10.000 feet, zo’n 3 kilometer hoogte- schiet een andere herinnering me door mijn hoofd. Een paar jaar eerder voelde ik namelijk ongeveer een zelfde soort angst, toen ik ging bungeejumpen van een hijskraan in Nederland. Ik ging daar eigenlijk vrij onbevangen in, maar vond het uiteindelijk doodeng. Niet alleen de sprong van zo’n hoge hijskraan voelt meer dan onnatuurlijk, het gevoel erna was nog erger. Met name het moment waarop je beneden bent geweest, weer omhoog terug veert en dan op het hoogste punt min of meer stopt met omhoog gaan, maar tegelijkertijd alweer omlaag valt is angstaanjagend. Je bent op dat moment al het gevoel kwijt dat er überhaupt íets is wat je tegenhoud wanneer je weer naar beneden valt. Ik zit op dat moment weliswaar vast met een band aan mijn enkel, maar voel die totaal niet meer. En elke keer dat ik beneden veer en de band mij terug omhoog moet trekken, merk ik dat die band bij mij veel te los zit – en zomaar los zou kunnen gaan. Wat natuurlijk niet zo is, want je zit dan nog altijd met je middel vast – maar dat heb ik op dat moment niet door. Tegen de tijd dat ik eindelijk losgekoppeld wordt van dit vreselijke ding, heb ik mezelf een ding beloofd: dit doe ik nooit, maar dan ook echt nóóit meer.
En toch zit ik hier in dit vliegtuig. Uit eigen vrije wil nog wel. Sterker nog: tegen betaling. Ik zeg tegen mezelf dat het niet hetzelfde is als bungeejumpen. En dat skydiven veel gaver is om te doen en veel langer duurt – waardoor je er echt van kunt genieten in de lucht. Maar tegen de tijd dat de deur open gaat en het de bedoeling is dat ik spring, voelt het net zo onnatuurlijk als bij het bungeejumpen. Had ik maar ‘gewoon’ gekozen voor parachute springen, waarbij juist die vrije val niet zo lang duurt. Maar skydiven is nu eenmaal hét ding hier. En hoe langer de vrije val, hoe beter. Maar beter voor wie dan eigenlijk?
verstijft en in paniek
In ieder geval is het beter voor de adrenaline in mijn lijf. De camera die aan de buitenkant van het vliegtuig bevestigd is, maakt van iedere springer een foto vlak voordat de vrije val begint. Dat zou een coole foto moeten zijn, die je daarna vol trots aan iedereen kunt laten zien. Ik sta echter compleet verstijft op de foto, alsof ik dood ga van angst. Net als bij de foto van de wildwaterbaan in Avonturenpark Hellendoorn, die twintig jaar geleden gemaakt is toen ik daar was. Terwijl mijn zus met een dikke lach op de foto staat, klamp ik me met man en macht vast aan de boomstam, waarmee ik op dat moment naar beneden stort. Als ik zo’n atractie in een amusementspark al zó eng vind, wat doe ik dan in godsnaam hier in dit vliegtuig bij de deur?
Helaas is het daarvoor te laat. En dus doe ik maar gewoon wat er van me gevraagd word: ik spring. In de praktijk betekent het dat ik naar buiten word geduwd, door de man die samen met mij aan de parachute gezekerd zit en gelukkig meer ervaring heeft hiermee dan ik. Toch blijft het een ding om moedwillig een vliegtuig uit te springen zonder dat je voeten de grond raken. Maar het is niet anders. Here I go.
tweehonderd kilometer per uur
De eerste seconden val ik zo hard dat mijn maag in mijn keel zit en ik geen adem meer kan halen. Ik voel me kotsmisselijk en ben doodsbenauwd. What have I done? Het enige verschil met bungeejumpen is dat ik hierbij niet meer terug omhoog veer – en daardoor het gevoel van ruimte niet verlies. Ik val in plaats daarvan met een snelheid van tweehonderd kilometer per uur door de wolken heen, die opeens zijn komen opzetten. Eigenlijk mag dat helemaal niet wanneer je gaat skydiven en de twee mensen die na mij zouden springen, hebben dan ook pech: de volgende sprongen worden afgelast.
Nadat de paniek van de eerste seconden is weggetrokken, lukt het me om te ontspannen – en blijkt parachute springen wel degelijk leuker én minder eng te zijn dan bungeejumpen. Mijn vrije val duurt uiteindelijk maar dertig seconden, maar het voelt als minuten. Ik kan er gelukkig uiteindelijk oprecht van genieten. Dit is een gevoel dat ik mijn leven lang ga onthouden.
noodruk omhoog
Wanneer de parachute na ongeveer dertig seconden uitgaat, worden we plotseling omhoog getrokken. Een behoorlijk a-relaxt gevoel, zeker omdat ik aan iemand anders vast zit en alles in mijn lijf opeens een enorme ruk omhoog krijgt. Maar daarna is er opeens een enorme rust. Eenmaal in de flow van de parachute, lijkt het alsof we door de lucht zweven. Een totaal gevoel van vrijheid, warin niets me beperkt en alles kan. Er is genoeg tijd om ondertussen lekker om me heen te kijken en te zien hoe prachtig het hier is. Het voelt op sommige momenten zelfs alsof ik in een vliegtuig zit – tot ik mijn voeten zie en me realiseer dat ik in de lucht hang aan een paar touwtjes, in plaats van veilig in een vliegtuig zit. This is the life! En dit smaakt naar meer. Veel meer.
–
meer reisverhalen uit oceanië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Oceanië? Lees dan deze verhalen:
australie e.a. – risky business
–
reis je met me mee?
–