reisavontuur in belgië – 2008
Wat gebeurt er als je een overactieve dertiger uit Amsterdam tien dagen afsluit van de bewoonde wereld en het praten verbiedt – en daarbij de schijnbaar triviale zaken uit het normale leven omruilt voor elf dagen mediteren in stilte? Dat was de vraag die ik mezelf stelde toen ik in mei 2009 besloot om mezelf in te schrijven voor een Vipassana meditatiecursus in België. Oftewel: tien dagen enkele reis naar de stilte, wat doet dat met een mens?
gezocht: rust
Het verwachte antwoord op die vraag varieerde in mijn eigen hoofd nogal van moment tot moment. Zou ik gek worden en als gevolg daarvan na een paar dagen gillend weglopen? Of zou ik juist mijn rust vinden en totaal bekeerd terugkeren, met daarbij een antwoord op de vragen die voor mij belangrijk zijn in het leven?
Van dat laatste is hoe dan ook geen sprake op het moment dat ik mijzelf inschrijf. Mijn leven is hectisch; mijn liefdesleven nog hectischer. Ik ben echter niet unhappy met mijn leven. Ik heb een goede baan, een leuk huis in Amsterdam aan de gracht, fijne familie, veel vrienden en een leven dat allerminst saai te noemen is. Maar het is ook onrustig. En af en toe vraag ik me weleens af of er ooit weer een leuke relatie langs komt. Niet voor niets is 55% van de Amsterdammers tussen de 25 en 40 jaar single. Wil je als vrouwelijke dertiger in Amsterdam daten, dan zul je moeten vissen in een vijver die niet alleen klein is, maar ook vol zit met rotte vissen. Veel Amsterdamse mannen willen helemaal geen relatie, met heel veel anderen is duidelijk iets grondig mis.
verplicht zen
En áls die prins dan langskomt op zijn paard, kan het goed zijn dat dat paard allesbehalve wit is. Wat je op dat moment op de koop toeneemt, want een gegeven paard mag je niet in de bek kijken en je mag blij zijn dat je onder de pannen bent. Maar wil die prins dan wel kinderen? Of moet ik die gedachte sowieso maar vast opzij zetten, omdat ik inmiddels al midden dertig ben en zwanger worden er voor mij wellicht toch al niet meer in zit? En stel dat de liefde nou toch echt leidend is voor mijn toekomstige levensgeluk, is het dan wel handig dat ik ongeveer elk jaar wegga om een aantal maanden te reizen? Ik bedoel: als ik dit nou toch écht wil, een vent en kinderen, moet ik mezelf dan niet dedicated een paar jaar in Nederland vestigen – ook al zegt mijn hart iets anders? Moet ik niet gewoon accepteren dat het leven een keuze is – en ik dus moet gaan voor de dingen die ik écht wil, in plaats van elke keer álles te willen en dus geen keuzes te maken?
Het zijn allemaal onbeantwoorde vragen, die vrijwel dagelijks terugkeren in mijn hoofd. Waar ik dan vervolgens weer van baal, want ik moet leren loslaten. Relativeren. Relaxt zijn. Dingen accepteren zoals ze zijn. Niet zoeken, maar dingen op je pad laten komen. Zen uitstralen, kharma creëren en goed zijn voor de wereld. Maar tegelijkertijd moet ik ook functioneren in een wereld, waarin van me geëist wordt dat ik dingen op tijd oplever – en er alles aan doe om dat te bereiken. Daaronder valt ook het vinden van een vent en het krijgen van een kind.
een beetje veel
Ik denk dat ik het gewoon allemaal een beetje veel vind als dertiger. Ik wil het ergens wel anders, maar weet niet hoe. Wellicht dat tien dagen in stilte mediteren antwoord gaat geven op de vragen die ik heb. Zeker als dat betekent dat ik de drukke stad voor tien dagen inruil voor een sereen landgoed in België, waar geen ruimte is voor andere dingen dan mediteren, eten en slapen. Dat dit tegelijkertijd inhoudt dat ik heel veel dingen níet mag, hoort er helaas ook bij – zoals schrijven, yoga doen, bellen als ik er doorheen, een koffietje drinken om even wakker te worden (als om vier uur ’s nachts de bel is gegaan), eten na twaalf uur ’s middags of opblijven nadat om negen uur ‘s avonds verplicht het licht uitgaat. Spijbelen is er duidelijk niet bij.
De meditatietechniek die ik in België moet gaan toepassen heet vipassana en werd zo’n 2500 jaar geleden ontdekt in Birma, het huidige Myanmar. Grondlegger Goenka, afkomstig uit India en opgegroeid in Birma, heeft de vipassana-techniek vervolgens verspreid over de wereld via vele volgers. Zo ook in de Benelux. Sinds 1985 worden in Nederland en België regelmatig vipassana-cursussen georganiseerd. Ze zijn toegankelijk voor alle geïnteresseerden, ongeacht godsdienst, achtergrond of levensvisie. Ervaring met meditatie is niet nodig – ik ben dan ook niet de enige leek die zich heeft aangemeld. De cursussen worden gefinancierd op basis van vrijwillige bijdragen van oud-studenten – waarbij geldt dat je geen bijdrage mag leveren zonder dat je de gehele tiendaagse cursus heb afgemaakt. Een bijzonder uitgangspunt, waarbij je financieel gezien in ieder geval weinig risico loopt.
tijd om te gaan
En dan is het dinsdagmiddag, bijna tijd om te gaan. Ik doe mijn sieraden af, rook een sigaret (gewoon omdat het kan), sluit mijn laptop af en bel voor het laatst met mijn beste vriendin, terwijl ik op mijn iPod een mooi setje van mijn favoriete DJ op zet. Elf dagen zonder dat alles, ik kan het me bijna niet voorstellen.
Na een dikke twee uur rijden ben ik bij het retraite in België, waar ik de komende elf dagen zal doorbrengen. Met aan de ene kant de ingang voor de mannen, aan de andere kant die van de vrouwen. De scheiding tussen mannen en vrouwen is hier overal doorgevoerd: in de meditatiezaal, eetzaal, slaapvertrekken en zelfs de tuinen op het landgoed. Alles om maar geen verwarring tussen de twee seksen te veroorzaken en er zeker van te zijn dat je alleen met jezelf bezig bent. Voor homo’s en lesbiennes hebben ze nog geen alternatieve oplossing bedacht. Helemaal onnodig is die scheiding tussen mannen en vrouwen niet: er lopen genoeg mooie mannen rond waar ik met mijn gedachten anders zo de halve dag bezig zou kunnen zijn. Meditatie is duidelijk ‘in’; een soort alternatief voor een weekje Ibiza. Of het supplement, nodig om even down to earth te komen na alles te doen wat god verboden heeft.
onnatuurlijk
En toch voelt het een tikkeltje onnatuurlijk als het hek achter me sluit. Als een dier dat in zijn hokje wordt opgesloten en er niet meer uit kan – ook al weet ik dat dat laatste onzin is. Dit is bovendien mijn eigen keuze – en dus verman ik mezelf en loop naar binnen. Gelukkig mag ik het eerste uur nog wél praten – en krijg ik daarin de tijd om even te kletsen met mijn mede-kamergenootjes. Mijn ene kamergenoot is een Israelische dame, die sinds een paar jaar met haar vriend als expat in Nederland woont. En naast mij slaapt Christien, een spontane Amsterdamse, die getrouwd is en een prima baan heeft als trainer. Stiekem vraag ik mezelf gelijk af wat de reden zal zijn waarom zij hier zijn. Ik vraag het hen toch maar niet. Behalve dat we de komende elf nachten naast elkaar zullen slapen en leven, hoeven we immers niets met elkaar te delen. Bovendien zit ik hier zelf ook niet echt met een vooropgesteld plan of vastgepinde reden. Het zou mooi zijn als deze cursus me iets meer richting in mijn leven kan geven. Maar heel veel verder komt mijn motivatie ook niet.
Als ik een beetje om me heen kijk, valt het me op hoe weinig geiten-wollen-sokken-types er rondlopen – die ik hier eigenlijk wel verwacht had. De mensen die ik wél zie, zijn bijna te ‘normaal’ om te mediteren – wat meer zegt over mijn vooroordelen dan over iets anders. Gezellig babbelend met mijn twee roomies, ben ik al bijna vergeten dat over twee uur de knop omgaat en we dan ruim tien dagen lang geen woord meer met elkaar mogen wisselen. Zelfs niet om elkaar welterusten of goedemorgen te wensen, noch om dingen te overleggen of simpele dingen af te stemmen – zoals de vraag wie wanneer een douche neemt. Om dat laatste in goede banen te leiden, is er een lijst opgehangen bij elke douche, waarop je je kunt inschrijven. Men is duidelijk goed voorbereid op het feit dat hier mensen in stilte komen mediteren – en de uitdagingen die dat met zich mee brengt.
dag nul begint
Nog geen tien minuten nadat ik heb in moeten vullen of er ook vrienden van mij de cursus doen op dit moment (en ik daar natuurlijk ‘nee’ in heb gevuld), komen opeens twee feestvrienden uit Amsterdam aanlopen. Toeval bestaat niet. En ook al zullen we elkaar de komende tien dagen niet meer spreken of zien omdat mannen nu eenmaal aan de andere kant van de zaal en het comlex zitten, het is een fijn gevoel om bekenden om me heen te hebben.
Een uur nadat de poort achter mij is dichtgegaan, ik mijn kamer toegewezen heb gekregen en kennis heb gemaakt met mijn twee kamergenoten, gaat de gong. En verplaatsen we ons een beetje gedwee richting de eetzaal van de dames-sectie, als varkens die weten dat ze naar een slachthuis worden gebracht. Nadat we hebben gegeten en ik mijn tas met telefoon, portemonnee, iPod, pen en papier erin heb ingeleverd, kan het stille feest beginnen. Dat begint met het beluisteren van een CD, met daarop een ijle stem die ons vertelt wat we wel en niet mogen de komende dagen. Het geheel voelt bijna als een sekte. We mogen van de stem nog een uur praten, daarna is het de bedoeling dat we stil zijn. Om precies te zijn tot volgende week zaterdag, wanneer we weer onze mond open mogen doen. Nog dik tien dagen te gaan. Of eigenlijk elf, want dag één gaat morgenochtend pas in. Daarmee zitten we nu pas op dag nul. Dat schiet lekker op. Not.
peptalk
Ik spreek mezelf nog snel even wat moed in met een kleine peptalk. Alsof ik mijn eigen coach ben en zie dat ik een en schouderklopje nodig heb. Ik ga het gewoon doen! Fuck alle andere dingen die ik deze tien dagen had kunnen doen; deze dagen zijn van mij! En die neemt niemand me meer af. Of het nou een goede ervaring gaat worden -waar ik heel veel aan ga hebben in het leven- of niet: ik ga het hoe dan ook afmaken. Zuur of niet, pijn of geen pijn, zin of geen zin. Het zijn maar tien (lees: elf) dagen. En wat zijn nou tien dagen in een mensenleven?
Om de tijd te doden, geef ik alle deelnemers in gedachten een naam en plaats ze alvast in een hokje. Altijd leuk om te kijken wat er achteraf van blijkt te kloppen. Of mijn stereotypes nou kloppen of niet, feit is dat er mensen zijn van alle leeftijden (van 25 tot 65), uit alle sociale klassen, met diverse culturele achtergronden en in alle vormen en maten. Eigenlijk alle prototypen mensen zijn vertegenwoordigd, behalve het alternatieve geiten-wollen-sokken-type – dat ik hier nou juist had verwacht. De meeste dames zijn vrij doorsnee, sommigen lekker excentriek. Zoals een dame uit Rotterdam, die eruit ziet alsof ze net is weggelopen van de boerderij en herkenbaar is aan haar grappige jurken en aan het geluid waarop haar klompen de grond raken. Ook is er een dame met een hanenkam, die verkleed is als Kokkie en haar roomie als Peppie. De ruimte is gevuld met een prachtige mengelmoes van verschillende type dames – die uiteindelijk allemaal een reden hebben om hier te zijn.
’s nachts opstaan
De eerste avond verloopt verder eigenlijk als vanzelf. Ik probeer me niet teveel te irriteren aan de eile stem van de Nederlandse vertaler op de CD, waar ik na een minuut luisteren al een allergie tegen heb. Ik probeer me goed op mijn ademhaling te focussen, zodat ik er echt in kom. En dat gaat eigenlijk best aardig. Als ik die avond om negen uur in bed lig, voel ik me dan ook redelijk ´gelijkmoedig´, een woord dat ik nu al zoveel heb gehoord dat ik het daarna niet meer kan aanhoren.
Om vier uur ’s nachts begint de nieuwe dag al. En dat is maar goed ook want ik lig al even wakker. Het is nu officieel dag één; vanaf vandaag kan ik gaan aftellen! Het dagstramien is elke dag hetzelfde. We staan op om vier uur ’s nachts en mediteren van half vijf tot half zeven ‘s ochtends. Daarna ontbijten we, met verse yoghurt, muesli, geweekt en vers fruit en biologisch zuurdesem brood. Het kan erger. Vervolgens is er tijd om te chillen (lees: slapen) tot acht uur – waarna we drie uur achter elkaar mediteren. Het eerste uur ben je verplicht om in de meditatiezaal te blijven, daarna mag je als je wilt ook op je kamer gaan zitten. De meditatiezaal is gelukkig gloednieuw en heel licht, met fijne zachte kleuren, veel ramen en een perfecte temperatuur. De vibe in de ruimte is goed en het mediteren gaat mede daardoor goed. Al na het ontbijt blijkt het Israëlische meisje uit mijn kamer weg te zijn. Die heeft het blijkbaar snel bekeken. Ik neem haar bed in bij het raam en voel me een blij mens, vastbesloten om de cursus af te maken.
omgedraaide patronen
Om elf uur vindt de lunch plaats – de laatste maaltijd van de dag. En het enige moment waarop het echt genieten is hier, aangezien het eten heerlijk is. Omdat ik normaal gesproken eet als een paard en niet al teveel honger wil leiden in de avond, eet ik die middag –net als de dagen erna- nét teveel om daarna nog fijn te mediteren. De middag is (mede daardoor) vaak lastiger om vol te houden dan de ochtend. Gelukkig is er na de lunch wel even tijd om te chillen. Bij mooi weer betekent dat lekker buiten wandelen en op een bankje zitten, bij slecht weer probeer ik te slapen omdat er gewoon niets anders te doen valt.
In de middag wordt er tussen één en vijf uur gemediteerd – een behoorlijk lange zit als je eigenlijk last hebt van een afterlunchdip. De middag duurt lang en verloopt traag, enorm traag. Op sommige momenten heb ik het gewoon gehad met mediteren en wil ik simpelweg niet meer. Het is nog geen automatisme om de hele dag door in kleermakerszit te zitten en zen te zijn; ik heb soms gewoon dringend de behoefte om iets anders te doen. Maar dat mag en kan nu eenmaal niet. Omdat ik de dingen die ik in mijn hoofd heb zitten niet kan opschrijven, loop ik er lang mee in mijn hoofd rond. Hetzelfde geldt voor het feit dat ik mijn telefoon niet mag meenemen. Zo maak ik me zorgen dat ik in al die dagen een belangrijk telefoontje mis. En juist omdat ik niet checken of dat zo is, wordt het in mijn hoofd steeds groter.
hoofd leegmaken
Zo bedenk ik al die eerste dag, dat ik per ongeluk vergeten ben mijn zus Saskia te informeren over de plaats waar ik de komende tien dagen verblijf. Mocht er echt iets aan de hand zijn de komende week, dan is er geen mogelijkheid om mij te bereiken. Geen fijn idee. En net als voor alle dingen waar je mee zit en niets mee kunt, geldt ook hiervoor dat het een steeds grotere issue wordt. Zo groot, dat ik die middag aan de zogenaamde Female Manager vraag of ik mijn zus een berichtje mag sturen met het adres en telefoonnummer van het meditatiecentrum erin. Just in case. En zo heb ik alsnog gepraat, op dag één al. Gelukkig wel legaal.
Pas als ik mijn telefoon alweer heb teruggegeven, bedenk ik me dat ik mijn bovenbuurman uit Amsterdam hetzelfde bericht had moeten sturen. Wat als mijn huis afbrandt of er iets anders gebeurt thuis? Het is bijzonder hoe groot dingen in je hoofd kunnen worden omdat je dingen niet kunt checken. Want wat is in de praktijk nou de kans dat mijn huis afbrandt of dat er ingebroken wordt terwijl ik hier zit? En if so, dan heb ik er niets aan om dat gelijk te horen. Dan kan ik beter eerst mijn cursus afmaken en helemaal in de chill teruggaan naar dat afgebrande huis. Maar helaas is dat niet hoe mijn geest werkt op dat moment.
nachtmerries
Rond vijf uur ‘s midaags voelt het eigenlijk alsof de dag er al op zit. Vanaf dan is het strakke regime weer prima te handelen. Na het eten van een appeltje in de eetzaal, neem ik een korte douche en hoef dan nog maar een uurtje te mediteren. Om vervolgens anderhalf uur naar een lezing te luisteren, die je op een CD moet volgen. Gelukkig kan dat zittend op een kussen tegen de muur. Wel is het verhaal met vlagen heel saai, net zoals de hele dag met vlagen retesaai is. Maar zelfs aan die enorme verveling wen je gelukkig. Na de lezing moet er nog een half uurtje gemediteerd worden en dan is het tijd om naar bed te gaan.
Dat slapen is wel echt een dingetje. Zo heb ik moeite met inslapen en word ik ’s nachts minstens een paar keer wakker. Die tweede nacht word ik voor het eerst wakker van een nachtmerrie. Omdat het de eerste keer is in een paar jaar tijd dat ik weer een droom kan herinneren, ben ik er eigenlijk alleen maar blij mee. Schijnbaar is het een normaal verschijnsel om tijdens zo’n meditatieweek heftig te dromen. Het maakt dingen los in je geest, die je in je slaap vervolgens moet verwerken.
teruggefloten
De dag erna is het heerlijk weer. En dus lijkt het me lekker om de sessies waarin je op je eigen kamer mag mediteren buiten te doen, op het kleine stukje tuin waar we als vrouwen mogen rondlopen. De tuin is namelijk in tweeën geknipt. Eén deel is voor de vrouwen, het andere deel voor de mannen. Als ik net iets te lang buiten zit, word ik echter onmiddellijk naar binnen geroepen -bij wijze van, want er wordt uiteraard niet bij gesproken. Buiten mediteren is duidelijk niet de bedoeling; daar is teveel afleiding om in trance te kunnen komen. En achteraf gezien is dat misschien ook wel zo.
Het enige echte probleem bij het (schijnbaar) eindeloze mediteren vormen tot op heden mijn knieën. Om ruim tien uur per dag in kleermakerszit te kunnen zitten, heb je eigenlijk een heel goed meditatiekussen nodig. En die van mij is uiteraard een beroerd exemplaar: te laag en slap, waardoor mijn benen er niet onder kunnen en mijn gehele lichaam continu op mijn benen drukt. Echt iets voor mij om daar niet op te letten bij het uitkiezen van een kussen; ik heb er maar gewoon eentje gepakt. Door de pijn in mijn benen is het soms lastig om in trance te komen en (vooral) te blijven. Om de tien minuten moet ik van houding veranderen omdat mijn benen anders verzuren. Niet ideaal. Maar volgens de assistent teacher, die ik tussen de lessen door om advies vraag door mij in te schrijven voor een soort vragenspreekuur, gaat dit vanzelf over. Niet dat hij nou echt antwoord geeft op mijn vraag; het lijkt wel alsof hij met zijn hoofd heel ergens anders is en geen duidelijke antwoorden kán geven.
hoofd op hol
Later die dag gaat het mediteren beter. Ik kan in trance komen en dat voelt als een zelfoverwinning. Ik voel na een paar minuten echt een soort kortsluiting in mijn hoofd en zweef daarna soort van boven mijzelf. Ik voel en zie alles en slaap niet, maar ik zit wel in een andere wereld. Mijn hoofd is daarnaast een stuk rustiger dan gisteren en de dag gaat eigenlijk vrij soepel voorbij. Ik maak me minder druk om dingen die ik misschien niet geregeld heb voor mijn vertrek hier naartoe. Dingen wachten maar tot ik thuis ben. Ik moet leren meer in grote doelen te denken, niet constant stil te staan bij de kleine. Totdat mijn hoofd einde middag toch alsnog opeens op hol slaat.
Het bedrijf waarvoor ik werk is vorige week failliet gegaan – de reden waarom ik opeens tijd heb voor zoiets tijdrovends als deze meditatieweek. Ik heb vlak voor vertrek een aanvraag gedaan bij het CWI voor een uitkering en bedenk opeens dat ik daarin onbewust een een enorme misser heb begaan. Zodra ik dit heb bedacht, zit ik niet lekker meer op mijn meditatiekussen en gaan mijn gedachten weer alle kanten op. Het zal toch niet zo zijn dat door deze fout mijn aanvraag wordt afgewezen en ik de komende tijd zonder inkomsten zit?
nog één herkansing
Mijn hoofd slaat al snel op hol. Ik moet het CWI bellen om met de dame te praten die mijn aanvraag geregeld heeft. Helaas gaat dat niet zomaar. Je mag namelijk eigenlijk niet bellen hier en de Female Manager heeft gisteren blijkbaar al op haar kop gekregen dat ze me naar huis heeft laten teksten. En dus moet ik eerst naar de assistent teacher toe, om toestemming te vragen voor dit belletje met het CWI. Hij doet aanvankelijk moeilijk en gedraagt zich als een soort koning op zijn troon, maar geeft uiteindelijk toestemming. Ik kan al niet goed tegen authoritaire mensen, maar van deze man gaan mijn haren recht overeind staan. Een mooie test om ook dit van me af te laten glijden. Tegen de tijd dat ik uiteindelijk kan bellen is het echter nét na vijven en is het CWI dicht. Mission failed.
De rest van de avond maak ik me niet alleen zorgen over de gevolgen hiervan voor mijn aanvraag, maar óók voor mijn meditatieweek. Als de dame aan de telefoon morgen zegt dat ik langs moet komen om dingen opnieuw in te vullen of dat ze een handtekening nodig heeft én die er binnen een paar dagen moet zijn, kan ik mijn verdere meditatieweek immers wel vergeten. Dan zit er niets anders op dan teruggaan naar Amsterdam en zorgen dat dit geregeld is. Met heel veel moeite regel ik dat ik morgenochtend nóg een keer mag bellen. Met de waarschuwing dat als het dan niet lukt, ik op dat moment moet beslissen of ik ga óf blijf zonder te bellen.
van neusgaten naar lippen
Ook al kan ik de situatie tijdens het mediteren redelijk van me af zetten, ik slaap die nacht slecht en ben de volgende morgen zenuwachtig voor mijn belafspraak. Ik heb immers maar één kans; krijg ik geen antwoord dan zal ik moeten besluiten of ik uitstap of niet. Ik besluit mijn telefoontje uit te stellen van acht uur naar elf uur, zodat ik de kans vergroot dat de juiste persoon er ook echt is. Bovendien zijn er dan wellicht vervangende mensen om mijn vraag te beantwoorden. Gelukkig hoor ik tijdens het bellen exact wat ik wil horen: als er iets verkeerd is ingevuld, dan stuurt men eerst een brief om me de kans te geven het formulier opnieuw in te vullen. Het mediteren gaat na mijn telefoontje een stuk makkelijker, nu ik weet dat ik kan blijven en niet in de problemen zit.
Het is fijn om te merken dat ik het uberhaupt in me heb om urenlang achter elkaar te mediteren. Annapanna meditatie, de meditatietechniek die we tot nu toe gebruiken, focust op de ademhaling en het stukje van het lichaam waar de ademhaling de bovenlip raakt. Daarbij hebben we onze aandacht inmiddels verschoven van het gebied bij de neus en de neusgaten (dag 0 en 1), naar alleen de neusgaten (dag 2), om vanaf daar het gebied boven de bovenlip te verkennen (dag 3). Ongelooflijk hoe lang je je kunt bezig houden met zo’n klein stukje lichaam. Terwijl ik het opschrijf klinkt het te zot voor woorden, maar die focus op zo’n heel klein stukje lichaam is blijkbaar nodig om de geest scherp genoeg te maken om morgen te starten met echte vipassana meditatie. Daarbij ga je je hele lichaam af, op zoek naar sensaties die zich daar manifesteren. Dat klinkt allemaal iets spannender dan wat ik nu al ruim drie dagen aan het doen ben. En dat is nodig ook, want ik verveel me bij vlagen inmiddels behoorlijk. Ik slaap ’s avonds moeilijk in, zeker doordat het buiten lang licht is. En omdat de tijd zo tergend langzaam gaat, vind ik het nog best lastig om de cursus vol te houden. Maar in the end heb ik het nog redelijk goed met mezelf en heb ik nog geen echte afhaakneigingen gehad. En dat voelt goed.
verlangens en afkeuren
De volgende dag, dag vier, begint de cursus eigenlijk pas écht. Omdat we nu overstappen op vipassana meditatie, is het de bedoeling dat we die middag drie uur achter elkaar mediteren, zonder pauze ertussen. Best heftig. Maar ik houd het vol en heb het gevoel dat we nu tenminste met iets wezenlijks bezig zijn. Met vipassana pak je (als het goed is) de twee dingen aan die je leven ongelukkig kunnen maken: verlangens en afkeuren. Deze twee zaken zorgen er namelijk voor dat je je focust op wat je niet hebt, maar wél wilt hebben. Verlangens zijn dingen die je wilt, maar niet hebt, zoals het verlangen naar liefde, leuk werk, een kind, een huis, geld om spullen te komen of om mooi te zijn. Afkeuren zijn dingen die je hebt, maar eigenlijk niet wilt. Beiden zorgen er uiteindelijk voor dat je ongelukkig wordt.
Verlangens en afkeuren vormen zich in eerste instantie op het fysieke niveau. Dat wil zeggen: voordat een verlangen of afkeur zich in je geest heeft gevormd, is er een soort negatieve reactie geweest op het ontbreken van dat ene ding in je lichaam. Dat kan hartpijn, hoofdpijn, of gewoon een gevoel van verdriet zijn. Een verlangen of afkeur is daarmee iets dat je pas weg kan zien te krijgen als je op net zo´n diep niveau in je eigen lichaam gaat kijken. Bij vipassana meditatie gaat het erom dat je alle gevoelens die je op één bepaald moment hebt in je lichaam ook echt bewust voelt – of dat nou fijne gevoelens zijn of juist niet. Tegelijkertijd is het de kunst om al die sensaties in je lichaam over één kam te scheren – en dus geen onderscheid te maken tussen prettige en minder prettige gevoelens, zoals pijn, jeuk, kou of hitte. Gevoelens gaan namelijk ook weer voorbij; soms snel en soms pas na een tijdje. Alles in het leven is vergankelijk – en dus ook dit. Behandel je alle sensaties hetzelfde, dan transformeer je heftige en dominante gevoelens in fijne, subtiele sensaties en lossen diepgewortelde afkeuren en verlangens (genaamd sakkara’s) uiteindelijk op. Geef je juist toe aan het feit dat het ene gevoel nu eenmaal fijner is dat het andere, dan ga je je daaraan hechten en zullen je verlangens en afkeuren juist groeien. Voor zover de theorie achter wat ik nu eigenlijk elf dagen lang aan het doen ben. Amen.
jeuk en pijn negeren
Diezelfde avond gaat het in de lezing over een man, die bleef zoeken naar een wetenschappelijke verklaring voor het fenomeen dat verlangens en afkeuren verdwijnen wanneer je mediteert. Uiteindelijk vergeleek hij het proces van zuivering van je geest met die van het zuiveren van metaal. Om metaal te zuiveren van onzuiverheden (en daarmee het metaal sterker te maken), wordt er een 100% zuivere metalen ring overheen geschoven. Als een soort magneet blijven aan die ring de onzuiverheden uit het andere metalen voorwerp hangen. Zo zou je het proces van geestzuivering ook kunnen zien, aldus de wetenschapper. Door er zuiver naar te kijken zonder bias, trek je de onzuiverheden eruit.
Tijdens de meditatiesessies is het dan ook niet de bedoeling dat je toegeeft aan jeuk of pijn – en moet je juist de plekken waar je die jeuk of pijn voelt extra goed observeren, totdat het gevoel weer weg is. Dat klinkt en lijkt makkelijk, maar is het niet. Het klinkt echter zo logisch en academisch, dat ik er echt in ga geloven en me opeens schuldig voel als ik toegeef aan een pijntje of ga krabben als ik jeuk hebt. Grappig hoe dat werkt in je hoofd.
barrières
In de praktijk bestaan er vijf barrières bij het mediteren; in de eerste dagen kom ik ze allevijf keihard tegen. Naast verlangen (om vrij te zijn en te doen waar ik zin in heb) en afkeer (wat een irritante stem blijft die gast toch houden op de CD), zijn dat slaap (ik val geregeld bijna in slaap als ik zit te mediteren), twijfel (doe ik het wel goed?) en gebrek aan zin (die dan weer samenhangt met de eerste barrière). Voor het eerst in vier dagen hoor ik mezelf grinneken – weer eens wat anders dan dat enorme depressieve gedoe de hele tijd, waar ik soms wel moeite mee heb. Het leven is toch goed hier, wat lopen we nou depri rond te lopen allemaal? Tuurlijk, we hebben allemaal issues in het leven en met onszelf. Maar die overkomen we vast wel, toch?
Gelukkig vind ik die avond een pen en papier, die ik stiekem in mijn zak steek. Eindelijk heb ik de kans om dingen die al dagen door mijn hoofd spoken nu eindelijk op papier te zetten. Dat mag eigenlijk niet, maar ik merk dat dit me ervan weerhoudt om mijn hoofd continu bij het mediteren te houden. En dus voelt het alsof er een last van mijn schouders valt wanneer ik mijn hersenspinsels eindelijk op papier zet.
feestloos weekend
Inmiddels is het weekend – wat betekent dat ik inmiddels allerlei leuke dingen mis die zich afspelen in Amsterdam. Gelukkig geen festivals of uitzonderlijke feestjes – iets waar ik wel degelijk naar gekeken heb toen ik deze week ging boeken. Maar feit is dat ik normaal gesproken mijn weekenden vol plan met leuke dingen en normaal gesproken heel veel moeite heb om een feestje over te slaan. Het valt me dan ook mee dat ik daar nu totaal geen moeite mee heb. Wanneer mijn meditatiesessie volgende week zaterdag ‘s ochtends eindigt, kan ik gelukkig wel gelijk door naar Free Your Mind Festival in Arnhem. Eén weekend overslaan is wel meer dan voldoende.
Op de volgende dag, dag vijf, wordt de term ‘strong determination’ geïntroduceerd. Het wil zeggen dat je in de groepsessies niet meer van beenpositie mag veranderen nadat je bent gaan zitten, dat je ogen gesloten moeten blijven en je handen en voeten dezelfde positie moeten behouden gedurende het meditatieuur. Het eerste half uur is dat best prima vol te houden, het kwartier erna is ook nog oké. Het zijn de laatste vijftien minuten die het gruwelijk lastig en pijnlijk maken. Elke minuut lijkt een uur te duren en ik heb dan ook het gevoel dat men per ongeluk de tijd vergeten is. Je mag de zaal echter niet uitlopen om dit te checken – en dus zit er niets anders op dan te wachten tot de assistent teacher eindelijk het PLAY-knopje van de DVD-speler indrukt en de guru ons (zoals na elk meditatie-uur) drie keer achter elkaar veel rust, voorspoed en harmonie (‘bavatum, savem, mangela’) toewenst in het Hindi. Waarna iedereen dan weer drie keer achter elkaar ‘sadu’ moet zeggen: ‘jij ook’. Ik kan het na vijf dagen eigenlijk al niet meer horen. Ik heb mijn afkeuren duidelijk nog niet laten varen.
strong determination
Ondanks de pijn, bewijs ik in alle drie de groepsmeditatiesessies mijn strong determination en heb al met al eigenlijk best een prima dag. Nu we vipassana meditatie doen, is de dag gelukkig een stuk afwisselender geworden. Ik werd mijn bovenlip behoorlijk zat. Die middag is het geweldig weer – en dus chill ik dik een uur op het gras. Heel even bedenk ik dat het net vakantie lijkt. Tot de gong weer gaat, ik weer netjes de meditatiezaal in loop en besef dat je in een vakantie zélf mag beslissen wat je wilt doen – en dit dus zeker geen vakantie is.
Dag zes word ik in eerste instantie blij wakker. Ik ben eindelijk over de helft – mentaal gezien een belangrijke mijlpaal. Ik merk gedurende de dag echter dat ik behoorlijk in mezelf gekeerd ben. Tussen de middag loop ik in doelloze cirkeltjes rond, als een robot-ijsbeer. Met vaste, strakke passen als die van een soldaat. En met het heen en weer wandelen van een ijsbeer. Of het ermee te maken heeft of niet weet ik niet, maar einde middag ervaar ik voor het eerst een soort energiestroom in mijn lichaam tijdens het mediteren. Terwijl de guru op de CD aangeeft dat ik met mijn hoofd één voor één alle delen van mijn lichaam af moet gaan, raast de energie als een soort tsunami door mijn lichaam heen en weer. Als een losgeslagen hond die nodig getemt moet worden. Er is duidelijk een nieuwe fase aangebroken.
verveling slaat toe
Die avond slaat het weer opeens om. Net wanneer het laatste meditatie-uur afgelopen is, zijn we getuige van een spectaculair onweer in de lucht. Met wijdgesperde ogen staan we op een rijtje en kijken naar de lucht, waar enorme flitsen eerst de lucht oplichten, om zich daarna met een enorme donder in het hoogste gebouw van de omgeving te boren. Een magisch en (gek genoeg) harmonieus moment, juist omdat we niet mogen praten maar ons gek genoeg toch heel verbonden met elkaar voelen. Soms laat de natuur zich van zo’n grootse kant zien, dat je als mens weer even weet waar je in de pikorde staat – en je realiseert waar het echt om gaat in het leven. Alles voelt daarna opeens een stuk lichter dan daarvoor.
Op dag zeven heb ik het voor het eerst echt zwaar. Ik heb zó geen zin meer om te mediteren. Voor mijn gevoel heb ik mijn doel al bereikt, namelijk die energieflow in mijn lichaam. Daardoor heb ik opeens geen nieuw doel meer en vraag ik me opeens af wat ik dan de komende vier dagen nog ga doen hier. Duidelijk een gevalletje van ‘barrière vijf’ – een heel lastige. De ochend verloopt nog wel aardig, maar aan de middag lijkt maar geen einde te komen. Heel even denk ik erover om op te stappen. Maar na een paar minuten besluit ik gewoon verder te gaan. Niks opgeven, gewoon doorgaan. Ook al heb ik echt geen zin.
met een kluitje het riet in
Die middag schrijf ik me voor de tweede keer die week in voor het spreekuur van de assistent teacher. Ik wil weten of het normaal is dat de energie door mijn lichaam raast (in plaats van golft) en hoe ik die eventueel kan temmen. Het antwoord is vaag en een herhaling van wat guru Goenka op de CD minimaal honderd keer per dag zegt. Mijn tweede vraag heeft betrekking op de dromen die ik bijna dagelijks heb sinds ik hier ben. Elke droom heeft hetzelfde thema, namelijk achtervolging, mensen die mij iets aan willen doen. Ik wil dan ook graag de betekenis ervan weten. Het antwoord is net zo vaag als dat op mijn vorige vraag: ‘Don’t try to analyse the content of the dream, just accept and be happy that you have the dream’. Tja.
Compleet gedesillusioneerd loop ik de meditatiezaal uit. Ik ben zo verbouwereerd dat ik bij buitenkomst zomaar begin te praten tegen een dame die ook op een ‘interview with the teacher’ staat te wachten; dat ik hoop dat hij haar wél antwoord geeft op haar vragen. Overigens hoor ik op dag tien -wanneer we weer mogen praten- dat hij tegen haar letterlijk hetzelfde heeft gezegd als tegen mij. Ik moet het dus maar niet persoonlijk opvatten.
angst
Gelukkig heb ik al mijn dromen in het kort opgeschreven, zodat ik ze nog kan terughalen in mijn geest. Het zijn er zes in totaal, elke nacht één. Er zitten bijzonder veel overeenkomsten in de zes dromen – zoals het feit dat ik erin aangevallen wordt én dat dit geheel onverwachts gebeurt na een heel ‘gezellige’ droom. Daarnaast vindt de aanval iedere keer plaats door mensen met wie ik het goed kan vinden en die ik volledig vertrouw. Blijkbaar ben ik bang om (weer) met een mes in de rug gestoken te worden door bekenden – net als in het verleden weleens gebeurt is. Angst is daarmee duidelijk de basis-emotie in mijn dromen, niet woede of verdriet.
Als ik er wat langer over nadenk, blijkt dat ook wel te kloppen. Ik heb angst om los te laten en de controle te verliezen. Maar ook verlatingsangst en angst dat ik, tegen de tijd dat ik eindelijk die perfecte relatie heb, te oud ben om kinderen te krijgen. Angst dat ik er nooit achter zal komen wat ik echt wil. Of dat wat ik echt wil niet kan doen, doordat dat financieel niet haalbaar is. Maar vooral heb ik de angst dat ik niet voldoe aan de eisen die mensen om mij heen aan mij stellen. Eisen die gelden bij het aangaan en onderhouden van vriendschappen of een relatie. Eisen die een werkgever aan mij stelt bij mijn werk. Maar ook de eisen die mijn vader heeft naar mij, zijn kind, om zijn trots te verdienen. Tenslotte heb ik ook nog de angst dat ik door al deze angsten nooit helemaal relaxt zal worden en mijn leven en ikzelf altijd een rollercoaster zullen blijven.
uitgeslapen
Al die angsten leiden er toe, dat ik altijd denk dat dingen die fout gaan aan míj liggen. En dat ik bijna constant een soort schuldgevoel heb – ook al doe ik alles wat ik kan of moet doen. Ik heb nooit het gevoel dat het goed genoeg is wat ik doe – wat uiteindelijk mijn basisangst is die overal aan ten grondslag ligt. Ik doe daardoor altijd te hard mijn best om het tegendeel te bewijzen; een garantie voor falen in het algemeen.
Slapen die nacht gaat lastiger dan normaal. Ik ben blijkbaar gewoon uitgeslapen – iets wat in Amsterdam zelden voorkomt. De rest van de morgen kan ik maar moeilijk in de meditatie-stand komen. Ik ben in mijn hoofd meer bij RTL Boulevard en de uitreiking van de Gouden Kooi dan bij mijn energieflow, die door mijn rusteloosheid maar niet doorzet. Is mijn geest eindelijk bevrijd van zware dingen, krijg ik dit. Overigens blijkt het vanaf vandaag wél de bedoeling te zijn dat je een soort golf van energie krijgt door je lijf – en dat ik dus gewoon een paar dagen vooruitliep op wat eigenlijk de bedoeling was.
nog even geduld
Op de één na laatste dag, dag negen, verslaap ik me – en word net als mijn roomie Christien ‘pas’ wakker als het ‘al’ half vijf is. In plaats van als een gek naar de meditatiezaal te rennen, besluit ik om rustig aan te doen, gewoon mijn dagelijkse ochtendritueeltje uit te voeren en daarna ontspannen naar de meditatiezaal te gaan. Prima plan. Het blijkt nog te werken ook: voor het eerst lijk ik mijn energieflow enigszins onder controle te hebben en heb ik geen issues on my mind. Het voelt goed; mijn dip van eergisteren is echt voorbij. Nog maar één dag en dan mogen we weer praten! De dag gaat dan ook relatief snel voorbij. Het lijkt wel alsof er een soort gewenning optreedt in mijn hoofd, na zoveel dagen met hetzelfde stramien.
Hoe anders dan mijn leven in Amsterdam, waar alles gebaseerd is op prikkels van buitenaf. Waarin ik altijd haast heb, nooit voor één uur ’s nachts slaap en nooit van tevoren weet wat ik ga doen of wie ik ga zien of spreken. Maar waarin ik hoe dan ook continu geprikkeld wordt door zaken van buitenaf, zoals televisie, radio, muziek, telefoongesprekken of ontmoetingen met vrienden – zelfs als ik op de fiets, in de auto of in de trein zit. Na een week in dit rustoord lijkt Amsterdam opeens zó ver weg. Ik kan me opeens niets meer voorstellen bij het hectische leven daar en zit voor nu helemaal op mijn plek hier. Met een deken over mijn hoofd, oeverloos rondjes wandelend door het kleine stukje tuin, net als iedereen hier.
een magische dag
Ik ben inmiddels zo uitgerust door al die regelmaat, dat ik die nacht wederom naar het plafond lig te staren. Het voelt alsof ik drie red bull op heb en door de adrenaline niet in slaap kom. Ook val ik steeds minder vaak in slaap tijdens de zelf-meditatiesessies, simpelweg omdat ik zo uitgeslapen ben dat ik niet meer zomaar in slaap kán vallen. Doordat mijn hoofd steeds leger is en ik steeds meer uitgerust ben, wordt het mediteren steeds makkelijker.
En dan is het opeens vrijdag. Dag tien. Een magische dag, want vandaag mogen we vanaf tien uur ’s morgens weer praten. Het tijdstip waarop dat pas mag, heb ik echter totaal niet meegekregen. En dus sta ik om vier uur al heel vrolijk op met een dikke ‘goedemorgen’ naar Christien toe – die de bordjes buiten wél gelezen heeft, waarop staat dat het nog tot tien uur nog stil moet zijn. Ik ben bijna beledigd dat ze niets terug zegt, tot ik het bordje ook zie. Nog even geduld dus.
vrijheid
Maar dan is het tien uur. En mogen we eindelijk weer praten – een gelukzalig gevoel na bijna elf dagen stil zijn. Ik heb de rest van de dag een dikke glimlach op mijn gezicht; stralend van oor tot oor alsof ik een klein kind ben dat een cadeautje heeft gekregen. Zo voelt het ook. Eindelijk krijg ik de kans om te erachter te komen wie de mensen zijn die naast, achter en voor me hebben gezeten tijdens het mediteren en eten. Bijna alle dames waar ik een echte klik mee heb, blijken uit Amsterdam te komen. En dat terwijl dit meditatiecentrum toch niet echt om de hoek ligt. Toeval of niet?
Voor het eerst mogen we ook met de mannen praten – en dus ook met mijn feestvriend Tom. Mijn andere feestvriend blijkt halverwege de week te zijn afgehaakt. Het weer is gelukkig goed; met een kruidenthee erbij voelt het bijna alsof ik in het Vondelpark zit. Behalve dat ik daar waarschijnlijk aan de wijn was gegaan. Het is door de relaxte sfeer extra moeilijk om daarna weer te gaan mediteren. Maar het moet – nog even doorzetten dus. Die avond val ik met een gelukzalig gevoel in slaap.
tijd voor reflectie
De volgende dag is er nog een vroege ochtend meditatiesessie, voordat Christien en ik ons kamertje schoonmaken en ik echt kan gaan. Ik heb afgesproken om bij mijn zus Saskia in Brabant te gaan ontbijten. In de auto staat zoals altijd een fijn setje met electronische minimal muziek op; het voelt heerlijk om ernaar te luisteren. Aan roken heb ik nog even geen behoefte, aan drinken ook niet – laat staan aan koffie.
Ik heb op weg naar mijn zus tijd om de afgelopen week te overdenken en de balans op te maken. Wat vond ik nou echt moeilijk, en wat viel nou eigenlijk mee? En waarom hield ik het uiteindelijk vol, iets waar ik stiekem best heel trots op ben. Wat uiteindelijk alleszins mee viel is het niet praten. Maar ook sigaretten, koffie en alcohol heb ik totaal niet gemist. Het vroege naar bed gaan vond ik geen big issue, het vroege opstaan al helemaal niet. Ook het eten vond ik alleen maar prima, zelfs aan niet meer eten na de ochtend wen je. En aan de vegetarische keuken al helemaal – die was echt geweldig. Tot slot had ik verwacht dat ik gek zou worden van leven in zo’n klein levensgebied oppervlak. Niet dus.
jaloers op mezelf
Wat me wel bijzonder zwaar viel was het monotone dagritme, dat zich steeds weer herhaalt. Zeker omdat je niets anders te doen hebt, duurt elke dag lang. Het idee dat je op dag vier zit en er nog zes te gaan hebt, is daardoor echt killing – zeker doordat je geen contact met de buitenwereld hebt en niet even je telefoon kunt checken, om te zien of alles goed gaat daar. Het loslaten van dagelijkse to do’s vond ik ook lastig, met name omdat ik die bij vertrek niet goed op orde had. Echt een verbeterpuntje dat veel kopzorgen gescheeld had.
Eén van de doelen die ik van tevoren gesteld had, was erachter komen of ik nog issues heb die ik niet heb opgelost. Het antwoord op die vraag is duidelijk. Nee, eigenlijk niet. Ik heb geen issues ontdekt die ik totaal niet erkend en verwerkt heb. Wat ik met name beseft heb, is dat ik gewoon heel blij ben met mijn leven. Dat ik eigenlijk alles heb wat mijn hartje begeert. Dat ik jaloers op mezelf mag zijn. En het voelt als een kick en een overwinning dat ik dit vol gehouden heb. Een paar jaar geleden had ik die rust waarschijnlijk niet gehad.
free my mind
Na een relaxt ontbijt bij mij zus, rijd ik door naar Arnhem om naar Free Your Mind Festival te gaan. Hoe surrealistisch. Ik sta op de gastenlijst en bij de ingang ontmoet ik per toeval gelijk een vriendin. Heerlijk om te zien dat als je zelf dingen los laat, alles altijd vanzelf goed komt. Het enige dat ik de hele dag drink is water; stimulerende middelen in wat voor vorm dan ook zijn vandaag een no go. Ik ben echter in zo’n goed humeur en heb zóveel energie, dat het überhaupt weinig uitmaakt met wie ik ben, wat ik drink of hoe de muziek is. Het geeft een kick om te zien wat een energie ik van mezelf heb en hoe ontzettend blij ik ben – ook al kom ik twee ex-en tegen met hun nieuwe vriendin. Soms kun je niets aan, soms de hele wereld – zonder dat het je breekt. Gelukkig is dit keer het laatste het geval.
Als het festival bijna is afgelopen, hoor ik opeens Underworld’s ‘Born Slippy’ op de main stage galmen. Wat een kadootje. Ik ren het veld op en voel een ongeëvenaard gevoel van vrijheid en overwinning. Ik heb het gevoel dat er iemand is die met me mee rent, aanmoedigt en vertelt dat ik goed bezig ben. Mijn astroloog in India voorspelde me drie jaar geleden dat ik in een strijd zou komen tussen materialisme en spiritualisme. En tussen creativiteit en zakelijkheid. We gaan de komende tijd zien hoe die strijd uitpakt. Ik ben er na vandaag klaar voor. Kom maar op!
–
meer reisverhalen uit west-europa
Wil je meer weten over mijn ervaringen in West-Europa? Lees dan deze verhalen:
belgië, nederland e.a. – kentekenbusiness
luxemburg – saai, saaier, saaist
luxemburg – schimmig belastingparadijs
schotland – dood door (eigen) schuld
–