reisavontuur in maleisië & indonesië – 2011
Plastic soep: tot een paar jaar geleden was het – althans voor mijzelf – een volledig onbekend begrip. Inmiddels kun je geen krant meer openslaan of het gaat over de vraag wat we in hemelsnaam aan moeten met al dat plastic. Maleisië blijkt – voor de korte termijn – het antwoord op die vraag te bieden. Dat land is in het laatste decennium namelijk één van ’s werelds grootste importeurs van plastic geworden. Het land importeert – nu China het niet meer wil – afval van westerse landen dat de rest van de wereld niet wil. Een klein Maleis’ stadje betaalt hiervoor de prijs en wordt inmiddels bedolven onder maar liefst 17.000 ton afval.
desillusie
Nou heb ik tot voor kort mij nooit schuldig gevoeld over het gebruik van plastic. Ignorance is bliss zou je denken. Zelfs bij het pakken van een nieuw boterhamzakje, elke dag weer opnieuw, ging er geen belletje rinkelen in mijn hoofd. Noch bij het pakken van een extra (toen nog gratis) plastic tas in de Albert Heijn, elke keer dat ik boodschappen deed en een tas vergeten was mee te nemen. Maar met al die berichten over rondzwervend plastic is dat gevoel behoorlijk veranderd. Des te beter dat er tegenwoordig recycling plaatsvindt van plastic, was mijn gedachte. In diezelfde gedachte werd mijn plastic direct from scratch naar een plasticverwerkende fabriek gebracht, in de buurt van mijn woonplaats Amsterdam. Wie schetst dan ook mijn verbazing toen ik hoorde dat veel van ons plastic gerecycled wordt in landen als Maleisië, ver weg van de westerse wereld. En dat veel van dat plastic daar uiteindelijk open en bloot verbrand wordt, ten koste van de lucht, het land en de gezondheid van de omwonenden. Recycling my ass. Wat een desillusie.
Ik kwam hierachter toen ik samen met mijn vriend Kris en zoon Zev in Maleisië was tijdens een drie maanden lange reis door onder andere Azië – die op zichzelf ook niet persé heel goed is voor het milieu, maar dat terzijde. Ik hoorde en las toen al over de vele plasticverbrandingen die in het land plaatsvonden. Die zag en vooral rook je ook overal, al was dat op kleine schaal. Wanneer er geen vuilnisophaaldienst beschikbaar is, stap je als bewoners al snel over op de verbranding van je vuilnis. En net als in Nederland, bestaat die ook in Maleisië voor een groot deel uit wegwerpplastic.
king of the castle
Op dat moment is China echter nog de absolute king of the castle als het gaat om de recycling van plastic. De situatie op dat moment in Maleisië is dan ook niet te vergelijken met hoe die nu is, na de importstop van plastic door China in 2018. Over het dorp Jenjarom, dat inmiddels de nummer één plastic dumpplek van de wereld wordt genoemd, had niemand het dan ook toen wij er waren in 2014. Ironisch genoeg gaat de grootschalige illegale plasticverbranding in Maleisië dan ook hand in hand met het verbod op de invoer ervan in China, in 2017. Alleen al in dat jaar had China zeven miljoen ton plastic schroot opgenomen. Veel milieuactivisten beschouwden het dan ook als een overwinning toen China zich terugtrok uit dat proces. Maar met een gebrek aan een alternatief, ging het grootste deel van het plastic afval vanaf die tijd gewoon ergens anders heen – en dat was naar Maleisië. Om precies te zijn naar Jenjarom, een dorp in het westen van Maleisië.
Nou heb ik het plaatsje zelf nooit bezocht 2014; waarschijnlijk was het toen nog net zo nietszeggend als in de decennia daarvoor. Inmiddels is het dorp beroemd, maar for all the wrong reasons. De verhalen van dorpsbewoners spreken daarbij voor zichzelf. Elke avond wordt er namelijk op grote schaal plastic verbrand, achter gesloten deuren. Helaas kent de lucht geen deuren, en dus zitten omwonenden elke avond in een soort gifwolk. Omwonenden worden iedere nacht geconfronteerd met een scherpe geur, alsof rubber wordt verbrand. De bron van de geur zijn illegale recyclingfabrieken, die in het geheim plastic verbrandden. Die fabrieken hadden in elke stad kunnen staan, maar Jenjarom’s nabijheid van Port Klang – de grootste haven van Maleisië en de primaire toegangspoort voor de plastic import van het land – maakte het de ideale locatie. De cijfers spreken voor zich. Alleen al van januari tot juli 2018 werd 754.000 ton plastic afval geïmporteerd in Maleisië.
illegale fabrieken
Criminelen zagen hun kans schoon om hier op een vuile manier veel geld aan te verdienen. Al snel waren er 33 illegale fabrieken in Kuala Langat – het district waar Jenjarom ligt. Sommigen ontstonden in de buurt van dichte palmolieplantages, anderen waren dichter bij de stad. Pas na maanden kwamen bewoners achter hun bestaan, doordat zij een patroon herkenden in de geur die zij elke nacht roken en gezondheidsklachten die daarmee gepaard gingen: extreme huiduitslag, moeheid, hoesten en een algemeen gevoel van onwel zijn. Het inademen van deze plastic dampen is bovendien kankerverwekkend. Hoe serieus de gezondheidsrisico’s zijn, hangt in hoge mate af van de soorten kunststoffen die worden verbrand en de mate van blootstelling daaraan. Veel bewoners hebben echter geen idee van of zijn onverschillig voor de mogelijke gevolgen van de brand. They are simply trying to make a living en begrijpen niet dat het iets is dat hen langzaam kan vergiftigen. Ze proberen er simpelweg aan te wennen, in de hoop dat het lichaam eraan went.
De grote vraag is dan ook: waarom misbruiken wij niet-westerse landen om onze eigen rotzooi op te ruimen? Dat wil zeggen: waarom recyclen we dat plastic niet gewoon in ons eigen land? En waarom heeft Maleisië zich vrijwillig opgeworpen om dienst te doen als wereldwijde plastic vuilnisbelt? En tenslotte: is recycling niet een grote farce wanneer het plastic eerst met een (kerosine slurpend) vliegtuig naar de andere kant van de wereld gevlogen dient te worden, om daarna alsnog in de open lucht verbrand te worden? Om met de laatste vraag te beginnen: het verhaal is niet zo simpel. Plastic afval wordt meestal gerecycleerd tot pellets, die vervolgens kunnen worden gebruikt om andere soorten plastic te produceren. Echter: niet al het plastic kan worden gerecycled, dus legale recyclingfabrieken moeten niet-recyclebare plastics naar afvalcentra sturen – iets dat geld kost. Illegale recyclingfabrieken kiezen er daarom voor om het afval ‘weg te gooien’, door het te begraven of verbranden.
opgeruimd staat netjes
Waarom Maleisië zo happig was op het vullen van de leegte na het importverbod van China, is niet al te moeilijk om te raden. Het land hoopte op een snelle manier winst mee te maken uit de snelgroeiende plasticrecyclingindustrie. Die heeft immers een waarde van maar liefst ruim 730 miljoen euro per jaar – een aardig zakcentje voor een tweedewereldland als Maleisië. Evenmin is het lastig te raden waarom westerse landen de recycling niet zelf voor hun rekening nemen. Het is immers goedkoper om dat ver weg te laten doen, waar regelgeving minder strikt is en er geen omkijken meer naar is. Opgeruimd staat netjes, zo is de gedachte waarschijnlijk.
Het goede nieuws is dat de Maleisische regering inmiddels 33 illegale fabrieken heeft gesloten in Jenjarom. De kankerverwekkende dampen zijn daarmee verdwenen in die stad. De 17.000 ton afval die deze fabrieken achterlaten is er echter nog steeds – een aanzienlijk getal gezien het inwoneraantal van 30.000. Het grootste deel van dit afval is inmiddels meegenomen door de autoriteiten, maar dat geldt niet voor alles. Zo staat er maar liefst 4.000 ton plastic afval op één plek – een enorme berg vuilnis die open toegankelijk is voor iedereen die er langs loopt.
kankerverwekkende dampen
Er zijn verschillende opties beschikbaar om daar vanaf te komen. De meest haalbare daarvan is om het afval naar een cementfabriek te sturen, die het plastic verbrandt om warmte voor hun ketel te genereren. Maar deze oplossing zou hoge kosten met zich meebrengen voor de overheid. Daarnaast is Jenjarom slechts één stad in Maleisië – het probleem van illegale plasticrecycling houdt daar niet op. Veel van deze illegale fabrieksexploitanten huren het land van lokale Maleisische landeigenaren en richten zeer primitieve fabrieken op. Wordt zo’n fabrieksoperator betrapt, dan rent hij gewoon weg en verhuist hij zijn toko naar een ander deel van Maleisië.Het vinden van land om te huren is nooit lastig: voor een landeigenaar levert zo’n fabriek relatief gezien veel geld op. Bovendien ziet de landeigenaar zichzelf niet als onderdeel van het probleem.
Door de verschuiving van het probleem van China naar Maleisië is bovendien wel duidelijk geworden dat je met het sluiten van fabrieken niet het plasticprobleem oplost. Ergens anders in de wereld worden fabrieken wellicht klaargestoomd om hun rol over te nemen. Plastic gaat hoe dan ook nooit uit zichzelf weg. Het probleem van illegale plasticrecycling zal waarschijnlijk niet effectief worden opgelost zonder een volledig verbod op plasticrecycling in het land. Maar door het zakelijke potentieel voor Maleisië lijkt dat scenario onwaarschijnlijk. Wel gelden er inmiddels strengere regels voor importeurs van plastic. Zo moeten ze nu voldoen aan nieuw opgelegde criteria voordat ze een goedkeuringsvergunning kunnen krijgen om plastic afval te importeren.
systeemfout
Tegelijkertijd zit er een enorme fout in het mondiale plastic recyclingsysteem. Zo is er geen handelscode waaruit kan worden afgeleid of geïmporteerd afval van goede kwaliteit is of besmet is. Wat dan ook nodig is, is systemische standaardisatie voor afval, met een goed etiketteringssysteem dat met dit onderscheid rekening houdt. Maar vooralsnog is dat er niet.Ondertussen neemt de hoeveelheid plastic in ons land nog altijd toe. Lagen tomaten tot een paar jaar terug nog los in een bak bij de supermarkt, nu zit alles voorverpakt in plastic. Dat geldt ook voor ander fruit en groenten. Het nut van dat plastic is mij niet altijd duidelijk. Waarom moet een komkommer verpakt zijn in plastic?
Wanneer ik eenmaal thuis nog wat verder in de recycling business duik, blijkt het verhaal nog complexer te zijn. Nederland blijkt zelf namelijk óók plastic van andere landen te recyclen. En niet zo’n beetje ook: we staan met ons kleine kikkerlandje op maar liefst de … plaats en importeerden in 2017 maar liefst … kilo gerecycled plastic afval. Maar hoe dan? En vooral waarom? <uitleg waarom wij plastic van anderen recyclen. We zijn overigens niet alleen op gebied van plastic een van de weinige landen die andermans shit opruimt. Dat geldt
kunstgrasvelden
Dat we een probleem hebben om van plastic af te komen, blijkt ook uit de fabrieken die de recycling van kunstgrasvelden voor zijn rekening nemen in Nederland. Dat zijn er twee, beide fabrieken zitten opgescheept met een enorme hoeveelheid rollen uitgerangeerd kunstgras, bedoeld voor recycling. Beide fabrieken lukt het niet om op een legale manier te recyclen, of dat nou door hebberigheid komt of doordat het uiteindelijk gewoon niet rendabel is om kunstgras te recyclen is onduidelijk. Het trekt hoe dan ook louche ondernemers aan – ook in Nederland. Eén ding weet ik zeker: ik zamel plastic vanaf nu niet meer gescheiden in. Laten we ophouden ons plasticprobleem op landen af te schuiven die aan de andere kant van de wereld liggen. Wat mij betreft houden westerse landen hun eigen broek op en recyclen we zelf ons plastic zelf recyclen of verbranden, in fabrieken die daarop gebouwd zijn met moderne technieken om de schadelijke effecten daarvan te minimaliseren.
Op reis in Ghana viel het ook op dat zelfs de meest prachtige baaitjes, met kristalhelder water, gevuld zijn met plastic. Elke ochtend staat er iemand urenlang plastic te rapen en als je er in zee zwemt zie je overal om je heen stukjes plastic. Bij een authentieke bevolkings-groep, die er al sinds de vijftiende eeuw in huizen op palen in het water woont en bekend staat om haar authentieke levenswijze, zien we het hele water vol met plastic liggen. Het is niet zo dat men er niet om geeft, maar men ziet het probleem er niet van in. De hele discussie rondom plastic is gewoon nog niet doorgedrongen tot dit soort gemeenschappen. Wanneer we in Accra vervolgens bij een beachclub een cocktail drinken, valt het op dat naast ons een vuilnisbelt ligt. Direct aan zee, en zonder dat het plastic vast ligt. Elke keer dat het vloed wordt stroomt de losliggende plastic direct in zee. Tenenkrommend.
dweilen met de kraan open
Zolang er per minuut een vrachtwagen met plastic in de oceaan geloosd wordt, kunnen we hier ons best doen zoveel we willen maar het wordt niets. Voor nu wacht ik vooral op het moment dat bedrijven stoppen met extra, loze plastic verpakkingen en gewoon plastic vervangen door biologisch afbreekbaar plastic, zoals online supermarkt Picnic al doet. Naast het feit dat zij mijn boodschappen met een schattig elektrisch wagentje bezorgen dat niemand in de weg staat, voelt het alsof ik op die manier toch iets bijdraag aan het plastic probleem. Hoe dan ook: in mijn hoofd is een zaadje geplant. En dat is maar goed ook.
–
meer reisverhalen in zuidoost-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuidoost-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
brunei – krokodillen in de achtertuin
cambodja – huilen zonder tranen
indonesië – klaar voor eruptie
indonesië e.a. – fast fashion victim
indonesië, e.a. – springlevende doden
indonesië & dominicaanse republiek – vergeten oorlog
maleisië & cuba – een beetje dom
maleisië e.a. – risky business
singapore & maleisië – noodlottige grensovergang
singapore, bali e.a. – rugzak vol luiers
thailand – magische paddenstoelen
thailand – met de nek aankijken
vietnam – authentiek dierenleed
vietnam – same same, but different
vietnam e.a. – offline daten 2.0
–
reis je met me mee?
–