reisavontuur in o.a. suriname & venezuela – 2008
Mijn allereerste ervaring met Venezuela begint een week voordat ik er voet aan wal zet. Ik heb namelijk in Trinidad afgesproken met mijn Duitse vriendin Sarah, die vanuit Duitsland naar Venezuela is gevlogen en voor de vlucht naar Trinidad nou nét de verkeerde vliegmaatschappij heeft uitgekozen. Door vliegtuigen van de nationale luchtvaartmaatschappij Aeropostal te boycotten, lukt het president Chavez niet alleen om deze luchtvaartmaatschappij in een kwaad daglicht te zetten, maar óók om mij 48 uur te laten wachten op een vlucht die maar niet komt. Ondertussen leidt Sarah honger en dorst op een verlaten luchthaven en mag zij uiteindelijk haar slipjes en BH’s van de bagageband plukken. Weet van elkaars situatie hebben we echter niet, want een mobiele telefoon hebben we geen van tweeën op zak. Wat een gedoe.
surinaamse praktijken
Ik moet zelf die dag uit Suriname komen, waar ik ruim een week heb gelogeerd bij een Nederlands vriendinnetje dat daar stage loopt. Mijn eigen vlucht naar Trinidad loopt die dag ook niet geheel flex. Op de luchthaven van Paramaribo die nacht, kom ik er namelijk achter dat mijn eigen vlucht ook vier uur vertraagt is. De hele airport is daarom bij aankomst om vier uur ’s nachts nog dicht; als enige van alle passagiers heb ik dit niet van tevoren gecheckt. Gelukkig wil de bewaker de vertrekhal wel voor me open doen, zodat ik binnen kan wachten in plaats van buiten – waar het ´s nachts niet echt pluis is. Gelukkig doet hij (op mijn verzoek) achter me wel weer de deuren dicht, zodat die onpluise mannen niet opeens voor mijn neus staan als ik daar zit of lig. En zo zit ik opeens moederziel alleen in de luchthaven van Paramaribo, in plaats van in een vliegtuig op weg naar Trinidad. Wat ergens een heel bijzonder idee is, want wanneer ben je nou echt helemaal in je eentje in een vertrek- of aankomsthal op een internationale airport? Tegelijkertijd is het een beetje creepy idee. Want stel dat iemand zich heeft verscholen in de wc en ik dus op geen enkele manier er meer uit kan?
De positieve kant van mijn opsluiting overwint het gelukkig in mijn hoofd van de negatieve – en dus zet ik mijn negatieve gedachten opzij en probeer gewikkeld in mijn fleece-dekentje, op de grond van vertrekhal 1 wat te slapen om de tijd tot tien uur te doden. Overigens is vertrekhal 1 ook de enige vertrekhal in de hele luchthaven; het vliegveld heeft immers maar twee gates en is daarmee een van de kleinste die ik ooit heb gezien. Terwijl ik op de grond lig en de slaap probeer te vatten, heb ik opeens een déjà vu naar 1997, wanneer ik tijdens het interrailen met vriendin Suzanne een nacht in een verlaten haven in Corfu op de grond doorbreng. Ik moet stiekem wel een beetje om mezelf lachen. Zie mij als 32-jarige management consultant nu hier liggen, als een soort zwerver op de grond. Dat ik nog altijd overal kan slapen, blijkt als ik pas om half acht wakker word en er al tientallen mensen naast mij aan het inchecken zijn. Ik voel me lichtelijk gênant dat ik hier als een soort halve zwerver naast hen lig. Ik lig echter zó lekker, dat ik me nog een keer omdraai en pas een kwartier later de fut heb om op te staan, mijn broek, rok en shawl te fatsoeneren en met mijn rugzak in de rij van de incheckbalie te gaan staan.
eindeloos uitstel
Wanneer ik om tien uur ’s ochtends op de luchthaven van Port of Spain -de hoofdstad van Trinidad & Tobago- arriveer, zou Sarah daar eigenlijk ook bijna moeten landen. Niets aan de hand, zo lijkt het. Tot een half uur van tevoren opeens haar vlucht van de monitor verdwijnt. Navraag bij diverse instanties leidt ertoe dat ik één ding zeker weet: haar vlucht is geannuleerd, om wat voor reden dan ook. Wat er wél gaat gebeuren, is echter niet duidelijk. Hadden we op dat moment maar een mobiele telefoon allebei. Maar helaas, die hebben we allebei niet mee op reis. En internet heb ik hier ook niet, waardoor communicatie via e-mail ook geen optie is. En dus krijg ik haar niet te pakken – en weet ik even niet zo goed wat slim is. We hebben namelijk hier op de luchthaven afgesproken, om vandaag door te vliegen naar Tobago. Ik heb dan ook geen hotel in Port of Spain geboekt waar ik eventueel kan wachten op haar. Het lijkt erop dat er slechts één andere vlucht uit Caracas vertrekt die dag, met een andere luchtvaartmaatschappij. Die komt om drie uur vanmiddag aan – en dus besluit ik daarop te wachten en ondertussen te hopen dat ze die alternatieve vlucht ook echt genomen heeft.
Op dat moment weet ik nog niet hoe het Venezuelaanse vliegsysteem in elkaar zit. Venezuela kent blijkbaar twee airlines, waarvan er één eigendom is van de communistische president Chavez: Conviasa. Aeropostal daarentegen is de nationale luchtvaartmaatschappij van Venezuela. President Chavez heeft echter geen belangen in deze nationale airline en doet er daarom alles aan om vluchten van Aeropostal te boycotten en zijn eigen vluchten van Conviasa voorrang te geven. Bijvoorbeeld door altijd op tijd te vliegen, maar ook door de mooiste en nieuwste vliegtuigen van Venezuela te laten vliegen onder zijn eigen label. Helaas vliegt Sarah met Aeropostal, niet met Conviasa. Wat dit voor direct gevolg heeft, weet ik op dat moment echter nog niet.
déjà vu
Terwijl ik zit te wachten, hoor ik dat Sarah’s eigen vlucht is uitgesteld tot twee uur vannacht. Dat betekent dat ik nog ruim veertien uur moet wachten tot het zo ver is. Mocht ze niet op de vlucht van vanmiddag zitten, dan ga ik Port of Spain in en kom ik vannacht terug om haar alsnog op te halen en de eerste vlucht naar Tobago te pakken – zo besluit ik. Het voelt hoe dan ook fijn om een plan te hebben. Er is niets dat rotter is dan de hele dag op die luchthaven te zitten, niets te weten en geen contact te kunnen leggen. Ik heb wederom een déjà vu naar mijn interrailtrip met Suzanne, waarin de trein naar Berlijn voor mijn neus wegreed terwijl Suus er al in zat. Ik had net broodjes gehaald op het station van München en kon wel janken. Ik wist namelijk niet wat zij zou gaan doen en dus kon ik mijn plan daar totaal niet op aanpassen. Het was anno 1997 en een mobiele telefoon, e-mail en internet onderweg bestond nog niet. Je moet op zo’n moment maar hopen dat je het goede doet en elkaar weer terug ziet. Datzelfde geldt nu, anno 2008 – ondanks alle moderne communicatiemiddelen.
Ik weet de dame bij de incheckbalie zo ver te krijgen dat ik op de computer van de luchtvaartmaatschappij even mijn e-mail mag checken. Ik zie dat Sarah’s vriend Lars me gemaild heeft: Sarah kan niet e-mailen vanaf de luchthaven in Caracas, maar heeft wel heel even kunnen bellen met hem. Aangezien we geen van beiden een telefoon bij ons hebben, is Lars de perfecte intermediair. Het enige dat ze aan hem heeft doorgegeven is dat haar vlucht vertraagd is. Niet hoe lang of wanneer ze wél komt. Een typische dode mus is dit bericht dan ook. Ik mail Lars terug, in de hoop op meer details. Die blijven echter uit. Dan maar gewoon afwachten tot de alternatieve vlucht vanmiddag arriveert – en een beetje chillen tot die tijd.
plan B
De tijd vliegt gelukkig voorbij; voordat ik het weet is het drie uur – en wacht ik vol verwachting op haar in de aankomsthal. Ze zit er echter niet bij – en dus moet mijn Plan B maar van kracht gaan. Ik dump mijn tas bij het left luggage-depot, ga de stad in en kom pas vannacht weer terug naar het vliegveld. Ik check nog een keer of die vlucht wel écht gaat, pak een bus naar het centrum van Port of Spain en ga lekker de stad in. Helaas heb ik tegen de tijd dat ik daar ben nog maar anderhalf uur voordat het donker is; na die tijd is het niet veilig genoeg om buiten rond te zwerven. De taxi blijkt hier (relatief gezien) extreem duur te zijn; het alternatief, een route-taxi, is niet veilig genoeg voor een meisje alleen hier in de avond. Die dropt je namelijk af op een grote straat en brengt je dus niet van deur tot deur. En in je eentje over straat is ’s avonds nou juist iets dat hier echt niet kan.
Maar zo ver is het gelukkig nog niet, want ik heb nog anderhalf uur te gaan voordat de avond zijn intrede doet. En daar geniet ik optimaal op. Al op de luchthaven en in de bus valt het me op hoe vriendelijk de mensen hier zijn; veel vriendelijker dan in Suriname. Sterker nog: in dit land heerst zo op het eerste gezicht echt een feel good-sfeertje. De locals hebben continu een lach op hun gezicht en de stad is buzzling, op een lekkere manier. Bovendien heeft deze stad iets wat elke stad mooi maakt: een heerlijk groen park in het hart van de stad, dat net zo groot is als de twee grootste wijken van Port of Spain bij elkaar. Het park zit vol grasvelden waar jongens voetballen en teams trainen; eromheen loopt een voetpad waar honderden mensen aan het hardlopen zijn. Iedereen is hier vrolijk en lekker in de chill, althans zo voelt het. Verder zie én hoor je overal in de stad muziek; overal staan ook standjes waar compact discs verkocht wordt. Trinidad is duidelijk één van de meest rijke eilanden in de Caribbean. De meeste huizen zijn mooi, de straten zijn schoon, de bus heeft airco – alles ziet er eigenlijk heel verzorgd uit. Ik bedenk opeens dat wat ik had gehoopt en verwacht te vinden in Paramaribo (maar daar niet vond), ik wél terug zie en voel in deze stad. Deze stad ademt good vibes.
ruis op de lijn
In een van de weinige (min of meer) betaalbare hostels die de stad rijk is, check ik snel even mijn e-mail. Ik blijk weer een e-mail van Lars te hebben, waarin hij schrijft dat Aeropostal al zijn vluchten naar Port of Spain vandaag gecanceld heeft en Sarah daarom pas morgenavond hier naartoe vliegt. Ik blijf dan ook nog een dag hier in Trinidad en hoef vannacht dus niet meer naar de luchthaven toe. Ik accepteer snel de enige kamer die het hostel waar ik zit te typen nog beschikbaar heeft. Het heeft blijkbaar zo moeten zijn. Dat ik nog een dag blijf en niet meer naar de airport hoef, voelt ergens als een rustgevende gedachte. En eerlijk is eerlijk: gestrand zijn in Port of Spain is zo slecht nog niet! Elk nadeel heeft uiteindelijk ook zijn voordeel.
Na een relaxte avond én dag in Port of Spain, bel ik de taxichauffeur die me gisteren naar de stad gereden heeft vanaf de luchthaven. Aangezien ik straks weer naar de airport toe moet om Sarah op te halen, wil ik graag iets afspreken met hem voor vanavond. We begrijpen elkaar echter elke keer maar half en doen er een half uur over voordat we allebei snappen wat de bedoeling is, akkoord hebben over de prijs en over het tijdstip van ophalen. Ik check telefonisch of Sarah’s vliegtuig vertraagt is. Zoals verwacht is dat het geval; ik bel dan ook gelijk de taxichauffeur om te zeggen dat het toch twee uur later wordt. Helaas hebben we (blijkbaar) nog steeds ruis op de lijn, want hij staat toch op het oorspronkelijke tijdstip op de stoep – waardoor ik uiteindelijk al om half tien op het vliegveld ben. Eenmaal daar, zie ik dat Sarah’s vlucht tot twee uur ‘s nachts vertraagd is. Wanneer houdt dit op?
vlucht gewist
Ik besluit mezelf niet te frustreren, mijn backpack uit de left luggage te halen, mezelf met mijn boek in een rustig stukje van de luchthaven te settelen en daar te chillen op de grond met mijn fleece dekentje. Dingen wennen snel. Kon ik gister echter prima slapen, dit keer schiet ik constant wakker, met de gedachte dat het al twee uur geweest is en ik Sarah net gemist heb. Dan maar gewoon lezen; dat is immers altijd een goede manier om de tijd door te komen.
Dat is nodig ook, want om twee uur zie ik dat haar vlucht opeens weer van de aankomst-monitor is gewist. Er is echter wél een vlucht die een half uur later arriveert – waarschijnlijk een vervangende vlucht, ook al heeft die een ander vluchtnummer. Om half drie blijkt ook die vlucht een uur vertraagd te zijn; een uur later wordt de vlucht wéér een half uur uitgesteld en om vier uur staat er opeens op het scherm dat we informatie moeten halen bij de agent. Geduld is een erg schone zaak op dit soort momenten. En laat dat nou net níet mijn sterkste kant zijn – ook al heb ik mezelf er al meerdere malen op betrapt dat ik het stiekem ook heel fijn vind om niets anders te kunnen dan chillen en lezen. Ook als dat chillen op een weinig inspirerende aankomsthal van een luchthaven plaatsvindt en ik zelf niet in de hand heb hoe lang dat chillen precies gaat duren.
lijdzaam toekijken
Tegen de tijd dat het vier uur is, kan ik eigenlijk bijna niet meer geloven dat Sarah vannacht nog arriveert – zelfs wanneer ik bij de informatiedesk hoor dat het vliegtuig wel ‘al’ in de lucht is. Eerst zien, dan geloven. De tijd kruipt voorbij, maar zelfs om half zes in de ochtend is er nog geen spoor van Sarah te bekennen. En dat terwijl haar vlucht anderhalf uur geleden al vlucht geland is en ook het hele vliegtuig inmiddels al buiten staat. Lijdzaam zie ik toe dat iedereen er al is – behalve zij. Zal ze überhaupt wel op deze vlucht gezeten hebben? Maar dan, veertig uur nadat we elkaar zouden treffen, is ze er opeens. En net als in een slechte romantische comedy, rennen we op elkaar af – met onze rugzakken nog op onze rug. Hoe mooi dat mijn wachten beloond is en we elkaar niet mis gelopen zijn, waar ik even bang voor was. Een geluk bij een ongeluk is dat het inmiddels ochtend is – en het eerste vliegtuig naar Tobago al bijna gaat. Let’s go!
Eenmaal in het vliegtuig, hoor ik Sarah’s verhaal. Al snel besef ik dat ik het eigenlijk nog niet zo slecht heb gehad de afgelopen dagen. Terwijl ik om elf uur ’s ochtends al wist dat haar vlucht geannuleerd was en ze pas op zijn vroegst om twee uur ‘s nachts zou aankomen, hoorde zij dit pas einde middag. Ze heeft dan ook tot die tijd op de luchthaven gezeten, zonder dat daar iets open was om drinken of eten te kopen. Ondertussen kon niemand haar iets vertellen over de te verwachten vertraging. Uiteindelijk is iedereen naar een hotel naast de airport gebracht, waar ze de dag erna aan het begin van de avond zouden worden opgehaald door een taxi – die uiteindelijk pas drie uur later verscheen. Eenmaal ingecheckt, denkt ze nog nét haar vlucht gehaald te hebben – tot ze bij de gate aankomt en daar niemand is. Geen personeel, maar ook geen vliegtuig. Na een paar uur wachten in een lege luchthaven, gaat het gerucht dat de vlucht pas om twee uur ’s nachts vertrekt. Maar dat dit ook echt zo is beseft ze pas als ze echt in het vliegtuig zit.
slipjes op de bagageband
Bij aankomst op de luchthaven van Trinidad, wordt ze ook nog een half uur ondervraagd door de douane. Eenmaal door de douane, vindt ze op de bagageband haar tas open geritst terug – net als de tassen van heel veel mede-reizigers. Voordat ze naar mij toe kan, moet ze dan ook eerst haar BH’s en slipjes verzamelen die op de bagageband verspreid liggen. Ongelooflijk, maar waar. Als we elkaar daarna in de armen vliegen weten we allebei één ding zeker: vliegen naar óf vanuit Venezuela was eens, maar nóóit weer. Althans, niet zolang er een president zit die vliegtuigen boycot, om er zelf beter van te worden.
–
meer reisverhalen uit zuid-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Amerika? Lees dan deze verhalen:
aruba, curacao, sint maarten – dubbele nationaliteit
bolivia – dessert talk: fata morgana
bolivia, peru, e.a. – offline daten 2.0
brazilië – upside down: paragliden – poging II
colombia – falling out of love
colombia – grote schoonmaak bij de sjamaan
peru – dessert talk: groene oase
uruguay – het ibiza van zuid-amerika
venezuela – dessert talk: woestijnpicknick
venezuela, trinidad & tobago – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–