reisavontuur in israël & india – 2005
Tijdens een deel van mijn reis door India word ik vergezeld door de Israëlische Yan. In de maand waarin we samen reizen, hebben we het regelmatig over onze cultuur en de overeenkomsten & verschillen daartussen. Nou moet ik eerlijk bekennen dat ik nooit een neutraal beeld van Israël heb gehad. Door de tweede wereldoorlog én de manier waarop Israël in de Nederlandse media geprofileerd wordt, is het lastig om géén mening te hebben over het land en de mensen die er wonen. Na mijn maand met Yan zie ik de zaken echter in een ander perspectief. Israël is een boeiend, maar vooral ook complex land. Niet te vergelijken met het rustige en veilige Europa, zo besef ik al snel.
pittige aura
Toen ik een paar jaar eerder door Peru en Bolivia reisde, verbaasde ik me over het grote aantal hostels dat open en bloot aangaf geen Israëlische gasten te willen ontvangen. Zij hebben duidelijk geen goede naam op reis. Israëliërs komen nooit alleen en zijn niet altijd de meest makkelijke gasten, kan ik me zo voorstellen. Maar om hen structureel te weigeren op basis van afkomst zonder het tegendeel te kunnen bewijzen, is wel heel bizar. Sterker nog: in Nederland zou je in zo’n geval direct voor de rechter gesleept worden als hotel zijnde.
Israëliërs vormen allereerst een zeer trots volk, vol tradities en volledig solidair met elkaar. Tegelijkertijd is het ook een volk met een pittige aura en een gepeperde mening, die soms haaks staat op die van de gemiddelde Nederlander. De cultuurverschillen tussen Yan en mijzelf zijn tegelijkertijd fascinerend en confronterend. Zo is er een avond waarop ik mezelf even afzonder, omdat de sfeer tussen ons gespannen is. Voor mijn gevoel is dit een effectieve actie om de spanning uit de lucht te krijgen. Voor Yan is het echter een reden om de boel tot ontploffing te brengen. In Israël blijkt weglopen zo ongeveer het ergste te zijn dat je maar kunt doen. Kleine en (op het oog) onbenullige dingen worden op deze manier opeens vreselijke beledigingen.
‘bekitzel’
Wanneer ik naar Yan kijk met een analyserende blik, heb ik regelmatig het gevoel dat ik daarmee de kern van de Israëlische mentaliteit te pakken heb – ook al is het natuurlijk heel gevaarlijk om te generaliseren op basis van het gedrag van één persoon. Yan’s stemming is in veel gevallen behoorlijk overheersend – en drukt daardoor een enorme stempel op mijn eigen gevoel. Met zijn directheid en ongeduldige aard is hij een uitvergroting van mijzelf. Zijn meest gebruikte woord is dan ook ‘bekitzel’, wat zoveel betekent als ‘maak het verhaal iets korter, kom to the point’. Yan’s gezichtsuitdrukkingen verhullen niets en hetzelfde geldt voor zijn verbale skills.
Een makkelijk of voorspelbaar persoon is hij echter niet. Zo kan hij – als hem iets niet zint – de meest vreselijke dingen zeggen en daarna verder gaan alsof er niets aan de hand is. Ik moet dan ook enorm wennen aan zijn stemmingswisselingen, harde opmerkingen en eerlijkheid – die ik soms niet wil horen omdat het te confronterend is of omdat ik er niets mee kan. Tegelijkertijd is hij ook integer, lief, oprecht en puur als het aankomt op bepaalde zaken. Onze vriendschap zit bovendien dieper dan bij de meeste andere reizigers die ik ben tegengekomen. We irriteren ons soms weliswaar aan elkaar, maar vinden elkaar twee minuten later ook weer geweldig. Die twee lagen in onze vriendschap zijn er allebei, op sommige momenten zelfs tegelijkertijd.
samenklitten
Net als voor zoveel Israëliërs geldt ook voor Yan dat als je met één Israëliër reist, je eigenlijk gelijk met een hele groep Israëliërs op pad bent. Israëliërs hebben namelijk nogal de neiging om samen te klitten – een eigenschap die ik totaal niet met hem deel. Dat Israëliërs samenklitten, zorgt ervoor dat ze (volgens eigen zeggen) altijd balagan maken: Israëliërs zorgen altijd voor opschudding, reuring en gedoe. Dat laatste geldt al helemaal voor een stel Israëlische jongeren dat jarenlang in het leger gezeten heeft en nét vrij is om van de wereld en het leven te genieten.
Yan is iemand die prima alleen kan reizen, maar het uiteindelijk wel fijn vindt om mede-Israëliërs naast zich te hebben. Ik integreer zelf juist graag met andere culturen en vindt mede-Nederlanders vaak tenenkrommend, met hun steenkolen Engels en afritsbare broeken (sorry, no offense). Als Nederlander mijd ik landgenoten dan ook eerder dan dat ik het ambieer om met een groep Nederlanders samen te reizen. Tegelijkertijd moet ik eerlijk toegeven dat ik wel vaak een klik heb met Nederlanders en met sommigen van hen de mooiste avonden heb beleefd heb. Maar dat terzijde.
marokkaanse joden
Ook op andere vlakken is Yan een typische Israëliër. Zo vraagt hij dingen niet, maar beveelt hij liever. Voor Yan is dat normaal. Als je dat niet kunt, is die persoon volgens hem geen goede vriend. Onderling bevelen Israëliërs elkaar ook; alleen met collega’s en vijanden wordt anders omgegaan. Het is waarschijnlijk een soort efficiëntie en ruwheid die ze zichzelf hebben aangeleerd. Een vraagteken bestaat gewoon niet in de Hebreeuwse taal – en dus is men niet gewend om die in het Engels wél te gebruiken. Om duidelijk te maken wat ze willen, denken en praten ze dan ook liever in de gebiedende wijs: ‘geef me de suiker’ , ‘doe dit’ en ‘doe dat niet’. Ik heb er na een maand nog steeds moeite mee, maar weet inmiddels dat het niet disrespectvol bedoeld is. Integendeel.
Ik kom er in mijn maand met Yan achter hoeveel verschillende nationaliteiten en subculturen in Israël samenleven. Zo heb je er Europese Joden, Russische Joden, Oost-Europese Joden, Ethiopische Joden en Marokkaanse Joden. Ze hebben één ding gemeen en dat is het feit dat ze Joods zijn. Verder zijn hun gebruiken en rituelen, uiterlijk en karaktertrekken echter compleet verschillend. Overigens noemen Marokkaanse Joden zichzelf meestal Spaans, omdat zij in 1592 vanuit Spanje gevlucht zijn naar Noord-Afrika – en zichzelf dus veelal niet zien als reguliere Marokkanen, terwijl ze daar al eeuwen woonden voordat ze naar Israël verhuisden. Yan’s grootvader is zo’n Jood van Marokkaanse afkomst. Veel andere Joden komen oorspronkelijk uit Iran of Irak en zijn dus feitelijk Arabische Joden. Ik vraag me af of de Nederlandse Marokkanen die fel anti-Joods zijn dit wel beseffen.
gevoelige discussiepunten
Gelukkig mengen Joden en Arabieren zich in Israël beter dan ik destijds in Israël heb meegekregen. Zo hebben veel Joden collega’s die Arabier zijn – en andersom. Beide partijen willen vrede, dat voelt iedereen. Vertrouwen hebben ze echter niet in elkaar. Volgens Yan blijft er altijd de angst dat één van hen een bom de bus mee in neemt, of er nu vrede heerst of niet. Hij vertrouwt daarin alleen zijn eigen volk. Ik houd me soms maar op de vlakte over wat ik denk. Net als over de Joodse kolonisering, de verdeling van Jeruzalem en de vraag aan wie de Palestijnse gebieden toebehoren. Palestina is van de Palestijnen zou je denken, maar in de Thora – de Joodse bijbel – staat dat Palestina van de Joden is. Dit soort onderwerpen liggen gevoelig, merk ik al snel. Discussie daarover leidt daardoor gegarandeerd tot frictie.
Door de situatie met hun buurlanden staan jongeren in Israël echt anders in het leven dan Europese jongeren, zo besef ik steeds meer. Ben je achttien jaar en woon je in Israël, dan moet je verplicht het leger in. De meiden voor twee jaar; de jongens zelfs voor drie jaar. Iedereen boven de twintig jaar kan dan ook schieten – en wil, kan en zal doden als dat nodig is. Sterker nog: bijna iedere jongere die ik spreek, heeft in het Israëlische leger weleens iemand neergeschoten. Scary stuff. Israëlische jongeren kunnen door hun tijd in het leger pas gaan studeren, reizen of werken wanneer zij 21 jaar oud zijn; de mooiste jaren van hun leven spenderen zij in hun legeruniform.
europa als oase van rust
Voor iemand als ik, opgegroeid in het relatief veilige Europa, is de mentale onveiligheid waarin jongeren in Israël leven bijna niet voor te stellen. Yan stelt me al snel een confronterende vraag, die me aan het denken zet: “Hoe zou jij je voelen als je je hele leven lang aan alle kanten omringd wordt door vijanden, die je het liefst dood willen hebben?” Het is dan ook niet zo vreemd dat zij tijdens het reizen zoveel samenklitten én waarom zoveel Israëliërs van God los gaan als ze reizen. Ik zou in die situatie waarschijnlijk hetzelfde doen. Ik besef me nóg meer hoeveel mazzel ik heb dat ik ben opgegroeid zonder oorlog. Yan ziet Europa als een soort oase van rust, waar alles kan en mogelijk is – zoals vrij reizen, wonen in het buitenland of het hebben van een vriend of vriendin uit een ander land. Dit is allemaal ondenkbaar in Israël, volgens Yan. Men kan niet eens naar omringende landen toe: Syrië, Libanon, Jordanië en zelfs delen van Egypte zijn echte no-go zones voor Israëliërs.
Het idee dat wij in de EU vrij kunnen reizen van het ene naar het andere land, zonder grensposten te gebruiken, is jaloersmakend voor Yan. Bijna niemand heeft bovendien een partner die níet uit Israël komt. Hoe meer we praten, hoe meer ik me realiseer hoe liberaal Nederland is. Dat wil zeggen: hoe weinig dingen opgelegd worden door de maatschappij en de familie – en hoe vrij we daardoor zijn in het maken van keuzes. Of het nou gaat om het kiezen van de juiste partner, je eigen toekomst (en dus studie) of het selecteren van het werk en soort leven waar je jezelf goed bij voelt: bij alle keuzes heeft de familie in Israël inspraak – althans bij Yan. Ook in dat opzicht is Nederland blijkbaar tolerant, zo realiseer ik me.
andere normen
De andere kant van de medaille is dat Nederland ook heel weinig tradities kent, zeker in vergelijking met een land als Israël. Dat is niet gek; we hebben immers nooit iets te vrezen en het is al heel lang niet nodig geweest om onze eigen identiteit met hand en tand te verdedigen. Er is immers niemand die het überhaupt van ons zal afpakken, voor zover we kunnen voorzien. In Israël is het omgekeerde het geval. Het land zit vol tradities, waaraan vrijwel iedere Jood zich houdt.
Zo ligt alles, maar dan ook echt álles plat op zaterdag vanwege de sjabbat; zelfs het openbaar vervoer. Om de sjabbat in te luiden, heeft iedere familie op vrijdagavond het traditionele sjabbatmaal met elkaar. Yan geeft wel gelijk aan dat die traditie langzaamaan wel verdwijnt. Zo is zijn zusje inmiddels niet altijd thuis op vrijdagavond; dat was toen Yan nog thuis woonde ondenkbaar. Op andere dagen gaat iedereen overigens lekker zijn gang. Sterker nog: in Israël eet je op andere dagen dan de sjabbat over het algemeen géén gezamenlijk diner met de familie. Ons Nederlandse concept ‘om zes uur de aardappelen op tafel’ te hebben, is daar echt ondenkbaar.
naakt is ‘not done’
Er zijn nog meer grote verschillen in normen en waarden met ons nuchtere Hollanders. Zo is trouwen er toch echt de norm, of je nou wilt of niet. Het feit dat mensen in Nederland kinderen krijgen zonder éérst te trouwen is bijna ondenkbaar in Israël – en wordt al snel gezien als een teken van normvervaging. Hetzelfde geldt voor ongehuwd blijven en kiezen voor een leven zonder kinderen. Veel ouders willen bovendien nog altijd dat hun kids met een Joodse partner thuiskomen; trouwen met een niet-Jood is redelijk not done.
Op het gebied van seks is de moraal ook echt anders dan in Nederland. Zo zou Yan het ‘niet tolereren’ als zijn zusje van zeventien seks zou hebben, terwijl hij zelf op zijn zestiende al geen maagd meer was. In mijn ogen is dat heel hypocriet en meten met twee maten. De situatie zou nóg lastiger zijn als zij zou thuiskomen met een Arabische Jood. Een ander punt – dat daar mee samenhangt – is de acceptatie van naaktheid. Als ik vertel dat de badkamer-deur bij mijn ouderlijk huis niet op slot zat tijdens het douchen binnen onze familie en wij elkaar daar geregeld naakt zagen, slaat zijn mond open. Je ouders naakt zien is zó not done in Israël.
joods zijn
Joods zijn versus het joodse geloof aanhangen blijken twee heel verschillende dingen te zijn. Zo is bijna geen van de Israëliërs die ik tegenkom praktiserend joods qua religie, terwijl ze wél Joods zijn vanuit hun roots. Als het er op aan komt, is die Joodse identiteit zelfs heel sterk. Iedereen komt voor elkaar op; het is ondenkbaar dat twee Israëliërs elkaar niet zouden helpen als één van de twee hulp nodig heeft. Zo heb je in heel India opvangcentra voor Joodse backpackers. Deels zijn die er om ervoor te zorgen dat zij hun geloof gaan praktiseren; daarnaast wil men er simpelweg voor hen zijn wanneer zij geld, eten, onderdak of een luisterend oor nodig hebben – zelfs al zitten zij aan de andere kant van de wereld. Die saamhorigheid is een mooi uitgangspunt en iets om als Nederlander een puntje aan te zuigen. Amen.
–
meer reisverhalen uit het midden-oosten
Wil je meer weten over mijn ervaringen in het Midden-Oosten? Lees dan de volgende verhalen:
egypte – murphy’s law in caïro
egypte & ghana– communicatieve obstakels
egypte – dessert talk: cultuurshock
israël & jordanië – controle in het kwadraat
israël & jordanië – geheime sleutel
tunesië – dessert talk: zandstorm
turkije – opgesloten in een tapijtwinkel
verenigde arabische emiraten e.a. – kentekenbusiness
verenigde arabische emiraten – op pad met een sjeik
–
reis je met me mee?
–