reisverhaal in trinidad & tobago, venezuela – 2008
Venezuela is een bijzonder land, in veel aspecten. Van de bijna honderd landen waar ik voet aan wal heb gezet, is Venezuela echter het enige land waar ik niet snel meer terug zal gaan. Dat heeft met name met de veiligheid in het land te maken. Door het (communistische) wanbeleid in het land door ex-president Chavez, is het land zó arm dat veel mensen de toevlucht hebben genomen tot criminaliteit – vaak in de vorm van bendes. Vandaar dat je in veel steden je leven niet zeker bent wanneer je na zonsondergang de straat op gaat. Laat staan dat je bepakt en bezakt met al je bezittingen langs de kant van de weg gedropt wordt, terwijl er een straat verderop geschoten wordt door bendeleden.
dramatische eerste ervaring
Na een dramatische eerste ervaring met Venezuela, ben ik eigenlijk al helemaal klaar met dit land voordat ik er überhaupt voet aan wal heb gezet. Door een boycot van vliegmaatschappij Aeropostal door de Venezolaanse president Chavez, heb ik in Trinidad immers ruim 48 uur lijdzaam moeten wachten tot mijn Duitse vriendin Sarah daar ook arriveerde vanuit de Venezolaanse hoofdstad Caracas. Na een week op het relaxte eiland Tobago, zijn we echter weer ontspannen en hebben we ons plan om Venezuela te bezoeken niet opgegeven.
Wel besluiten we om via het water de grens met Venezuela over te steken, in plaats van via de lucht – ook al hebben we onze vliegticket naar Caracas al op zak. Gelukkig is er eens in de paar dagen een boot die naar Guiria gaat vanuit Trinidad. En dus nemen we een vlucht van Tobago naar Trinidad en overnachten in de haven van Chaguaramas op het dek van de catamaran van een paar aardige mannen. Ze proberen ons nog even over te halen om met hen mee te zeilen naar de Galapagos Eilanden bij Ecuador, maar het idee dat we wekenlang zitten opgesloten met deze mannen op het water staat ons niet aan. We houden vast aan ons plan om naar Venezuela te gaan en vanaf daar door te reizen naar Colombia. Onze eindbestemming van de dag erna is Santa Fe, een heel klein kustplaatsje aan de Caraïbische Zee, op 400 kilometer van Guiria.
paradijselijke smokkelroute
We kopen de volgende morgen een kaartje voor de boot naar Guiria en verlaten Trinidad met een lach op ons gezicht. De dame bij de paspoortcontrole zingt, terwijl ze mijn paspoort stempelt. Het is kenmerkend voor het land, waar echt een goede vibe hangt. Op de boot is het niet anders: de ferry is ondanks het vroege tijdstip één groot (drink)feest. We analyseren de gang van zaken op de boot en bij de grenscontrole en besluiten dat dit een paradijselijke smokkelroute is, met een controle van lik-me-vesje. Het is dan ook niet zo gek dat de route van Chaguaramas naar Guiria inmiddels niet meer bestaat. Maar op het moment dat wij er zijn bestaat de route nog wel. En de rit er naartoe is geweldig.
Eenmaal in Venezuela, wordt het feest een beetje getemperd. Zo duurt het ruim drie uur voordat de douane bij de boot is gearriveerd, we gestempeld en ondervraagd zijn, onze tassen geïnspecteerd zijn en onze paspoorten nog drie keer opgevraagd en teruggebracht zijn. Wel zijn alle douanemedewerkers ook hier in Venezuela meer dan aardig – iets wat je maar zelden ziet bij mensen met dit beroep. Het gaat in Venezuela net niet zó ver dat er gezongen wordt tijdens de paspoortcontrole, maar je ziet wel bijna iedereen lachen. Een fijne ervaring, die onze eerste indruk van Venezuela van een dikke week geleden naar de achtergrond doet verdwijnen. Een douanebeambte helpt me zelfs met het maken van mijn kapotte rugzak-rits en het her-inpakken van mijn spullen. Een leuke binnenkomer.
militaire controles
Die gezellige binnenkomer is echter van korte duur. Eenmaal in de bus naar Puerto de la Cruz, die op verzoek zal stoppen in Santa Fe, worden we na tien minuten al gestopt door militairen. Ze marcheren de bus in met een tempo en agressiviteit die doet vermoeden dat er zojuist een misdaad begaan is. Of waardoor je op zijn minst bang word dat zíj een misdaad gaan plegen – en dus maar snel je iPod weg stopt, voordat ‘ie meegenomen wordt. Na een half uur wachten, worden alle blanke mannen naar buiten geleid en gefouilleerd – om vervolgens nog een half uur in de bus heen en weer te lopen. Er blijkt een Colombiaanse vrouw in onze bus te zitten, wat voor veel oponthoud zorgt. De slechte band tussen Venezuela en Colombia is hier debet aan; Colombianen krijgen in Venezuela standaard een hard time. Uiteindelijk mogen we gelukkig verder rijden.
Twintig minuten later worden we echter weer aangehouden – en begint het hele riedeltje van voor af aan. Uiteindelijk is het 2 uur ´s nachts wanneer we wreed uit onze slaap gehaald worden door de buschauffeur, die omroept dat we in Santa Fe zijn. We worden gedropt langs de grote weg, bij een militair checkpoint. Wat maar goed is ook, want hij vertelt ons gelijk dat we niet verder kunnen lopen. Een paar honderd meter verderop staat namelijk een aantal mannen met pistolen te wachten op toeristen zoals ons. Nice.
gedropt
We besluiten ons kamp dan maar hier op te zetten en maken er met onze iPod en boxen nog een klein feestje van. Met ‘we’ doel ik op onszelf én twee Zweedse jongens, die we op de boot hebben ontmoet en ook naar Santa Fe onderweg zijn. Na een uurtje plaatjes luisteren, zijn we echter moe en toe aan een echt bed. Om te kunnen slapen zullen we toch echt naar Santa Fe toe moeten, zo luidt de conclusie. Waarom houden we geen pick-up truck aan, die ons naar Santa Fe kan brengen? Zo’n vrachtwagen zullen ze immers echt niet gaan beschieten. Sterker nog: de schutters hoeven ons niet eens te zien als we ons gedeisd houden in de wagen. En dus sta ik nog geen minuut later langs de kant van de weg met mijn duim omhoog. En zowaar, de eerste vrachtwagen die langskomt, neemt ons alle vier mee. Zittend in de achterbak van de truck, met ons haar in de wind en onze hoofden gebukt, zijn we vanaf de zijkant van de weg niet te zien – en lukt het ons om de schietende hangjongeren te vermijden.
In plaats van ons af te leveren bij een willekeurig hostel, worden we echter gedropt langs de kant van de weg – dit keer helaas zonder begeleidende militaire controlepost. De chauffeur heeft blijkbaar geen idee waar we naartoe willen en is er klaar mee. Dan maar het laatste stukje lopen. Hoe ver kan het zijn? Eenmaal met onze rugzak op onze rug, beseffen we pas dat alle possadas zich hier op het strand bevinden – en dat dat nou juist standaard de plek is waar je ‘s nachts níet moet zijn, zeker niet met al onze bagage en valuables. Het strand op gaan is dus geen optie – maar op straat rondlopen in het pikkedonker ook niet. Omdat de hele omgeving uitgestorven lijkt en er geen kip op de weg is, kunnen we ook niets vragen. Bovendien: voor hetzelfde geld staan die schietende hangjongeren straks hier en lokt onze vraag iets heel anders uit dan we hopen.
schuilen achter een piesmuur
Er zit niets anders op dan ergens te schuilen en de tijd te doden tot het om zes uur licht wordt. Stom voelt het wel. Maar vooral eng. Uiteindelijk hadden we natuurlijk gewoon bij het militaire checkpoint moeten blijven. Wie gaat er nou in Venezuela op straat slapen, terwijl zo ongeveer elke jongere er in een bende zit en niemand ervoor zal terugdeinzen om zijn geweer te gebruiken? We hebben nu echter geen andere optie – en dus besluiten we zo snel mogelijk een schuilplaats te zoeken. Immers: hoe langer we over straat lopen, hoe meer risico we lopen om gezien te worden door de verkeerde mensen. Die schuilplaats wordt uiteindelijk een muurtje, dat ik zie staan voor een nog niet afgebouwd huis. Het muurtje is twee meter hoog en breed en wordt tot dat moment overduidelijk gebruikt als pies- en poepplaats van de lokale schiet- en hangjongeren. Maar dat doet er op dat moment even niet toe. Alles is relatief als een basisbehoefte zoals veiligheid in gevaar komt.
En dus installeren we ons met onze backpacks en tassen tussen het muurtje en het huis, een ruimte van een paar vierkante meter. En dan maar hopen dat die schietjongeren onze benen niet zien uitsteken achter het muurtje. We pakken onze slaapzak, gebruiken onze rugzak als kussen en gaan liggen. De doordringende ammoniaklucht proberen we te negeren – en dat lukt gelukkig wanneer we na verloop van tijd aan die lucht gewend zijn geraakt. Ik pak mijn oogmasker en doe die op, net als mijn hoodie. Op die manier sluit ik me toch een beetje van de buitenwereld af en lukt het me ondanks alles om toch nog wat slapen – zodat de tijd wat sneller gaat en ik niet iedere minuut bang hoef te zijn of iemand ons ontdekt.
overleven
Tot twee keer toe vallen er stenen naar beneden vanaf het huis – en denk ik onmiddellijk dat mijn laatste minuut geslagen is. Maar het blijkt allebei de keren vals alarm. Wat ons nog het meest wakker houdt, zijn de honden in de buurt. In tegenstelling tot de schiet- en hangjongeren, hebben zij ons duidelijk wél ontdekt – en praten daarover de hele nacht met hun maatjes in de buurt. Maar helaas ook met degenen die kilometers verderop zitten. Althans, zo lijkt het. Ongelooflijk hoe die dieren de hele nacht door communiceren met (lees: blaffen naar) elkaar. Ik vind het na deze nacht niet gek meer dat straathonden overdag vaak slapen. Die zijn gewoon total loss van de nacht ervoor.
Tegen de tijd dat het licht word, schrik ik voor de honderdste keer wakker uit een kort en licht slaapje. Maar who cares, we hebben het overleefd, deze hachelijke nacht achter een piesmuurtje! Nog heel even en we kunnen gaan lopen naar onze possada. Ik heb nog maar net mijn ogen open, wanneer de deur van het huis van de buren open gaat – en de bijbehorende buurman behoorlijk verrast zitten te kijken wat er in hun poep- en plasgeul ligt. Surprise surprise, all the way from Europe!
utopia
Eenmaal bijgekomen van de verrassing in zijn tuin, kan het mannetje maar niet stoppen met vertellen dat we echt heel veel mazzel gehad hebben dat we nog leven na deze nacht buiten. En dat we dit nooit, maar dan ook echt nooit meer moeten doen. Venezuela zit vol met schietgrage hangjongeren die ’s nachts op rooftocht zijn. Ik denk dat we dat inmiddels wel begrepen hebben. Hij besluit ons vervolgens naar onze possada te lopen – die op maar vijf minuten loopafstand van onze schuilplaats blijkt te liggen.
In het donker lijkt alles altijd enger dan in het licht. Sterker nog, in het licht blijkt onze possada ‘Café del Mar’ op een prachtig stuk strand met palmbomen te liggen, vanwaar je in de verte zelfs een aantal fjorden kunt zien liggen. Op het kalme water komt elke paar minuten een roeiboot voorbij, met fanatieke roeiers erin. Dit plekje voelt als een kruising tussen Noorwegen en de Caraïben, met één van de mooiste stukjes strand en zee die ik ooit heb gezien. Juist als je een low als vannacht hebt gehad, waardeer je de high daarna des te meer – en wat voor één! Deze Utopia vormt de beloning voor ons afzien van vannacht.
god has been gentle on us
Die nacht lijkt alweer heel ver weg; bijzonder hoe dat soort dingen in je geest werken. We zijn voor nu alleen maar blij dat we het overleefd hebben – wat ook volgens onze possada-eigenaar zeker gaan vanzelfsprekendheid is. Sterker nog, volgens hem is het een wonder dat we deze nacht niet beroofd en vermoord zijn, terwijl we achter dat muurtje lagen. Het drukt ons nog even op de feiten. God has been gentle on us, maar je moet het lot niet tarten. Nooit meer doen dus. Zeker niet in Venezuela.
–
meer reisverhalen uit midden-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Midden-Amerika? Lees dan deze verhalen:
belize, honduras, panama e.a. – risky business
caribbean – over een andere boeg
costa rica – wildlife op elke straathoek
cuba & maleisië – een beetje dom
dominicaanse republiek – cabana business
dominicaanse republiek & indonesië – vergeten oorlog
el salvador & nicaragua – oorlog met eierdozen
grenada – sweet like chocolate
guatemala – full moon latino style
guatemala & honduras – alles komt goed
mexico & guatemala – zesde zintuig
mexico e.a. – springlevende doden
saint kitts & nevis – orkaangeweld
sint maarten, aruba, curacao – dubbele nationaliteit
trinidad & tobago, suriname, venezuela – vliegtuig boycot
–
reis je met me mee?
–