reisavontuur in guatemala & honduras – 2004
Reizen in een regio als Latijns-Amerika zit theoretisch gezien vol gevaren. Zo is er het gevaar om een ongeluk te krijgen, maar ook om beroofd, verkracht of zelfs vermoord te worden. Gelukkig heeft me dat nooit geschuwd om dit soort landen op te zoeken. Sterker nog, ik heb mijn mooiste herinneringen aan veel van deze landen te danken. Het voelde over het algemeen ook (min of meer) veilig wanneer ik er rondliep – ook al was dat achteraf gezien vaak helemaal niet het geval.
sixt sense
Zolang ik een zelfverzekerde blik opzette en goed om me heen keek, om te zien wat er om me heen gebeurde, had ik in veel landen het idee dat potentiële berovers, verkrachters en moordenaars het wel uit hun hoofd lieten om mij te belagen. Ik heb een rotsvast vertrouwen in mijn eigen sixt sense – en dat heeft me eigenlijk nooit in de steek gelaten. Desalnietemin heb ik –zeker achteraf gezien- soms wel te grote risico’s genomen om beroofd, verkracht of vermoord te worden – juist in Latijns-Amerika.
Zo ben ik in Guatemala op een dag onderweg naar Flores – de toegangspoort tot Tikal, waar zich de meest indrukwekkende Maya tempels van Latijns-Amerika bevinden. De busverbinding tussen Guatemala City en Flores is echter berucht vanwege haar overvallen – zeker wanneer je ’s nachts reist. Omdat ik de vlucht tussen die twee plaatsen te duur vind en busjes naar het vliegveld soms ook worden overvallen, besluit ik die nachtbus tóch te nemen. Om het risico op een overval te verkleinen, neem ik wel een rechtstreekse bus, die onderweg geen tussenstops maakt. Overvallers maken in zo’n geval alleen een kans als ze een wegversperring neerleggen.
nep-portemonnee
Om mijzelf in te dekken voor het geval er iemand toch de bus komt overvallen, draag ik –zeker op een bustrip als deze- altijd een extra portemonnee bij me, met een niet-geldige creditcard en wat kleingeld erin. Op die manier kan ik -indien nodig- altijd iets afgeven aan een overvaller. Helaas blijkt de rechtstreekse bus in de praktijk toch op meerdere plekken te stoppen – en dus zit ik bij elke stop, toeter of rem-actie rechtop in mijn stoel met mijn nep-portemonnee, wachtend op een paar gemaskerde mannen met pistolen. Gelukkig blijven die mannen uit. Met Coldplay in mijn oren val ik gelukkig elke keer weer in slaap. Fantastisch hoe muziek je stemming en mind set kan omzetten.
Er zijn al met al genoeg situaties die heel anders hadden kunnen aflopen, als het lot anders bepaald had. Zo word ik in Nicaragua tijdens een busrit naar de hoofdstad Managua midden in de nacht gedropt op een verlaten rangeerterrein. Het blijkt het eindstation te zijn van de bus die ik heb genomen. Pas bij het uitstappen besef ik dat ik hier waarschijnlijk nog geen vijf minuten over straat kan zonder beroofd of verkracht te worden. Godzijdank besluit de buschauffeur ter plekke om me weer de bus in te duwen en af te zetten bij een hostel in de buurt. Ik ben de buschauffeur nog altijd dankbaar.
(on)veilige hangout
Een paar dagen ervoor zit ik nog in Antiqua, een van de meest pittoreske plekken van Guatemala. Ik studeer er Spaans, net als heel veel andere backpackers die in Latijns-Amerika gearriveerd zijn zonder de lokale taal te spreken. Het stadje ziet er totaal niet cirmineel uit door de leuke gekleurde huisjes en leuke cafeetjes – die op hun beurt weer veel backpackers trekken. Veel reizigers die voor langere tijd op reis zijn, vinden Antigua dan ook de perfecte hangout om dit te doen. Er hangt een superrelaxte vibe in het stadje, maar dat is uiteindelijk niet helemaal terecht. In de twee weken dat ik er zit, zie ik namelijk genoeg studenten die ’s avonds beroofd worden op weg naar huis. Het belet mij niet om in mijn eentje ’s avonds laat lopend over straat te gaan.
Zo ga ik op een avond in mijn eentje naar de bioscoop om de Braziliaanse film ‘Ciudad de Dios’ te zien, over het geweldadige leven in de sloppenwijken van Rio de Janeiro. Het voelt dubbel om de film te kijken in het land dat de hoogste criminaliteit ter wereld heeft. Sterker nog: de krant staat hier elke dag vol met de gevolgen daarvan. Er heeft tot voor kort een burgeroorlog gewoed in Guatemala en veel mensen hebben daarom dertig jaar lang in het leger gezeten. Zij weten gewoonweg niet wat zij anders kunnen en moeten dan schieten en omgaan met geweld. Dat laatste komt weer even bovendrijven wanneer ik de film kijk en besef dat ik daarna nog vijftien minuten naar huis moet lopen. Dat laatste voelt net iets minder prettig nu ik daarover nadenk. Desondanks ontsnap ik elke keer de dans – ook dit keer. Na twee weken Antigua rijd ik dan ook de stad uit met louter fijne herinneringen in mijn achterhoofd, zonder dat me ooit iets naars is overkomen.
‘no go’-area
Mijn volgende bestemming is de Guatamateekse hoofdstad Guatemala City. In tegenstelling tot Antiqua is het hier bijna onmogelijk te ontkomen aan de enorme criminaliteit die er heerst, zeker wanneer je als meisje alleen reist. Ik heb daarom een hostel geboekt in een so called ‘reasonably safe area’ – wat wil zeggen dat de gevaarlijkste zone van de hele stad nog op geen drie blocks van mij vandaan (!) ligt. De hele avenida 18 is immers een ‘no go’-area voor zowel locals als toeristen; mijn hostel zit in avenida 16. Maar in het land der blinden is één oog koning – en dus voelt het relatief veilig om er naartoe te gaan. Dat doe ik met de taxi, zodat ik juist in het openbaar vervoer niet beroofd kan worden.
Het is uiteraard nou juist een taxi die me uiteindelijk afzet later die dag, notabene nadat we net een leuk en gezellig Spaans kletspraatje hebben gemaakt. Ik begin bijna te denken dat ik een van de weinige aimabele taxichauffeurs heb getroffen van heel Guatemala City, wanneer hij opeens de auto stopt en het dubbele van de afgesproken prijs vraagt. Hij geeft daarbij aan dat hij de deur niet open doet voordat ik het bedrag ook echt aan hem geef – en met dank aan de kindersloten kan hij het ook echt op die manier spelen. Kindersloten in taxi’s, ik haat ze! Gelukkig stopt er op dat moment net een politieauto en vraag ik de agent door het raam heen om de deur open te maken. Ik kom er op die manier alsnog vanaf met de afgesproken prijs, maar voel me echt verraden. Gelukkig kan het nog altijd erger. Veel erger.
criminele hoofdstad
Zo worden er in Guatemala gemiddeld zo’n honderd moorden per week gerapporteerd. In de jaren negentig had Guatemala zelfs vier steden in de top tien van plekken in Latijns-Amerika met het hoogste moordpercentage. Guatemala City was er daar één van, met ruim honderd moorden per honderdduizend inwoners. Volgens een Amerikaanse krant werden er in oorlogsgebieden minder mensen gedood, dan in Guatemala als gevolg van een moord, schiet- of vechtpartij. Het ergste is misschien nog wel dat maar drie procent van al die moorden wordt opgelost – en bijna alle moordenaars uiteindelijk dus vrijuit gaan.
Ondanks deze cijfers is gevaar uiteindelijk ook maar een theoretisch begrip. Zo word ik voor het eerst beroofd in superveilig Spanje, doordat mijn rugzak leeggesneden wordt. In het minstens zo veilige Chili word ik achtervolgd en probeert men uiteindelijk mijn nek dicht te knijpen om mijn tas te kunnen stelen. In Istanbul beland ik totaal naïef ’s avonds in een tapijtenwinkel, waarbij de deur achter ons in het slot valt en de drie mannen die binnen zijn ons eigenlijk niet meer willen laten gaan. En in Venezuela -in mijn hoofd op dat moment een redelijk veilig land, wat uiteindelijk totaal niet het geval blijkt te zijn- wordt er op straat geschoten door verveelde hangjongeren, terwijl wij er op dat moment met ons hele hebben en houden rondlopen in het donker.
‘what if’ scenario’s
In de landen waar ik veel criminaliteit verwacht, ben ik heel alert – en gebeurt er over het algemeen heel weinig. Zo feest ik in Brazilië een hele nacht in een sloppenwijk samen met locals uit de favellas, zonder dat er iets vervelends gebeurt. In landen als Honduras neem ik ontelbaar veel bussen – zonder me ooit onveilig te voelen.
Dat soort situaties hadden echter ook heel anders kunnen aflopen. Zo lees ik een paar weken nadat ik in Honduras de bus van San Pedro naar hoofdstad Tegucigalpa heb genomen in de krant, dat dezelfde bus die dag gekaapt is door rebellen. Als weerwoord naar de overheid toe, hebben zij die middag alle vrouwen in de bus vermoord – met een briefje onder de ruitenwisser als enige getuige. Was ik een paar weken later in Honduras geweest, dan had ik nu dus niet meer geleefd. Maar uiteindelijk verdwijnt ook die gedachte weer razendsnel uit je hoofd. Dan kun je immers bij elke situatie wel ‘what if’ scenario’s gaan bedenken. Blijkbaar heb ik gewoon een beschermengel. Of is het simpelweg nog niet mijn tijd geweest om iets ergs te overkomen. Uiteindelijk liep alles goed af, waardoor ik veel vertrouwen in het leven heb. Alles kan stuk, maar alles komt uiteindelijk goed. Althans, dat hoop ik.
–
meer reisverhalen uit midden-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Midden-Amerika? Lees dan deze verhalen:
belize, honduras, panama e.a. – risky business
caribbean – over een andere boeg
costa rica – wildlife op elke straathoek
cuba & maleisië – een beetje dom
dominicaanse republiek – cabana business
dominicaanse republiek & indonesië – vergeten oorlog
el salvador & nicaragua – oorlog met eierdozen
grenada – sweet like chocolate
guatemala – full moon latino style
mexico & guatemala – zesde zintuig
mexico e.a. – springlevende doden
saint kitts & nevis – orkaangeweld
sint maarten, aruba, curacao – dubbele nationaliteit
trinidad & tobago, suriname, venezuela – vliegtuig boycot
trinidad & tobago venezuela – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–