reisavontuur in hongarije – 2013
Na een aantal dagen in Roemenië te hebben rondgereisd, besluiten we de grens met Hongarije over te steken. In mijn hoofd zijn beide landen min of meer vergelijkbaar: oostbloklanden waar de tijd weliswaar niet is stil blijven staan, maar de economie wel achter is gebleven bij die van landen in West-Europa. Voor veel delen van Hongarije klopt dat laatste ook wel. Maar hoofdstad Boedapest is de uitzondering op die regel. Het is dé verrassing van onze reis door Centraal- en Oost-Europa – oké, samen met Albanië dan. Na een paar dagen slenteren door de stad weet ik het zeker: Boedapest is het Parijs van het oostblok. Vooruit: misschien zelfs wel het paradijs.
wolkbreuk
Wanneer we vanuit Roemenië die dag Hongarije binnenrijden, is onze geplande eindbestemming van de dag eigenlijk iets heel anders dan Boedapest. We zijn onderweg naar het Balatonmeer, om lekker een paar dagen te ontspannen aan het strand. Helaas regent het daar vandaag en de komende dagen. In Boedapest schijnt de zon – althans, volgens de weersvoorspellingen. Dat maakt de keuze makkelijk. Op naar Boedapest! Maar eerst gaan we lunchen in Szentendre, een schattig dorpje op een uur rijden van Boedapest. Het dorp zit vol met lieve huisjes, winkeltjes, restaurantjes en kronkelweggetjes; overal lijken in het dorp bloemen te groeien. Tel daar het heerlijke weer bij op en je kunt je voorstellen hoe fijn het is om in Szentendre te zijn.
Na een paar uur ontspannen, rijden we verder naar de hoofdstad van Hongarije. Terwijl we de stad binnenrijden, trekt de lucht dicht en komt opeens de regen met bakken tegelijk uit de lucht vallen. Een wolkbreuk blijkt zoiets te heten – ik snap nu waarom. Zelfs met de ruitenwissers volop aan, zie je geen hand voor ogen. In tien minuten tijd valt er zóveel water naar beneden, dat de straten blank staan. Gelukkig houdt het bijna net zo snel weer op met regenen, als dat het begon – waarna de zon al snel weer tevoorschijn komt. We kunnen weer verder en gaan op zoek naar een mooie plek om te overnachten. Maar waar? Ik heb keuzestress merk ik al snel. Er is zoveel leuks te vinden.
drie steden in één
Boedapest bestond tot 1873 uit drie afzonderlijke steden, die van elkaar werden gescheiden door de Donau. De drie steden zijn uiteindelijk samengevoegd tot één stad met drie zeer verschillende stadsdelen. Zeven bruggen zorgen voor de verbinding tussen de drie stadsdelen. Pest, het vlakke deel dat op de oostoever van de Donau ligt, beslaat met zijn 352 km² ongeveer twee derde van het grondgebied van de hoofdstad. Hier bevindt zich het zakelijke en politieke hart van de stad; ook zit hier de meeste industrie. Op de pleinen en in de koffiehuizen klopt het hart van Hongarije, op straat voel je een bijna westerse allure. Informeel wordt dit stadsdeel vaak gebruikt om heel Boedapest aan te duiden.
Boeda, het tweede stadsdeel, ligt op de westoever van de Donau en is juist heuvelachtig. Het stadsdeel voelt eerder als een provincieplaatsje dan als onderdeel van een hoofdstad. Op een van de heuvels ligt het oude stadshart van Boeda, de Burchtheuvel. Binnen en direct buiten de muren van de hooggelegen burcht heeft de halve wereld strijd geleverd. De Turken, de Habsburgers, de Hongaren, de Slowaken, de Serven, de Russen, de Duitsers; ze lieten er allemaal hun sporen achter. Dit stadsdeel is vandaag de dag vooral een woongebied, met meer groen en hogere grondprijzen dan in Pest. Het inkomen van de inwoners ligt hier dan ook hoger dan in de rest van de stad.
verschillende identiteit
Óbuda, de derde stad waaruit Boedapest is ontstaan, ligt in het noordwestelijke deel van de hoofdstad. Het is het oudste (en dus meest historische) deel van de hoofdstad. De Kelten stichtten hier al een nederzetting. Daarna kwamen de Romeinen, waarvan de restanten nog altijd bewaard zijn gebleven. Op veel plaatsen in Óbuda worden daarom concerten en culturele evenementen gehouden in een historische omgeving – waaronder het jaarlijkse internationale muziekfestival Sziget. Dat er nog een derde stadsdeel bestaat, weet ik overigens pas wanneer ik de stad alweer verlaten heb.
Via de brug over de Donau zijn de drie de stadsdelen met elkaar verbonden. De sfeer in elk ervan totaal verschillend; samen vormen ze tegelijkertijd de perfecte eenheid. Boeda voelt bijna als een dorp, met een kneuterige, romantische sfeer. Pest heeft juist een stedelijke vibe, vol grandeur. Het wordt gedomineerd door imponerende fonteinen, gezellige pleinen en hippe tentjes. In Óbuda zit het historische en culturele hart van de stad. Voor Hongaren is het een forse belediging om gezien te worden als een Oost-Europees land, zo hoor ik even later. Sterker nog: zeggen dat Hongarije Oost-Europa is, is hetzelfde als tegen Nederlanders zeggen dat ze eigenlijk Duitsers zijn. Ik begin inmiddels te beseffen waarom.
best of both worlds
Voor nu heb ik meer dan voldoende aan de andere twee stadsdelen. We vinden een fantastisch hotelletje in Boeda, onderaan de berg en met uitzicht op de burcht. Het is bovendien slechts tien minuten lopen naar Pest, het stadsdeel waar de meeste horeca zit. Je hoeft maar de brug over te steken en je zit opeens in Pest, dat gedomineerd wordt door grandeur en imponerende gebouwen uit de Renaissance. Dit zou zo Madrid, Rome of zelfs Parijs kunnen zijn. Ik moet duidelijk mijn beeld van Hongarije bijstellen nu ik dit zie. Hier kan Nederland nog een flink puntje aan zuigen. Achter elke hoek van de straat blijkt weer een nieuwe fontein, kerk en/of waanzinnig gebouw schuil te gaan.
Het parlementsgebouw is daarbij hét visitekaartje van Hongarije. Het is voor wat betreft zijn symmetrische opbouw identiek aan de burcht aan de overkant van de Donau. Over deze overeenkomst is nagedacht: de bouw van beide monumenten is een kwestie van stedenbouw en planning geweest – en dus niet het gevolg van het grillige verloop van de geschiedenis. Het parlementsgebouw heeft weliswaar kenmerken uit de gotiek en de renaissance, maar werd niet in die tijd gebouwd. Toeval of niet: de oplevering van het gebouw viel samen met de afronding van de Eiffeltoren in Parijs.
als een god in hongarije
Na een paar goede terrassen uitgeprobeerd te hebben, eten we pasta bij een hip en modern Italiaans tentje. Via een prachtig verlichte brug lopen we vervolgens weer terug naar ons hotel in Boeda. Deze stad heeft duidelijk the best of both worlds. De volgende morgen ontdek ik samen met mijn zoontje Zev de burcht van Boeda, terwijl Kris op zoek gaat naar een yogastudio. Hij doet in Nederland bikram yoga -yoga in een ruimte van ruim veertig graden Celsius- en is ervan overtuigd in Pest een studio te vinden waar hij dat kan doen. Dat lukt: op twintig minuten lopen zit er eentje. Bingo.
Voordat Zev en ik gaan lopen, ontbijt ik in ons hotel met vers geperste sinaasappelsap en warme croissants. Het leven is hier (en in Oost-Europa in het algemeen) zo betaalbaar, dat je er als een god in Frankrijk -of in dit geval als een god in Hongarije- kunt leven. We kunnen ons daarbij de meest stylish top-end hotels en leukste restaurants veroorloven, zonder te moeten huilen bij het afrekenen. Die vrijheid om alles te kunnen doen waar je zin in hebt is heerlijk. Laat iedereen maar naar Ibiza gaan en een gin-tonic bestellen van zeventien euro; wij zitten lekker hier en drinken er voor hetzelfde geld drie of vier. Ha!
kuuroorden
Voor nu is het echter nog ochtend – en dus nog even geen tijdstip voor een gin tonic. Het is tijd om iets van Boeda te gaan zien. We nemen een lift naar de top van de berg en krijg opeens een déjà vu naar Chili, waar ik in de stad Valparaiso een zelfde soort lift moest nemen om naar boven te gaan. Jammer genoeg ben ik daar uiteindelijk overvallen door een Chileense tiener, waardoor ik er een nare bijsmaak aan heb overgehouden. Hier in Boedapest verloopt alles gelukkig gewoon zoals het hoort. Eenmaal boven, lopen we rond bij de burcht en ontdekken we de rest van Boeda.
Boedapest staat misschien nog wel het meest bekend om haar kuuroorden – en dus kunnen we niet in Boedapest geweest zijn zonder zo’n kuuroord te bezoeken. We hebben de keuze uit tientallen verschillende. We kiezen voor de meest bekende, die gevestigd is in een kloosterachtig complex. De spa heeft meerdere binnen- en buitenbaden, prachtige mozaïeken aan de muur. Het zit vol met oude, verweekte vrouwtjes met een badmuts op – precies zoals je het je voorstelt. Zev vindt het van ons drieën misschien nog wel het leukst. Hij kraait van plezier en schreeuwt op die manier het hele kuuroord bij elkaar – het grote nadeel van een klein kind op zo’n mooie plek. Gelukkig voor alle overige aanwezigen zijn we twee uur later weer weg, zodat ze alsnog hun rust kunnen pakken.
overdaad
Zelfs wanneer we de stad verlaten, doen we dat via een prachtige route vol grote, imponerende gebouwen. Er zijn er bijna teveel hier, alsof ze met honderden tegelijk zijn neergezet. Met een gevoel in onze buik dat we op het hoogtepunt zijn vertrokken en zeker nog een keer terug willen komen. Bratislava (Slowakije) en Praag (Tsjechië) zijn weliswaar heel leuke hoofdsteden, maar aan Boedapest tipt geen van beiden. Boedapest is het Parijs van Oost Europa; een stad waar je elke paar jaar even naartoe terug wilt. Tot snel leuke stad, we zijn hopelijk snel weer terug. Al was het maar vanwege het goddelijke ontbijtbuffet.
Eenmaal weg van de hoofdstad, voelt het al snel als een andere wereld. Onderweg stoppen we in het kleine dorpje Holoko, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan en de moderne luxe van Boedapest mijlenver weg lijkt. Met een gemiddeld inkomen van driehonderd euro per maand moet men het hier maandelijks doen – en dus heeft men hier duidelijk andere prioriteiten. Boedapest is de stad van de kantoorbanen – die over het algemeen veel beter betalen dan andere jobs.
een andere wereld
De situatie in de hoofdstad is daarmee dus meer de uitzondering dan de regel. De rest van Hongarije blijkt nog altijd behoorlijk arm te zijn. Veel mensen daar komen nauwelijks rond en zijn voor hun inkomen geheel afhankelijk van de oogsten op hun land – zonder daarbij enige garantie te hebben. Dat we juist hier zoveel dure auto’s zien, zegt dan ook enkel en alleen iets over de inkomensongelijkheid die er bestaat in het land.
Het zet me weer even met mijn voeten op de grond. Boedapest is weliswaar een mondaine en moderne stad, waarin alles te verkrijgen is. Maar dat wil niet zeggen dat de stad representatief is voor Hongarije in zijn geheel. In Boedapest kun je jezelf onderdompelen in prachtige gebouwen, fonteinen, cultuur en hippe tentjes. Daarbuiten is het een ander verhaal. Daarmee blijft het wat mij betreft het Parijs van het Oostblok. Voor het paradijs is het misschien nog te vroeg.
–
meer reisverhalen uit centraal-europa
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Centraal-Europa? Lees dan deze verhalen:
duitsland – maandag bestaat niet
duitsland, finland, rusland, estland – citytrip xl
oostenrijk, duitsland e.a. – poppenlust
polen e.a. – diefstal met een staartje
tsjechië – prostitutie paradijs
tsjechië & slowakije – fluwelen scheiding
zwitserland – zwitserse kwaliteit
–
reis je met me mee?
–