reisavontuur in india – 2005
Hoe heerlijk moet het zijn om een vogel te zijn. De vrijheid, de frisse lucht, het feit dat je automatisch een helikopterview hebt vanuit de lucht. Om in de buurt te komen van het gevoel dat een vogel moet hebben, laat ik me tijdens mijn reis naar Nieuw-Zeeland uit een vliegtuig gooien om te skydiven, beklim ik in India een besneeuwde berg voor een poging tot (Indian style) paragliden en doe ik dat laatste in Brazilië nog een keer dunnetjes over – maar dan zonder zelf de berg op te hoeven klimmen. Maar of het nou hetzelfde voelt als een vogel zijn.
–
Dit verhaal bevat deel 2 van het verhaal ‘Upside Down’. Deel 1 en deel 3 spelen zich af in respectievelijk Nieuw-Zeeland en Brazilië en zijn terug te vinden in de regio’s Oceanië en Zuid Amerika.
–
revanche
In Nederland heb ik lang geleden een bungeejump gedaan, simpelweg omdat ik die won op een evenement en het oneerbiedig vond om de sprong dan niet te maken. In Nieuw-Zeeland heb ik skydiven geprobeerd, een parachutesprong die je maakt terwijl je aan iemand anders vast zit. Nu ik in India ben, is het tijd voor iets nieuws. En dan het liefst iets wat een beetje relaxed voelt, want door de enorme vrije val vindt mijn maag bungeejumpen en parachutespringen duidelijk niet zo prettig. Mijn volgende uitdaging dan ook al snel duidelijk: ik ga paragliden. Daarbij heb je geen vrije val, maar ren je met een soort vleugels op je rug van een berghelling af, totdat je zweeft in de lucht. Dat moet een stuk meer ontspannen voelen dan recht naar beneden springen, als een kip zonder kop.
Dat paragliden kan in het noordwesten van India, in Rishikesh. Op de dag dat ik heb geregeld om te gaan, staat er echter geen wind – en houdt het dus al snel op. Een paar weken later krijg ik de kans op revanche, in Manali. Om in Manali te komen, moet ik eerst een nachtje de bus in. Ik vertrek vanaf Daram Sala, de woonplaats van de Dalai Lama – die er ook nog blijkt te zijn én een lezing blijkt te geven op het moment dat ik er ben. Ik besluit nog even die lezing mee te pakken en daarom mijn bezoek aan Manali een dag uit te stellen. Ook al versta ik er weinig van, het idee dat ik de Dalai Lama live zie spreken is behoorlijk inspirerend.
op naar manali
Een dag later dan gepland, stap ik alsnog de nachtbus naar Manali in. Gelukkig ben ik niet alleen; ik reis op dat moment al een maand samen met mijn Israëlische vriend Yan. Voordat we die avond vertrekken, laat ik nog snel even mijn hand lezen door een (schijnbaar bekende) astroloog. Dat geeft veel food for thought, maar niets over doodgaan op korte termijn – wat ik dan maar opvat als een groen licht om te gaan. Tien uur in een lokale bus in India is vrijwel nooit een pretje. Als de bus een uur later dan gepland eindelijk voor onze neus staat, blijkt echter dat we al blij mogen zijn als we überhaupt mee kunnen. De bussen worden hier zo vol mogelijk gestampt, totdat er werkelijk niemand meer in kan zonder dat er aan de andere kant van de bus iemand uitvalt – al gebeurt dat laatste ook regelmatig.
Deze bus zit bij aankomst al zo vol dat ik me afvraag hoe we in godsnaam nog naar binnen kunnen zonder dat laatste te laten gebeuren. Gelukkig besluit een aantal andere backpackers om dan maar morgen te vertrekken; de bus is te vol voor hen. De bus is absoluut ook te vol voor ons. We hebben alleen geen hostel om naar terug te gaan; onze kamers zijn inmiddels vergeven aan een ander. Als we vanavond niet gaan, wordt Manali ‘em sowieso niet meer voor mij, aangezien ik over een aantal dagen naar Nederland terug vlieg. Dat zou wel heel jammer zijn; zeker nu we bepakt en bezakt bij de bus staan.
duwen en trekken
Er zit niets anders op dan ons een weg naar binnen te banen. Dat gaat gepaard met veel duwen en trekken, precies zoals de locals het ook doen. We belanden uiteindelijk halverwege het trappetje bij de achterste deur. Niet geheel oncomfortabel en dus goed genoeg. Een dronken tiener staat erop om een zitplaats voor ons te regelen, maar we wijzen zijn aanbod snel af. We hangen een beetje in het trapgat en dat is prima zo. Na een paar uur rijden wordt de bus langzaamaan wat leger, zodat we uiteindelijk alsnog kunnen zitten. Weliswaar achterin de bus op de allerlaatste rij, maar toch: we zitten en dat is perfect. We dutten zelfs een beetje in – totdat we opeens een noodkreet horen van achter en hard op de achterruit horen slaan.
Mijn vriend Yan schreeuwt ‘stop de bus’, waarna de bus een noodstop maakt. Onmiddellijk zien we twee jongens van het dak klauteren, die eenmaal op de grond heel hard wegrennen. Yan klimt onmiddellijk het dak van de bus op, om te zien of bagage gestolen is. Hij heeft net zijn laatste traveler cheques ingewisseld en al zijn geld zit in zijn backpack op het dak. Gelukkig zit alles met veel touw aan elkaar gebonden en hebben de twee rovertjes niets kunnen jatten. Ze hebben zich waarschijnlijk verkeken op de kou, de bus die constant heen en weer slingert en de haarspeldbochten die deze maakt. Daarnaast zat de bepakking waarschijnlijk net iets beter vast dan gehoopt en verwacht. Ze hebben daarna geprobeerd naar beneden te klimmen – wat uiteindelijk niet lukte op de rijdende bus. Zijn geklop op het raam was een duidelijke noodkreet; wie weet wat er was gebeurd als wij die niet hadden gehoord of er niets mee hadden gedaan.
indian style paragliden
Na dit incident rijdt de bus weer verder en om vijf uur ’s ochtends zijn we –zoals altijd gevoelsmatig ‘opeens’- in Manali. We worden in het pikkedonker gedropt; gelukkig hebben we een concreet adres van een hostel in de hand en is er een aardige taxichauffeur om ons te brengen. Het hostel is gelukkig geweldig; vanaf onze kamer en het dakterras hebben we een waanzinnig uitzicht op de prachtige bergen. Het hostel is bijna leeg, want het is laagseizoen. Terwijl Yan gaat slapen, chill ik buiten op het dakterras en staar eindeloos naar de rivier, de huisjes en de witte sneeuwtoppen. Het is hier zo mooi. En dan is het ook nog lekker weer: ondanks het vroege tijdstip voel ik de zon die op mijn huid schijnen. Het toppunt van geluk is hier en nu. Niets meer aan doen.
Die middag nemen we een auto riksja naar Sonali, het één na grootste skigebied in India. We stellen ons er weinig tot niets bij voor. Zo heeft het skigebied geen skiliften – en dus moet je helemaal naar de top van de berg lopen om naar beneden te kunnen skiën of snowboarden. Met alle terrasjes en chai-stalletjes ziet het geheel er wel heel gezellig uit. Zoals het India betaamd, gaat alles en iedereen kriskras door elkaar heen op de ‘piste’: sneeuwscooters, skiërs, snowboarders, rodelaars, paragliders, wandelaars en paarden met hun ruiters. Eigenlijk is het (net als in de rest van India) een wonder dat alles vloeiend door elkaar heen gaat zonder ongelukken te maken. Als revanche voor de poging in Rishikesh, besluit ik hier te gaan paragliden. Om dat te kunnen doen, moet ik zoals gezegd eerst de gehele berg opklimmen. Helaas is er geen jeep of lift om me te brengen. Indian style paragliden dus. Eenmaal op de top van de berg, is het wachten tot er goede wind staat. Dit keer heb ik mazzel: de wind staat goed! Ik trek alle gear aan – wat er nogal bijzonder (lees: raar) uitziet met mijn fel gekleurde Indiase rokken aan. Maar dan ben ik klaar om te gaan. Let’s go!
loslaten
Ik word door mijn co-glider geïnstrueerd om zo hard mogelijk door de sneeuw te rennen. Dat doe ik – tot de berg ophoudt en we opeens in de lucht zweven. Pas als ik al metershoog in de lucht hang, besef ik dat niet alleen het skigebied maar ook de paraglide-gear weleens van inferieure kwaliteit zou kunnen zijn, net als zo ongeveer alles wat hier vandaan komt. En dat het daarom misschien wel helemaal niet zo slim is om zoiets gevaarlijks als paragliden nou juist hier in India te doen. Maar het is al te laat. Ik hang al in de lucht – en hoop alleen maar dat die Indian quality nou net niet geldt voor deze parachute en voor mijn begeleider. Omdat ik dat nu niet meer in de hand heb, besluit ik er maar gewoon van te genieten. Want leuk, dat is dit zeker! Oké: het heeft niet de adrenaline-rush die het skydiven en bungeejumpen wél hadden. Maar daardoor is het ook niet eng – en dus vanaf de eerste seconde geweldig om te ervaren. Gelukkig kan ik er dan ook met volle teugen van genieten – ook al duurt het maar twee minuten. Zo hoog was die berg die ik op moest lopen nou blijkbaar ook weer niet.
–
meer reisverhalen in zuid-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
bangladesh – beroemd zijn is vreselijk
bangladesh, china, indonesië, india – fast fashion victim
bhutan – bruto nationaal geluk
bhutan, india, china, indonesie, mexico – springlevende doden
india – baden in miljoenen poepkolonies
india – dessert talk: stargazen
india – indian style wintersport
india – op bezoek bij de dalai lama
india – wat je niet ziet, is er niet
sri lanka, india e.a. – visaperikelen
–
reis je met me mee?
–