reisavontuur in zuid-afrika – 2009
Zuid-Afrika is een land met vele kanten – en dus verrassingen. Zo kent het land maar liefst elf verschillende officiële talen. Eén daarvan is het Afrikaans, een verbastering van het Nederlands. Waar de donkere bevolking de Afrikaanse taal duidelijk associeert met de apartheid en daarom zo min mogelijk spreekt, blijken veel blanke Zuid-Afrikanen nog altijd graag Afrikaans te spreken. Communiceren in het Afrikaans blijkt hilarisch te zijn. Waar we in het ‘moderne’ Nederlands veel woorden overgenomen hebben vanuit het Engels, Frans of Spaans, is het Afrikaans heel ‘zuiver’ Nederlands gebleven. En dat zijn wij als Nederlanders duidelijk niet gewend. Wat dacht je van ‘amper-broekkie’(string), ‘holrol’ (toiletpapier) en ‘brandbeksous’ (tabasco)? Het is duidelijk: ze draaien hier niet om de hete brij heen. Letterlijk én figuurlijk.
symbool van onderdrukking
Voordat ik echter de lachspieren activeer, is het belangrijk om iets meer (serieuze) achtergrond te schetsen rondom het Afrikaans. Dat deze taal geassocieerd wordt met de Nederlandse onderdrukkers is namelijk niet vreemd. Het waren immers de Hollandse kolonisten uit de zeventiende eeuw die het Nederlands meebrachten toen zij zich vestigden in het gebied dat nu Zuid-Afrika heet. De taal werd vervolgens beïnvloed door het Duits, Frans en Portugees, talen die andere immigranten spraken. Maar ook de talen die werden gesproken door slaven hadden hun invloed. Dit resulteerde in een mengelmoes van talen, die lange tijd gezien werd als een dialect van het Nederlands. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw groeide de overtuiging dat sprake was van een zelfstandige taal. Uiteindelijk werd in 1925 het Afrikaans – naast het Engels – erkend als een van de officiële talen van Zuid-Afrika.
Het Afrikaans ontwikkelde zich vervolgens tot een belangrijk symbool van het Afrikaner nationalisme. De Afrikaner Nasionale Party, die in 1948 aan de macht kwam en de apartheid invoerde, bevorderde het gebruik van het Afrikaans in de gehele samenleving. Afrikaans werd daardoor de dominante taal in de regering, het parlement en veiligheidsapparaat. Apartheidsideologen vonden het daarbij belangrijk dat de taal ‘zuiver’ zou blijven, zonder gebruik van anderstalige woorden. Dat principe zie je nog altijd terug in de taal. Spreek je algemeen beschaafd Afrikaans, dan gebruik je geen aftershave, eau de cologne of computer, maar ‘naskeermiddel’, ‘Keulse water’ of een ‘rekenaar’.
besmet
Hoe mooi ik het Afrikaans ook vind: gezien de historie van de taal is het de vraag hoe lang het nog zijn waarde behoudt. De Afrikaanse taal staat in het Zuid-Afrika ná de apartheid namelijk sterk onder druk. Sterker nog: volgens experts heeft het Afrikaans weinig overlevingskansen. De taal is besmet geraakt en herinnert simpelweg teveel aan een gitzwarte periode in de geschiedenis, waarin slavernij en de apartheid centraal stonden. Tot op de dag van vandaag staat het Nederlandse woord ‘apartheid’ wereldwijd symbool voor de onderdrukking en segregatie van de donkere bevolking.
Voor veel Zuid-Afrikanen is Afrikaans dan ook vooral de taal van de voormalige onderdrukker. Overheid, politie en rechters gebruiken daarom tegenwoordig vooral het Engels om in te communiceren. Veel scholen en universiteiten schakelen er ook op over, net als steeds meer jongeren. Het Afrikaans is daardoor langzaam aan het verdwijnen. De verwachting is dat vooral in het westen van Zuid-Afrika de taal nog lange tijd zal overleven; in de rest van het land zal het Afrikaans als publieke taal waarschijnlijk over twee generarties verdwenen zijn. Echte overlevingskansen heeft de taal niet.
elf officiële talen
Desalnietemin is het Afrikaans nog altijd de moedertaal van zes miljoen Zuid-Afrikanen, dertien procent van de populatie. Onder hen zijn overigens niet alleen blanken, maar ook kleurlingen én donkere inwoners. Eerder bekend als ‘Cape Dutch’, werd Afrikaans in eerste instantie voornamelijk gesproken door mensen in de Kaap. De taal wordt inmiddels ook veel gesproken in Gauteng en Johannesburg. Ook op de universiteit is dit officieel nog steeds de primaire taal – ook al verschuift dat zoals gezegd steeds meer richting het Engels.
Afrikaans en Engels zijn overigens slechts twee van de vele verschillende talen die worden gesproken in Zuid-Afrika. Hiervan zijn er elf officieel. Daarmee is Zuid-Afrika – op India na – het land met de meeste officiële talen. Het Afrikaans en Engels zijn daarbij van Germaanse oorsprong, de andere talen zijn zogenaamde Bantoe-talen. Die laatste categorie talen wordt door de teneergang van het Afrikaans steeds belangrijker. Zelfs de opschriften op Zuid-Afrika’s nieuwe bankbiljetten zijn tegenwoordig in het Engels én de twee grootste Bantoe-talen, Zoeloe en Xhosa. Alleen de bankbiljetten met de kleinste nominatie, die van tien rand, vermelden nog in het Afrikaans dat ze zijn uitgegeven door de ‘Suid-Afrikaanse Reserwebank’.
‘amperbroekkie’
Feit is dan ik op onze reis door Zuid-Afrika vooral heel veel Engels hoor spreken. Dit is dan ook de taal die het meest gesproken wordt in het bedrijfsleven, de overheid en commerciële organisaties. Engels wordt als hoofdtaal gesproken door ruim vijf miljoen mensen en is bovendien een internationale taal – en dus ook een logische taal om in te communiceren met toeristen (zoals wij). De eerste keer dat we echt Afrikaans spreken is wanneer we kamperen aan de Oranjerivier, op de grens met Namibië. We blijken twee leuke buurmannen te hebben die het heerlijk vinden om te kletsen in het Afrikaans. Ook al zijn veel woorden net even anders dan in het (moderne) Nederlands, begrijpen doen we elkaar prima. Dat voelt bijzonder, zo ver van huis.
Afrikaans blijkt een verdomd leuke taal te zijn. De zogenaamde zuiverheid van de taal heeft ertoe geleid dat veel woorden in onze ogen geestig overkomen. Veel woorden vormen namelijk de letterlijke Nederlandse vertaling van woorden die wijzelf uit het Engels, Frans of Spaans hebben overgenomen. Zo is een string in het Zuid-Afrikaans een ‘amperbroekkie’ en een thriller een ‘riller’. Een lift heet hier een ‘hysbak’, een stopcontact een ‘muurprop’ en een kameleon een ‘verkleurmannetjie’. Hetzelfde geldt voor het Zuid-Afrikaanse woord voor burn-out (‘yuppiegriep’), pindakaas (‘grondboontjeboter’), lolly (‘stokkielekker) en couveuse (‘bababroeikas’). Je begrijpt direct waarom deze woorden gekozen zijn.
‘aftrekplek’ is niet wat je denkt
Tegelijkertijd zijn er ook instinkers; woorden die je vanuit het Afrikaans niet direct kunt herleiden naar een regulier Nederlands woord. Oppassen dus met het trekken van conclusies voordat je zeker weet dat iets ook echt zo is. Zo is een ‘aftrekplek’ geen plek waar seksuele handelingen verricht worden, maar een informatiepunt. Een ‘ruk-en-pluk’-feest is geen fetisjfeest met latex pakjes, maar een ‘gewoon’ rock-‘n-roll feestje. Een vrijkamer is geen kamer om seks te hebben maar een brave logeerkamer. En een wipmat klinkt weliswaar heel onzedelijk maar betekent gewoon een trampoline.
In de categorie ‘ogenschijnlijk onzedelijke woorden’ is er verder de ‘hoërskool’, dat geen hoerenschool is maar een hogeschool. Of een ‘verneukbeentjie’, dat geen schaambeen (of ander bot in de erogene zone) betreft maar je telefoonbotje. Rete irritant om die te stoten, dus de naam is wat mij betreft prima gekozen. Heeft iemand het over een ‘kleintongetjie’, dan heeft die het heel braaf over zijn of haar huig – en dus niet over de clitoris. En zegt iemand ‘verskoon mij’, wees dan gerust: hij of zij stelt vooral niet voor om je broek te verschonen maar excuseert zich. Gelukkig maar. Eén ding weet ik zeker: in het Nederlands waren al deze namen er nooit doorheen gekomen.
‘holrol’ en ‘brandbeksous’
Andersom kan het ook gebeuren dat iemand een ‘warmpatat’ bestelt en daarmee geen patatje bedoelt, maar een vurig meisje. Of dat een Zuid-Afrikaan het heeft over een ‘vleispaleis’, maar daarmee geen slager bedoelt maar een lekker ding: een mooi meisje. Ik neem me voor om niets aan te nemen en bij ieder gesprek nog even te verifiëren wat er precies wordt bedoeld. Het kan nogal iets anders impliceren dan verwacht. Ik ontdek nog veel meer (wat mij betreft hilarische) Afrikaanse woorden. Zo is een ‘afknyptijdjie’ geen tijltje om te gebruiken bij het melken van koeien maar het nemen van een korte pauze. Het Afrikaanse woord ‘skeletklets’ betekent lichaamstaal, een ‘enkelloper’ is een vrijgezel en een ‘bromponie’ is een scooter. Nice.
Na vanavond het ik duidelijk wel een paar favoriete Afrikaanse woorden. Wat dacht je van het Afrikaanse woord voor wc-papier en tabasco: ‘holrol’ en ‘brandbeksous’? Letterlijker dan dit wordt het niet. Ze draaien hier duidelijk niet om de hete brij heen. Recht voor zijn raap zou zomaar een Afrikaanse uitdrukking kunnen zijn.
–
meer reisverhalen uit zuidelijk afrika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in zuidelijk Afrika? Lees dan de volgende verhalen:
botswana, zuid-afrika, namibië – roadtrip xl
namibië – dessert talk: racen door sossusvlei
–
reis je met me mee?
–