reisavontuur in senegal – 2006
Stress op reis heeft bij mij soms alles te maken met geld – of eigenlijk met het gebrek daaraan. Zo ook die ene dag in Kafountine, een prachtig dorpje in Senegal. We hebben voor vertrek naar Senegal niet goed gecheckt of je zomaar overal in het land geld kunt pinnen – en zijn zonder contant geld of Visa–creditcard op reis gegaan. Dat blijkt geen handige move te zijn. In het minder toeristische deel van Senegal zitten geen geldautomaten; alle financiële transacties verlopen hier via het (fysieke) bankkantoor. En zelfs daar is het verkrijgen van geld geen absolute zekerheid, zo blijkt al snel.
van het kastje naar de muur
Nou voelt het eigenlijk nooit prettig om in het buitenland te zitten en geen geld op zak te hebben. Een plastic bankpasje (waarmee je potentieel geld mee uit de muur zou moeten kunnen halen) is nu eenmaal niet hetzelfde als een pak verse geldbiljetten in de lokale valuta. Hoe vaak je ook reist, het blijft toch altijd een opluchting als zo’n buitenlandse geldautomaat die biljetten uitspuugt en je weer een paar dagen verder kunt zonder geldzorgen. Helaas zijn we er inmiddels achter dat er in de buurt van Kafountine geen geldautomaten zitten. En dus hebben we voor deze dag maar één missie: geld regelen, zodat we onze kamer kunnen betalen en eten kunnen kopen.
Om de drukte én hitte voor te zijn, lopen mijn vriend Arjan en ik ’s morgens vroeg van ons guesthouse naar het dorp, om bij de bank travellers cheques te wisselen. Die cheques heb ik al jarenlang braaf bij elke reis in mijn portemonnee zitten, altijd op zoek naar een situatie als deze – waarop ik ze dringend nodig heb en kan inwisselen voor écht geld. Dat inwisselen blijkt bij aankomst in het bankkantoor echter niet mogelijk; noch kunnen we het Gambiaanse geld wisselen dat we bij ons hebben. Ter compensatie krijgen we wél een adres van een hotel in een buitenwijk van het stadje, waar we de cheques zouden moeten kunnen wisselen volgens de bank. We nemen een taxi naar de buitenwijk, maar zoals zo vaak met dit soort dingen blijkt de informatie van de bank niet te kloppen – en dus nemen we gelijk maar een taxi terug naar het dorp. We moeten op zoek naar een andere oplossing en die gaan we hier, gevoelsmatig in de middle of nowhere, niet vinden.
heel snel denken
Onderweg naar het dorp worden we opeens aangehouden door de politie – en bedenken op dat moment opeens dat Arjan helemaal geen paspoort bij zich heeft. Je bent je hier verplicht te legitimeren op verzoek van een official. Gebrek aan een paspoort kan je hier dan ook in grote problemen brengen. Hebben wij weer. Godzijdank heb ik mijn eigen paspoort wel bij me voor het wisselen van mijn cheques, zodat we in ieder geval niet allebei opgesloten kunnen worden. Omdat de politie een legitimatiebewijs van Kris wil zien voordat hij ook maar een stap verder kan zetten in Senegal en hem (zoals verwacht) tot die tijd wil vasthouden, besluit ik in mijn eentje terug te gaan naar ons hutje en Kris’ paspoort op te halen.
Met in mijn handen een grote stapel Gambiaanse bankbiljetten – het enige geld dat we nog hebben – en één paspoort voel ik mij echter niet prettig in de taxi. Een voor ons onbekende taxichauffeur moet mij naar ons hutje brengen, wat in een land als dit geen garantie op succes is. Zeker niet wanneer je als vrouw alleen in de taxi zit, met (voor Senegalese begrippen) best wat geld op zak. Arjan schreeuwt me nog toe dat ik ‘als hij iets probeert gelijk de deur open moet gooien en weg moet rennen’. Fijn om te weten, maar hoe doe ik dat?
gefingeerde zekerheid
Ik probeer mijn angst van me af te zetten door rationeel na te denken. Ik check of er een kinderslot op de deur zit – belangrijk om inderdaad weg te kunnen rennen, mocht er iets gebeuren. Aan mijn kant zit helaas een kinderslot, aan de andere kant gelukkig niet. Ik verschuif dan ook naar de andere kant van de achterbank. Ondertussen heb ik bedacht wat logistiek gezien de ideale volgorde is om dit proces in goede banen te leiden. Als ik direct na het halen van Kris’paspoort terug ga naar de plek waar ik hem achterliet met de politie, is de kans groot dat we ons pak Gambiaanse bankbiljetten kwijt zijn aan ‘boete’. In dat geval hebben we niets meer – zelfs niet om een taxichauffeur te betalen en de zoektocht naar geld af te maken.
Een tweede optie is onze Gambiaanse bankbiljetten neer te leggen in ons hutje, zonder deze eerst om te wisselen. Op die manier kan de politie ons niet chanteren; van een kale kip kun je immers niet plukken. We zitten daarna echter in precies dezelfde situatie als vanmorgen, namelijk zonder Senegalees geld waar we in dit land wat mee kunnen. Beter dus om éérst geld te wisselen, dat gewisselde geld vervolgens thuis neer te leggen en dan met bijna lege handen (maar wel Kris’ paspoort) terug te rijden naar de politiepost. Ik geef dan ook met ferme stem opdracht om verder het dorp in te rijden. Zelfverzekerdheid – ook al is die gefingeerd – maakt de kans hoe dan ook kleiner dat mijn taxichauffeur straks iets gaat ondernemen tegen mij.
papa grande
Na twee mislukte pogingen lukt het wonder boven wonder om ons geld te wisselen op straat. Nog een groter wonder is dat ik er een bijzonder goede wisselkoers voor krijg, zonder dat men het zelf door heeft. Het universum is vandaag blijkbaar toch aan mijn zijde.Met een opgelucht gevoel laat ik de taxichauffeur vervolgens terugrijden naar ons hutje. De weg ernaartoe, een uitgestorven zandweg in (gevoelsmatig) de middle of nowhere, geeft me echter geen lekker gevoel. Ik houd me maar vast aan de gedachte dat als de taxichauffeur iets probeert, ik zo de auto uit ben en keihard ga rennen. Gelukkig gaat hij maar twintig kilometer per uur; langzaam genoeg om zo uit te kunnen stappen. Mijn taxichauffeur blijkt uiteindelijk godzijdank betrouwbaar te zijn – en dus hoef ik uiteindelijk geen gekke capriolen uit te halen onderweg.
Eenmaal terug in ons hutje, laat ik het Senegalese geld achter en pak Arjan’s paspoort. Ik stap vervolgens weer in de taxi, waarna we terugrijden naar de politiepost. Eenmaal daar, blijkt Arjan zich allesbehalve zorgen te maken over mij. Hij zit compleet in de chill koffie te drinken met twee nieuw gemaakte vrienden – waaronder de grappige kunstenaar Papa Grande. Met zijn extreem lange postuur, dreadlocks (bijeengehouden met een daaromheen gewikkelde handdoek) en bril met jampotglazen ziet hij er behoorlijk imponerend uit. Wat een cool figuur dit.
alsnog afgezet
Wanneer we na de koffie weg willen, blijkt de taxichauffeur alsnog een afzetter te zijn – en meer geld te willen dan afgesproken. Als zelfs de politieman zich erin mengt – en het daarbij opneemt voor de taxichauffeur – voelen we ons geïntimideerd genoeg om toch maar het extra bedrag te betalen. Maar dan is daar opeens onze redder in nood, de nieuwe vriend van Arjan. Papa Grande gaat in onderhandeling met de taxichauffeur én de politieman en weet daarmee de situatie compleet om te draaien. Opeens schreeuwt de politieman tegen de taxichauffeur in plaats van tegen ons – en dus kunnen we gewoon tegen het afgesproken tarief naar huis terug, om daar lekker te chillen en te genieten van het dikke pak Senegalees geld dat naast me ligt. Dat laatste hebben we na onze zoektocht naar geld vanmorgen immers wel verdiend.
–
meer reisverhalen in west-afrika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in West-Afrika? Lees dan de volgende verhalen:
gambia – gezocht: jonge, donkere god
ghana & egypte – communicatieve obstakels
senegal – op de vlucht voor een neushoorn
senegal – op een boomstam de zee over
–
reis je met me mee?
–