reisavontuur in egypte – 2020
Dat een dag in Egypte niet altijd vlekkeloos verloopt, weet ik vanuit ervaring. Maar dat ik voor de tweede keer op rij een ‘bijna dood-ervaring’ heb op de snelweg in Caïro is wel heel toevallig. Nou gebeurt dat dit keer wel onder totaal andere omstandigheden en op een heel andere manier dan twintig jaar geleden. Het gevolg is echter hetzelfde: wanneer de dag voorbij is, kan ik alleen maar blij zijn dat ik er nog ben. Inshallah.
slecht zicht
Wanneer we die ochtend om half vijf al in de taxi zitten, op weg naar het vliegveld van Caïro, is er buiten nauwelijks zicht – net als de dag ervoor, toen het slechte zicht leidde tot sluiting van het vliegveld van Caïro. Dit wordt geen smooth ride, zo beseffen we al snel. De eerste kilometers in de taxi vallen de mist en smog nog reuze mee. Maar hoe dichter we bij de luchthaven komen, hoe slechter het zicht wordt. Ik begin te snappen waarom de airport gisterochtend gesloten was: vliegtuigen kunnen niet landen en opstijgen met een zicht van minder dan vijf meter.
Dat de jongen die ons rijdt er niet voor kiest om zijn mistlampen aan te zetten, is ons een raadsel. In plaats daarvan zet hij zijn groot licht aan – wat je nou net níet moet doen bij slecht zicht. Het geeft aan nog niet vaak met dit bijltje gehakt te hebben en dat geloven we direct. We vermoeden daarnaast dat onze chauffeur slechte ogen heeft, wat niet helpt in deze situatie. Volgens Kris is er namelijk echt nog wel wat zicht (mits het groot licht uit staat). Degene die rijdt ziet echter niets en dat is geen goed uitgangspunt om heelhuids aan te komen op de airport.
spookrijden
De situatie wordt op een gegeven moment zo nijpend dat we nog maar stapvoets vooruit gaan op de snelweg. Zolang iedereen dat doet is er echter weinig aan de hand. Dat verandert wanneer we een kilometer later opeens parkeren op de rechter rijstrook van de snelweg – in Nederland een absolute no go maar hier blijkbaar heel normaal als het even niet uitkomt om te rijden. Of is er toch meer aan de hand? Het duurt even voordat we door hebben wat er aan de hand is. Pas wanneer onze chaffeur achteruit gaat rijden op de snelweg met een zicht van minder dan een meter en (ongetwijfeld) achteropkomend verkeer achter ons, gaat het lichtje branden: hij heeft de juiste afslag gemist en wil alsnog die afslag pakken maar dan achteruit.
De eerste dertig seconden zijn we te verbouwereerd om iets te zeggen. Pas wanneer hij dan ook nog omdraait en tegen het verkeer in op de snelweg gaat spookrijden, grijp ik in. Als ik iets weet van auto’s en snelwegen, dan is het dat spookrijden je leven kost en iets is wat je absoluut nooit moet doen. Al helemaal niet in het donker, met een zicht van minder dan een meter. What the fuck is he thinking? Dit kan niet waar zijn! Ik gil en schreeuw dat hij de auto om moet draaien. Gelukkig luistert de jongen naar me en draait de auto weer in de juiste richting. We zijn er echter weinig mee opgeschoten want blijkbaar heeft de arme jongen geen flauw benul wat hij nu moet doen. En we staan nog steeds stil op een vierbaans snelweg in Caïro, gehuld in megadikke mist. Geen hond die ons ziet van een afstand.
parkeren op de snelweg
Tot twee keer toe lukt het om een passerende auto tot stoppen te manen met behulp van lichtsignalen. Onze chauffeur stapt vervolgens de auto uit, loopt naar de gestopte auto voor ons en start daar een heel gesprek. Wij wachten in de tussentijd lijdzaam af in de auto; het voelt allesbehalve relaxed om zonder chauffeur stil te staan op de snelweg in Caïro. Er hoeft maar één persoon te zijn die een seconde niet oplet of ons überhaupt niet ziet en we zijn er niet meer.
Ik ben inmiddels redelijk in paniek merk ik, ook al wil ik dat gevoel niet overbrengen op Zev. We hebben zelf immers geen enkele mogelijkheid op de situatie om te buigen en kunnen elk moment aangereden worden van achteren. Ook al hebben we allebei onze mobiele telefoon bij ons, Google Maps krijgen we niet aan de praat. Daarmee hadden we zelf immers de juiste route kunnen vinden naar het vliegveld toe. Fingers crossed en Inshallah dan maar. Als god het wil zijn we er straks nog.
nog niet onze tijd
Gelukkig treffen we na drie pogingen een bestuurder die wél weet hoe we vanaf hier naar de luchthaven komen zonder eerst achteruit te hoeven rijden. Met behulp van deze man, die tot drie keer toe aanwijzingen geeft met het raampje open, lukt het ons om de juiste afslag te nemen. Daarna is het een kwestie van de borden volgen. We blijken verdomd dichtbij de luchthaven te zitten – en dus is er qua timing niets aan de hand. Tegen de tijd dat we heelhuids in de airport staan, geven we elkaar een high five. Het was duidelijk nog niet onze tijd.
–
meer reisverhalen uit noord-afrika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in deze (noordelijke) regio van Afrika?
lees dan de volgende verhalen
egypte – murphy’s law in caïro
egypte – dessert talk: cultuurshock
egypte & ghana – communicatieve obstakels
tunesië – dessert talk: zandstorm
–
reis je met me mee?
–