reisavontuur in argentinië – 2006
Wanneer ik na drie weken rondreizen in Brazilië neerstrijk in Buenos Aires, ben ik direct verliefd op die stad. Niet alleen de leuke wijkjes, maar ook de sfeer die er hangt en de mensen die er wonen zorgen ervoor dat ik voorlopig niet meer weg wil. Dat laatste zit er echter niet in. Over een paar dagen vlieg ik immers al terug naar Nederland. Blind van verliefdheid, besluit ik een smoes te verzinnen om langer te kunnen blijven. Vertrekken is namelijk echt geen optie. Liegen echter eigenlijk ook niet, want ik ben een slechte leugenaar en voel me bij alleen het idee al schuldig. Ondertussen begint aanstaande maandag mijn nieuwe baan in Nederland – en dus zal ik met iets goed moeten komen om ook echt later terug te vliegen. Maar wat?
creatieve oplossingen
Tegen de tijd dat ik dit allemaal bedenk, is het dinsdag. Vier dagen later staat mijn vlucht naar Nederland gepland, twee dagen erna heb ik mijn eerste werkdag. Het idee dat ik al bijna gedag moet zeggen tegen deze fijne stad kan ik eigenlijk echt niet aan. Laat staan dat ik afscheid moet nemen mijn Duitse vriendin Sarah, die ik ooit in India ontmoet heb tijdens het figureren in een Bollywood-film en daarna nooit meer uit het oog ben verloren als vriendin. Zij loopt zelf coschappen als neuroloog in het ziekenhuis in Buenos Aires en blijft hier nog een aantal maanden. Ik heb haar na een paar jaar afwezigheid eindelijk weer dicht bij me. Maar het is niet anders. Duty calls. Je hebt luxepaarden en werkpaarden – en ik ben nu eenmaal een werkpaard. Iets in mij probeert echter heel hard een reden te verzinnen om langer te kunnen blijven en later met mijn nieuwe baan te beginnen. Creatief in het bedenken van alternatieve oplossingen ben ik namelijk ook – zeker als ik een paar glazen wijn op heb.
Wat begint als een grapje, wordt de dagen erna een steeds serieuzer plan. Hoe mooi zou het zijn als ik mijn werkgever to be ervan zou kunnen overtuigen om een maand later te beginnen, zodat ik hier nog even kan blijven? Terwijl we net ons vierde glas wijn hebben ingeschonken, bedenken we opeens een briljant plan – waarbij ik eigenlijk niet eens hoef te liegen. Ik ben er namelijk een paar maanden geleden achter gekomen dat ik al sinds een valpartij met snowboarden, een half jaar eerder, een gebroken pols heb. Die breuk valt niet meer te fiksen met gips; uiteindelijk zal ik ooit een keer aan mijn pols geopereerd moeten worden om deze te laten helen. Maar heel veel haast heeft dat laatste niet. Ik loop inmiddels al ruim een jaar met een gebroken pols rond en zolang ik geen push ups probeer te doen, valt daar best mee te leven. Mijn nieuwe werkgever weet dit allemaal echter niet. Wat zou dan ook een betere smoes zijn om een maand later te beginnen, dan te zeggen dat ik een gebroken pols heb – wat nog echt waar is ook?
klomp-arm
Een dag later zit ik samen met Sarah in een openbaar ziekenhuis, waar iedereen die binnenloopt ter plekke wordt geholpen zonder betaling. Het ziet er wellicht iets minder modern uit dan een privaat ziekenhuis, maar het systeem erachter –gratis gezondheidszorg voor de gehele bevolking- maakt dat meer dan goed. Uiteraard is het er een stuk drukker dan in een privaat ziekenhuis – en zijn de wachttijden daarom iets langer. Maar ik heb gelukkig alle tijd. Mijn klamme handen verraden echter dat ik eigenlijk heel erg zenuwachtig ben. Ik vind het doodeng om te liegen en kan het voor mijzelf toch niet helemaal goedpraten dat ik dit doe. Ik geloof bovendien dat leugentjes (ook al zijn ze onschuldig) altijd weer terug komen, in de vorm van karma – of eigenlijk in het verlies ervan. Tegelijkertijd ben ik op reis – en is mijn verantwoordelijkheidsgevoel dan net iets minder groot dan in Nederland. Ik kan niet afhaken. Niet nu. Gelukkig heb ik met al dat wachten nog een paar uur de tijd om mezelf extra te motiveren.
Na een paar uur wachten, ben ik eindelijk aan de beurt. Ik leg in het Spaans uit dat ik gevallen ben en graag een röntgenfoto wil laten maken van mijn pols. Zo gezegd, zo gedaan. De foto wordt direct gedaan, net als de analyse ervan. Daaruit blijkt uiteraard dat mijn pols gebroken is – en dus zit er voor de arts niets anders op dan een gipsverband aan te brengen. In tegenstelling tot de ziekenhuizen in Nederland, die prachtig lichtgewicht materiaal gebruiken voor dit soort botbreuken, wordt mijn hand en onderarm volledig ingewikkeld met doeken die in gips gedrenkt zijn. Het resultaat is één grote gipsklomp-arm, waar ik niets meer mee kan. God straft onmiddellijk, dat is duidelijk. Dan had ik maar naar een privaat ziekenhuis moeten gaan. Wanneer we het ziekenhuis uitlopen met de röntgenfoto en mijn arm, barsten we allebei in lachen uit. Wat moeten we hier nou weer mee?
bevrijden
Om dat te bedenken, stappen we een café binnen en bestellen allebei een glas rode wijn. Goede ideeën ontstaan dan vast vanzelf. Omdat ik eigenlijk niets liever wil dan mijn arm terug, maar dan zonder gips eromheen, vragen we aan de bar een grote schaar en proberen met behulp daarvan mijn gips eraf te ‘knippen’. Doordat het verband nog nat is en niet is uitgehard, moet het mogelijk zijn om mij op deze manier te bevrijden van mijn klomp-arm. Dat blijkt echter minder makkelijk dan gedacht. Met de schaar redden we het helaas niet – en dus zit er niets anders op dan naar huis te gaan en daar op zoek te gaan naar een grote kniptang. Die vinden we godzijdank in een gereedschapskist, zodat ik even later bevrijd ben van mijn gips en mijn hand en arm weer terug heb. Met een gebroken pols, dat wel. Maar een kniesoor die daarop let. Ik heb in ieder geval genoeg bewijs om aan mijn nieuwe werkgever te kunnen laten zien wanneer die daarom vragen. Nu nog even toestemming krijgen om een maand later te beginnen om die reden.
Dat vind ik echter enger dan gedacht. Ik ben immers een echt werkpaard dat normaal gesproken nooit zo’n streek uit zou halen. Een smoes bedenken is makkelijk, hem voorbereiden was alleen maar leuk. Maar de smoes ook uitvoeren – en dus eigenlijk keihard liegen tegen je nieuwe baas in spé, dat is een ander verhaal. Daar ben ik eigenlijk te loyaal en te eerlijk voor. Ik ben bovendien een hele slechte leugenaar. Vroeger werd ik op school al gepakt als ik een keer afkeek en als ik tegenwoordig een leugen vertel, krijg ik zelfs rode vlekken in mijn nek. Gelukkig ziet niemand dat laatste wanneer je aan de telefoon zit. Een prettig gevoel geeft het echter niet – en dus besluit ik uiteindelijk, na het schrijven van een lange e-mail naar mijn werkgever to be, om af te zien van het hele plan. Ik ga gewoon zaterdag naar huis en maandag met mijn nieuwe job beginnen. Op een onbewaakt moment drukt Sarah echter op de ‘send’-button – en dan kan ik opeens niet meer terug. Shit.
karma is a bitch
Na een paar uur krijg ik antwoord op mijn e-mail. Wanneer ik morgenochtend rond tien uur (Nederlandse tijd) bel, is mijn leidinggevende to be op kantoor en kan ik mijn verzoek met hem bespreken. Ik kan onmogelijk nu nog zeggen dat het eigenlijk een grapje was en ik gewoon maandag op kantoor ben. Of –nog erger- toegeven dat het een smoes was, om een maand later te kunnen beginnen. Er zit niets anders op dat het spel uit te spelen en te hopen dat ze er nooit achter komen dat ik eigenlijk al langere tijd een gebroken pols had. Feit is dat ik ook écht een gebroken pols heb en dat dus géén smoes is, zo houd ik mezelf voor terwijl mijn hart in mijn keel bonst.
Bellen om tien uur Nederlandse tijd betekent dat ik om vier uur ’s nachts op moet staan ofwel op moet blijven tot die tijd. Helaas heb ik geen mobiele telefoon waarmee ik internationaal kan bellen – en dus zit er niets anders op dan een locuterio te vinden die om die tijd open is en vanaf daar te bellen met Nederland. Het kost me die nacht uiteindelijk een half uur voordat ik er een gevonden heb die open is. Als ik vervolgens bel, krijg ik de juiste persoon echter niet te pakken. De persoon die wél opneemt, vraagt me om over drie uur terug te bellen. Karma is a bitch.
drie keer is scheepsrecht
Ik houd mezelf voor dat ik er iets voor over moet hebben om een maand langer te kunnen blijven. Na een paar uur slaap, hang ik opnieuw aan de telefoon in dezelfde locuterio. Gelukkig krijg ik dit keer wel de juiste dame te pakken. Ze heeft echter nog niet met HR gesproken en kan pas uitsluitsel geven als dat gedaan is. Ik strompel terug naar bed en probeer nog wat slaap te pakken voordat ik later die dag weer kan bellen. In mijn dromen bedenk ik ondertussen 101 redenen waarom mijn plan niet zou lukken en mijn smoes uitkomt. Badend in het zweet word ik daarna wakker van mijn wekker, die aangeeft dat ik terug moet om voor de derde keer te bellen. Ik zou inmiddels willen dat ik nooit aan deze smoes begonnen was.
Drie keer is echter scheepsrecht – en dus krijg ik bij de derde keer bellen eindelijk een verlossend bericht. HR is akkoord en dus zijzelf ook: ik kan later beginnen. Ik kan bijna niet geloven dat het waar is en ben erna bijna te beduusd om in extase te zijn. Maar wanneer ik het nieuws aan Sarah vertel, valt ook voor mij het kwartje. Ik heb nog een maand! Een hele maand! Al kost het me al mijn karma, een maand in deze stad is het waard.
–
meer reisverhalen uit zuid-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Amerika? Lees dan deze verhalen:
aruba, curacao, sint maarten – dubbele nationaliteit
bolivia – dessert talk: fata morgana
bolivia, peru, e.a. – offline daten 2.0
brazilië – upside down: paragliden – poging II
colombia – falling out of love
colombia – grote schoonmaak bij de sjamaan
peru – dessert talk: groene oase
suriname, trinidad, venezuela – vliegtuig boycot
uruguay – het ibiza van zuid-amerika
venezuela – dessert talk: woestijnpicknick
venezuela, trinidad & tobago – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–