reisavontuur in argentinië – 2006 & 2008
collectief verliefd
Dat laatste geldt overigens niet alleen voor mijzelf. Het lijkt wel alsof de hele wereld collectief verliefd is op deze Argentijnse metropool en er langer blijft plakken dan men van tevoren bedacht had. Misschien komt dat doordat de stad voor ieder ook wel iets heeft. Voor jong en oud. Voor mensen die van tango houden of van techno. Van een geweldig nachtleven of van prachtig gevulde dagen. Van heerlijk struinen op een antiekmarkt, of van bier drinken en een wedstrijd ringsteken op een gauchosmarkt. Zelfs mijn vader en zijn vrouw zijn dol op deze stad – terwijl onze interesses enorm uit elkaar liggen. Deze stad is net zo veelzijdig is als ikzelf ooit hoop te zijn. Voor vegetariërs is deze stad net wat minder prettig wellicht. Argentijnen zijn namelijk enorme carnivoren – wat op zich niet gek is, wanneer je eenmaal ervaren hebt hoe goed het vlees er is. Vegetarische gerechten vinden in deze stad met 100.000 leuke restaurantjes valt niet mee. Maar dat is dan ook de enige ‘maar’ die ik kan verzinnen.
Ironisch genoeg is mijn eerste kennismaking met Buenos Aires er een van slechts een paar minuten. Mijn reisavontuur door Uruguay, Brazilië en Argentinië begint namelijk op de airport van BA, waar mijn vliegtuig landt. Ik vertrek echter direct, zonder ook maar een uurtje rond te kijken in de stad. Ik pak direct de bus naar de haven en de boot naar Urugauay, om vanaf daar Brazilië ontdekken. Pas een dikke maand later ben ik terug in Buenos Aires, om uiteindelijk daar mijn reis te beëindigen. Achteraf gezien is het misschien maar goed dat ik het zo heb aangepakt; anders was ik wellicht mijn hele reis blijven plakken in deze heerlijke stad en had ik uiteindelijk niets van Brazilië of Uruguay gezien.
thuiskomen
Wanneer ik na een dikke maand reizen door Brazilië terugkeer naar BA (zoals de stad door ingewijden wordt genoemd), voelt dit gek genoeg als thuiskomen. En dat, terwijl ik er dus nooit echt geweest ben. Wat daar ongetwijfeld aan bijdraagt, is dat ik er mijn Duitse vriendin Sarah na lange tijd weer terug zie. We hebben in 2004 in Mumbai, India, in dezelfde Bollywoodfilm gefigureerd en daarna altijd contact gehouden. Zij loopt de komende maanden co-schappen voor haar specialisatie als neuroloog en dat doet zij in een privaat ziekenhuis in de stad. Zij woont inmiddels al even bij een hospita in de wijk Palermo Viejo, een van de leukste en hipste wijken van BA.
Toeval of niet: de dame blijkt nog een soort extra kamer te hebben in het souterrain van het huis, dat ze bereid is aan mij te verhuren voor een klein prijsje. De kamer heeft geen ramen, maar is wel heel chill en groot – en dus besluit ik al snel dat dit prima voldoet voor de komende week. Op dat moment ben ik namelijk nog in de veronderstelling dat ik over een week al in het vliegtuig naar Nederland zit. Ik moet namelijk de maandag erna beginnen met een nieuwe job en kan dus echt niet langer blijven. In een dronken bui verzinnen we echter een briljant plan voor mij om langer te kunnen blijven en later te starten met mijn nieuwe baan. Dat plan zetten we door – en zo heb ik opeens nog een aantal weken erbij om te kunnen genieten van deze magnifieke stad.
bezigheidstherapie
Overdag, wanneer Sarah aan het werk is, dwaal ik door de stad op zoek naar leuke winkeltjes, restaurants en cafés. Een heerlijke bezigheidstherapie, waar ik nooit eerder in mijn leven zo de tijd voor heb gehad (of genomen) omdat ik altijd aan het werk was of actief rondreisde. Tegen de tijd dat Sarah ’s avonds thuiskomt van haar werk, heb ik altijd wel een leuk restaurantje ontdekt om te gaan eten. Soms is dat naast de deur in Palermo Hollywood, dat direct naast Palermo Viejo ligt. Andere keren in wijken die iets verder weg liggen, zoals het industriële Puerto Madero of poshy Recoleta – het Oud Zuid van BA, met veel grandeur en een bijpassende clientèle.
Wanneer ik er een paar jaar later terugkom in de stad, installeer ik me weer in Palermo maar heb ik voor mijn verblijf een ander doel voor ogen. Ik ga vrijwilligerswerk doen in achterstands-wijken, om op die manier iets terug te doen voor de stad waar ik vorige keer in een maand tijd zo verliefd op ben geworden. Ik heb daartoe wat stichtingen aangeschreven in de maanden ervoor, met als resultaat dat ik voor twee verschillende projecten aan de slag kan. Ik geef die maand huisbegeleiding in de achterstandswijk Ciudad de Occulta en Engelse les in de wijk La Boca en leer de stad daarmee op een heel andere manier kennen. Bij een echte liefde leer je immers niet alleen iemands goede maar óók slechte kanten kennen. In Ciudad Oculta zie ik vooral de zwarte kant van de stad, waar mishandeling, extreme armoede en drugsverslaving welig tieren. De kinderen en volwassenen waarmee ik werk, stelen echter mijn hart en bevestigen eigenlijk wat ik op dat moment allang weet. Deze stad en ik, dat is échte liefde.
heimwee
De eerste keer dat ik in Buenos Aires verblijf, probeer ik nog een paar keer een uitstapje te maken voor een paar dagen. Naar studentenstad Cordoba, wijnstad Mendoza en de prachtige San Juan provincie. Maar ook naar Puerto Madrin, waar je walvissen kunt zien zwemmen. Gelukkig zijn de bussen in Argentinië méér dan comfortabel. De eerste keer denk ik zelfs de verkeerde klasse geboekt te hebben. Ik bevind me opeens in een grote, zwarte leren stoel, die zo ver naar achteren kan dat het een cama bus lijkt – een extra luxe bus, waarin je stoel 180 graden naar achter kan en dus een bed vormt. Ik krijg een deken en een kussen in de meest perfecte kleur paars die er bestaat – mijn favoriete kleur. De steward in de bus zorgt dat het ons aan niets ontbreekt; zelfs het eten dat we krijgen is heerlijk. Met een echte tortilla, vlees met pompoenpuree en appeltaart als toetje voelt het alsof ik bijna in een restaurant zit.
Ik zie de mensen om me heen ondertussen een beetje verwonderd naar mij kijken. Alsof ik hier als backpacker met mijn wortelbroek, fleecetrui en sneakers niet thuis hoor. Porteñas zorgen er ten allen tijden voor dat zij er goed uitzien wanneer ze de straat op gaan en ik zie er in hun ogen uit als een zwerver. Ik probeer de blikken te negeren en geniet met volle teugen van alle luxe. Alle bestemmingen die ik bezoek in Argentinië zijn uiteindelijk prachtig. Sterker nog: Argentinië in zijn geheel is prachtig. Mijn hart zegt echter bij elk uitstapje dat ik terug wil naar de hoofdstad. Elke keer dat ik terugkeer en BA binnenrijd, voelt dat alsof ik thuis kom en nooit meer weg wil.
vaste rituelen
Ik bouw er in korte tijd dagelijkse rituelen op die ik in Amsterdam naderhand vaak geprobeerd heb na te doen, zonder dat dat lukte. Zo is er elke morgen mijn dagelijkse cafe Americano op een lekker terrasje om de hoek, op weg naar mijn werk – steevast vergezeld van een paar medialunas (croissants) en een lekker ochtendzonnetje. Met zo’n begin van de dag kun je overal tegenaan. Waarom lukt het me maar niet om dit ritueel in Amsterdam in te bouwen? Is het dat de zon er lang niet altijd schijnt? Of omdat ik altijd nét te laat ben voor werk en daarom nooit de tijd heb of neem om even te stoppen onderweg naar het station? Is het omdat ik thuis een koffieautomaat heb staan en dat koffietje dus net zo makkelijk thuis kan maken? Of omdat elke dag croissants eten me hier moddervet zou maken? Wellicht is het een combinatie van alle genoemde argumenten. Maar jammer is het wel, want wat had ik dit ontspannen begin van de dag graag vastgehouden.
Een andere vaste bezigheid is mijn dagelijkse fietstocht door de stad. Nou is fietsen in Amsterdam iets waar ik na vijftien jaar nog altijd blij van wordt. Maar fietsen door metropool Buenos Aires, dat geeft pas écht een kick. Ik word er min of meer toe gedwongen doordat de taxiprijzen enorm gestegen zijn tussen de eerste en tweede keer dat ik in BA zit. Het is gewoonweg niet meer te betalen om dagelijks de stad te doorkruizen per taxi – en dus huur ik direct de eerste dag een fiets, waarmee ik de hele stad door fiets. Ik ben zo ongeveer de enige persoon in BA die dat doet. De stad eigenlijk helemaal niet gebouwd op fietsers en het is daarom soms lastig om ergens te komen zonder stoepen te nemen of bijna een aanrijding te veroorzaken. Veel straten zijn namelijk eenrichtingverkeer, wat betekent dat je op tijd links moet voorsorteren om ergens linksaf te kunnen slaan. Omdat ik in het begin vaak niet weet welke straat ik precies moet nemen, leidt dat (te laat) voorsorteren nogal eens voor spannende situaties op de weg.
fietsissues
Gelukkig is fietsen op het trottoir hier geen enkel probleem en volkomen getolereerd, ook al fiets je bijna iemand omver. Niemand roept je in zo’n geval iets toe om te benadrukken dat het écht niet kan wat je doet – in tegenstelling tot Amsterdam, waar je op zo’n moment direct een scheldwoord naar je hoofd krijgt. Behalve in dit soort spannende situaties, maakt het fietsen in BA me zielsgelukkig. Het fietsen heeft als bijkomend voordeel dat ik de stad heel goed leer kennen. Zo voel ik al na een paar dagen hoe overzichtelijk de verschillende wijken in elkaar zitten en weet ik na een maand bijna alle straten in het Microcentro, Recoleta en Palermo uit mijn hoofd. Het is net Amsterdam, maar dan net iets groter.
Het enige waar ik me af en toe aan stoor, zijn de vele (rode) stoplichten. In tegenstelling tot fietsen in Amsterdam, waarbij ik zelden automatisch stop voor een rood stoplicht, doe ik dat hier standaard wel. De straten zijn bovendien (voor mijn gevoel) voorzien van veel meer stoplichten dan in Amsterdam. Je kunt dan ook nooit lekker doorfietsen en moet bij elke hoek afremmen voor het stoplicht en de taxi´s en bussen die daarvoor staan te wachten. Terwijl de wijk Palermo precies goed is qua verkeer, is het microcentro echt een kleine hel. Het is er zo druk met toeterende auto’s, passerende bussen en bijbehorende uitlaatgassen, dat ik altijd weer blij ben om daarna terug te zijn in het rustige Palermo. Helaas heeft BA anno 2006 en 2008 (nog) geen stadsstranden, terwijl het wel aan het water ligt en het weer zich er perfect voor leent. Ik mis soms een plek om echt in de chill te gaan en afkoeling te vinden in de broeierige stad.
broeierige stad
Gelukkig is er wel een groot park, vlak achter de dierentuin in Palermo. Het park heeft dezelfde vibe als het Vondelpark in Amsterdam, vol glooiende grasvelden, meertjes en grappige prieeltjes, waar wandelende en picknickende locals de drukte van de stad ontvluchten. Net als in het Vondelpark worden er regelmatig concerten en zelfs dancefestivals georganiseerd. Het serene park ligt ingesloten tussen de Avenida Libertador – de grootste en drukste straat van heel BA, die maar liefst acht rijbanen telt. De drukte van de stad is dus nooit ver weg. Eén van de dingen waar je hoe dan ook mee te maken krijgt wanneer je in Argentinië bent, is de voorliefde van Argentijnen voor rood rundvlees. Je wordt hier in de stad doodgegooid met de parillo’s, assado’ en terecht, want de kwaliteit van het vlees is hier ongekend – zeker in combinatie met een goed glas Malbec en een heerlijk stokbroodje met (Argentijnse) olijfolie. Vlees eten in Argentinië is als Edammer kaas proeven in Nederland. Hoe naar het ook klinkt en hoe graag ik ook vegetarisch zou zijn of worden, in Argentinië is vlees eten niet alleen de culturele norm, maar ook echt een hoogtepunt van de dag.
Terwijl ik in Nederland in mijn eentje nooit een steak zou kopen om te eten, doe ik dat in BA elke avond – tenzij ik uit eten ga en ook daar standaard een steak bestel. Sterker nog: ik voel me hier schuldig als ik een dag geen vlees heb gegeten. Voor het geld hoef je het in ieder geval niet te laten: in de supermarkt betaal je slechts een euro voor twee verse steaks, terwijl een bakje cherry tomaatjes bijna het dubbele kost. Let’s face it: in een land als Argentinië wordt zelfs de meest principiële vegetariër een carnivoor. Al is het maar omdat je als vegetariër bijna nergens terecht kunt, aangezien restaurants er gewoonweg niet op zijn ingesteld. Nog zo’n ding is de wijn hier. Voor anderhalve euro bestel je hier een grote bel witte chardonnay of een mooi glas malbec in een restaurant. In de winkel krijg je voor dat bedrag een hele fles. In BA kun je elke avond dineren voor een paar euro in een geweldig restaurant, met heerlijk rood vlees , een fantastische salade, stokbrood en heerlijke olijfolie, vergezeld met een goed glas rode wijn – wie wil dat nou niet? Ter compensatie van al dat lekkere eten neem ik bij aankomst wel gelijk een abonnement op de sportschool in Palermo. Wil ik niet als een propje thuiskomen – net als twee jaar geleden – dan zal ik ik hier toch echt regelmatig moeten gaan sporten. Gelukkig kost een maandabonnement hier maar zestig pesos per maand, zo’n tien euro.
do as the porteñas do
Een ander ding waar overmatig veel aandacht aan wordt besteed hier is persoonlijke verzorging. Er is geen plek op de wereld waar ik me niet lekker voel in mijn backpackerkloffie – behalve hier in BA. Het past gewoon niet bij de entourage en ik voel me al snel under dressed in mijn wortelbroek en afgetrapte sneakers. Grappig hoe ik overal weg kom met mijn shabby outfits behalve hier. Waarschijnlijk heeft het ermee te maken dat iedereen er hier moeite voor doet om er verzorgd uit te zien – of je nou geld hebt of niet. Een van de eerste dingen die ik dan ook doe wanneer ik arriveer is een paar leuke winkeltjes induiken om voor een appel en een ei wat mooie kleding te kopen. Mijn backpacker-outfits verstop ik vervolgens diep in mijn rugzak, om die er pas in Nederland weer uit te halen.
Minstens zo belangrijk als het dragen van de juiste kleding is het hebben van een goed kapsel hier in BA. Het verzorgen van je haar is hier namelijk echt een ding (en een doel op zich). Heb je in Ierland op elke hoek van de straat een café, hier zit op elke hoek een peluqeria, een kapperzaak. Gaan Nederlanders misschien eens per twee maanden naar de kapper, hier zit de gemiddelde porteña minimaal één keer per week in de kapperstoel. Om het haar te kleuren, stijl te maken, te laten krullen, te knippen, te föhnen of simpelweg om er gewoon mooi uit te zien voor een avondje uit. Mensen lijken hier bijna geobsedeerd door hun uiterlijk en hun haren zijn daar een belangrijk onderdeel van. Sommige kapsalons zijn net fabrieken, met meerdere verdiepingen en verschillende secties. Zo is er onder andere een afdeling om het haar te kleuren, één om te permanenten, één om het haar stijl te maken, één voor het zetten van extentions en één waar continu haren worden geföhnt en gestylet. Op elke afdeling hangt een andere (maar meestal zeer penetrante) geur. In veel van dit soort kapsalonfabrieken werken meer dan vijftig employees.
glimmende sneakers
De overkill aan kapsalons in BA mist zijn uitwerking niet. In Nederland ga ik gemiddeld één keer per half jaar naar de kapper; hier bezoek ik – net als de porteñas – bijna elke week wel een keer de kapper. Of het komt doordat er op ongeveer elke hoek van de straat een kapperszaak zit, de kapper hier heel betaalbaar is, iedereen dit nu eenmaal hier doet of mijn haar na vijf maanden backpacken wel een opfrisbeurt kan gebruiken, weet ik niet. Misschien is het een combinatie van al die zaken. Feit is dat ik in mijn twee maanden BA minstens zeven keer naar de kapper ga. De ene keer om mijn haar stijl te maken, de volgende om mijn haar te knippen en de week erna om het te voorzien van een haarmasker.
Op de terugweg vanaf de kapper kan ik vervolgens de verleiding van de schoenenpoetsers langs de weg niet weerstaan – zeker gezien het feit dat mijn schoenen sinds Peru niet meer gepoetst zijn en er in BA van je verwacht wordt dat je jezelf goed verzorgt. Daarbij horen niet alleen mooie kleren volgens de laatste mode, netjes gelakte nagels, een stylish kapsel, mooie sieraden en gladde benen, maar ook glimmende schoenen. En dus stop ik onderweg naar huis voor een schoenenpoetser op straat, om mijn zwarte Nikes te laten glimmen. Meestal maken de schoenenpoetsers zich ervanaf met één minuutje poetsen, maar deze heeft hart voor de zaak en spendeert bijna tien minuten aan mijn schoenen. Hij doet zo zijn best, dat zijn doek piept tijdens het poetsen en omstanders moeten denken dat het lakschoenen zijn. Nadat ik heb afgerekend en naar mijn voeten kijk, besef ik dat ik vanaf nu herkenbaar ben aan mijn zwaar glimmende sneakers.
verliefd: deel I
Nog zo’n luxeding hier is de was doen. Die doe je niet zelf, zoals in Nederland, die láát je doen bij een lavanderia – die het dan ook gelijk voor je strijkt en opvouwt. Het is een gewoonte waar ik graag in mee ga en zeer snel aan wen. Er is immers niets irritanters dan de was sorteren, wassen, ophangen en opvouwen – zoals ik de afgelopen vijf maanden al ontelbaar veel keren heb gedaan. Nu ik op een vaste plek zit en weet waar de wasserette zit, prop ik met alle liefde mijn vuile was in een grote tas en breng die wekelijks op mijn fietsje naar de lavanderia een paar straten verderop. Die zorgt er vervolgens voor dat ik een dag later alles schoon, opgevouwen en gestreken weer terug heb. Ik voel me elke keer net een koningin wanneer ik mijn was kom ophalen. Hier in BA verandert elk werkpaard in een luxepaard – zelfs ik. Gewoonweg omdat het hier doodnormaal is om de dingen zo te doen.
Toeval of niet: beide keren dat ik in Buenos Aires verblijf, word ik er tot over mijn oren verliefd. En dan bedoel ik niet alleen op de stad, maar ook op een specifiek persoon. De eerste keer is dat (geheel toevallig) een Nederlandse jongen, die hier vanwege zijn studie een Masteropleiding volgt aan de universiteit van BA. Hij heet Joel en heeft (net als ik) veel vrije tijd om leuke dingen te doen en uit te gaan ’s avonds. Hij maakt mijn verblijf in BA elke dag nog nét iets leuker – ook al heeft hij in Nederland een vriendin en weten we daardoor allebei dat het hierna ophoudt. Het is inmiddels jaren later, maar als ik aan Joel denk krijg ik steevast een glimlach op mijn gezicht.
hysterisch versierproces
Overigens had ik in BA ook zomaar verliefd kunnen worden op een Argentijn. Argentijnen zijn immers gemiddeld genomen veel langer en knapper dan in welk ander Latijns-Amerikaans land dan ook. Dat weten ze echter dondersgoed en (dus?) gaan ze over het algemeen geen commitment aan, hoogstens een vluchtig projectje. Veel mannen die wél een commitment zijn aangegaan en getrouwd zijn, doen hier bovendien hun trouwring af voor ze uitgaan – zodat onduidelijk is dat zij getrouwd zijn. Een Argentijn gaat compleet voor een vrouw, inclusief alle sweet talk die daarbij hoort – tot het moment waarop die vrouw hén interessant vindt en het voor de mannen niet meer hoeft. Net als in Amsterdam dus. Dit alles hoor ik overigens van een (behoorlijk) aantal westerse vrouwen die wél verliefd werden op een porteño. Het ‘kat en muis’-spel wordt hier duidelijk minstens zo intensief gespeeld als thuis. Voor zover de gemiddelde porteño.
Voor de gemiddelde porteña geldt dat die een redelijke neiging tot hysterie heeft. Zo verwacht een vrouw hier dat een potentiële partner twintig keer achter elkaar belt wanneer die écht serieus geïnteresseerd is. Tot die tijd neemt ze niet op en wacht ze tot de man nog een poging doet. De vrouwen spelen dan ook een evengroot ‘kat en muis’-spel als de porteños. Al met al klinkt het als een enorm vermoeiend versierproces, erger dan in Amsterdam. Daar zeggen de meeste mensen in ieder geval waar het op staat. En bel je één keer, dan wacht je tot de ander terugbelt. Belt die persoon niet terug, dan stuur je misschien nog één berichtje (mits ‘ie echt heel leuk is) maar dan houdt het op. Nada mas, dat is vernederend. Maar zo niet hier.
verliefd: deel II
Je moet als man bovendien behoorlijk in de buurt van je vrouw blijven, anders kan het zomaar zijn dat ze wordt weggekaapt door een ander Argentijns haantje. Zo word ik, wanneer ik een avond op stap ben met goede vriend Fernando en hij even naar het toilet moet, bijna ´weggekocht´ door een andere Argentijn. Wanneer Fernando terug is van zijn pitstop vraagt hij hem zelfs om hem te waarschuwen als hij mij niet meer wil, ´want dan wil hij me wel´. Pardon? Ik denk heel even dat we op een kamelenmarkt staan. Maar dan kijk ik om me heen en blijken we gewoon in een nachtclub in Buenos Aires te staan. Als dit normaal mannengedrag is hier, dan is het maar goed dat ik nog niet verliefd ben geworden op een porteño.
Het tweede jaar dat ik in BA ben, is het echter geen porteño maar een porteña die mijn hart op hol brengt. Ik ontmoet haar in een LGBT-club in het centrum van de stad, op een moment dat ik eigenlijk totaal niet zit te wachten op de liefde. Op de avond dat ik haar ontmoet ben ik op stap met een goede (Argentijnse) vriend, die bij nader inzien toch net iets meer van mij verwacht dan ik wil geven. Ik besluit mijn eigen plan te trekken en bestel aan de bar een glas wodka – dat hier geschonken wordt in een limonadeglas, met als doel je in één klap aangeschoten te krijgen. De eerste keer dat Analia me die avond aanspreekt, loop ik bij haar weg. Ik heb geen zin in gedoe. De tweede keer blijf ik staan, geen idee waarom. Ik laat me versieren en kan daarna niet meer stoppen met zoenen. Zelfs op straat – wat in macholand Argentinië toch wel echt een ding is. De dag erna word ik wakker met kriebels in mijn buik. Ik ben verliefd. Op een meisje.
liefdesverdriet
De weken erna zie ik haar regelmatig, al voelt dat in eerste instantie onwennig. Analia is een van de weinige mensen om me heen die geen woord Engels spreekt – en dus komt het aan op mijn Spaans, dat nog altijd verre van perfect is. Onder invloed van wat alcohol heb ik opeens vloeiende gesprekken in het Spaans, maar in nuchtere toestand is dat soms net even wat lastiger. De taal van de liefde mag dan universeel zijn, uiteindelijk wil je de volgende morgen wel samen een normaal gesprek kunnen voeren. Naarmate mijn afscheid nadert, wordt mijn verliefdheid sterker. Op de dag waarop ik haar gedag zeg, drinken we ons laatste koffietje op een terras nadat ze is blijven slapen bij mij. Het voelt aan alle kanten verkeerd om te gaan. Maar dat zou het ook hebben gedaan als ik mijn ticket had verlengd – zoals ik al zo vaak gedaan heb aan het einde van een lange reis. Hoe het ook zij: mijn verliefdheid geeft mijn herinnering aan de stad een extra gouden randje. Het zorgt er daarnaast voor dat ik net een traantje extra moet wegpinken wanneer ik in het vliegtuig terug naar huis zit.
liefde voor een stad
Ook al voel ik op weg naar huis een steen in mijn maag, ik realiseer me tegelijkertijd hoe mooi het is om zoveel liefde voor een stad te voelen – een liefde die ik deel ik met miljoenen van haar inwoners en waarschijnlijk even zoveel andere reizigers. Ook al is geld verdienen in BA lastig en ligt de levenskwaliteit er theoretisch gezien een stuk lager dan in Nederland met prijzen die ‘maar’ drie keer zo laag zijn en lonen die zo’n vijf keer zo laag liggen dan in Nederland, locals zouden voor geen goud hun stad uit willen. Porteños en porteñas zijn trots op hun stad – en dat stralen ze uit. Ook al verdienen ze misschien niet veel geld, ze hebben een passie voor het leven – en dat is mooi om te zien.
Ik val in slaap met een glimlach op mijn gezicht. Buenos Aires en ik, dat is twee handen op één buik. Liefde op het eerste gezicht, dat ook. Ik houd van deze stad – en de stad houdt ook van mij. Daarmee is het standaard ‘t eindpunt van mijn reis; waar ik ook begin of denk uit te komen. Er komt een dag dat ik terugkom. En misschien zelfs ook wel een dag waarop ik niet meer weg hoef. Uiteindelijk is dit een plek waar ik oud zou willen worden – al is het maar voor de mensen en de manier waarop ze in het leven staan. Of ik uiteindelijk ooit zal verhuizen naar BA met mijn gezin? Wie zal het zeggen. Mijn hart maakt in ieder geval al een klein sprongetje wanneer ik eraan denk.
–
meer reisverhalen uit zuid-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Amerika? Lees dan deze verhalen:
aruba, curacao, sint maarten – dubbele nationaliteit
bolivia – dessert talk: fata morgana
bolivia, peru, e.a. – offline daten 2.0
brazilië – upside down: paragliden – poging II
colombia – falling out of love
colombia – grote schoonmaak bij de sjamaan
peru – dessert talk: groene oase
suriname, trinidad, venezuela – vliegtuig boycot
uruguay – het ibiza van zuid-amerika
venezuela – dessert talk: woestijnpicknick
venezuela, trinidad & tobago – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–