reisavontuur in turkije – 1997
Mijn vriendin Suus en ik zijn al een paar weken op reis wanneer we op een dag in Istanbul arriveren. Dat doen we per trein, want we zijn op interrail. De nacht ervoor hebben we – zoals zoveel nachten deze maand – op het station doorgebracht, samen met een stel andere backpackers. Reizen met zijn tweeën voelt tot op dat moment veilig – ook al slapen we vaak op straat of in een haven, zoals een paar nachten terug. Terwijl we acht uur lang boemelen in een Turkse trein, van Thessaloniki naar Istanbul, beseffen langzaamaan dat we niet meer in de EU zitten – en daarmee wellicht ook iets minder roekeloos moeten zijn.
knappe charlatan
De lange treinreis is gelukkig niet voor niets: Istanbul is een prachtige stad, waar je je ogen uitkijkt. Kleurrijk, met prachtige moskeeën en een paleis waar je ‘u’ tegen zegt. Gedurende de ochtend komt er uit het niets opeens een student opzetten, genaamd Husein, die ons graag wil rondleiden. Om zijn Engels te verbeteren, zo geeft hij aan. Hij is echter een knappe vent en nog aardig ook – en dus valt Suus als een blok voor hem. Zelfs als hij ons meeneemt naar een straat met alleen maar carpet shops, gaan we vrolijk mee. Hij werkt daar op dit moment in een tapijtwinkel, maar studeert daarnaast op de Universiteit van Istanbul. Althans, volgens hemzelf. Of het echt zo is zullen we nooit weten.
We bekijken met zijn drieën de Hagia Sofia moskee, de Blauwe Moskee en het ondergrondse waterreservoir, dat echt imponerend is. Vervolgens gaan we met Husein en een deel van zijn vrienden ergens lunchen. We spreken voor dezelfde avond af met hem, om uit eten en uit te gaan. Dat laatste zie ik eigenlijk helemaal niet zo zitten, aangezien ik Husein stiekem niet helemaal vertrouw. Ik geef dan ook geen antwoord als hij vraagt in welk hotel we zitten, zodat hij ons kan komen ophalen. Ik kijk Suus dwingend aan en antwoord dat we wel naar hem toe komen als hij aangeeft waar we naartoe moeten. Don’t call us, we’ll call you! En dus spreken we die avond af in de carpet street, in plaats van het hotel.
ongezonde sociale controle
De rest van de middag worden we begeleid door een andere Turkse student, die zich net als Husein zomaar spontaan opwerpt als tour guide. Dit keer is het echter een écht aardige kerel. Hij neemt ons mee naar de kruidenmarkt en laat ons de nieuwe moskee zien. Ik voel gelijk dat er een wezenlijk verschil is tussen deze gast en Husein. Grappig hoe je in je diepste wezen altijd wel voelt hoe dingen echt zitten.
Ik heb hierdoor eigenlijk geen zin meer om vanavond naar Husein toe te gaan. Maar we hebben het inmiddels al afgesproken en ik wil geen afhaker zijn. Het is inmiddels al bijna zeven uur, de tijd waarop we hebben afgesproken – en dus moeten we al terug naar de carpet street. Dat de sociale controle er groot is, blijkt als we net voor de bewuste straat een pakje kauwgom gaan halen. Als we terugkomen, staat Husein al buiten de winkel te wachten: hij had vernomen dat we gesignaleerd waren. Pardon? Van wie heeft hij dat vernomen en op welke manier? Ik realiseer me direct wat een ongezond signaal dit is. En wat dit zegt over Husein als mens.
Tegelijkertijd durf ik er niets over te zeggen tegen Suus, die zin heeft om Husein te zien. Ik houd mijn mond, zelfs wanneer zijn carpet shop opeens aan de andere kant van de straat blijkt te zitten. We vinden dat allebei vreemd, maar realiseren ons tegelijkertijd dat we gewoon geen goed coördinatievermogen hebben. We zeggen niets en lopen vrolijk mee naar binnen. Daar zit inmiddels een vriend van Husein, die ook mee uit wil. Net wanneer we binnen zijn, verschijnt er een derde vriend die begint over het feit dat we ‘vast wel iets van hen willen, want anders waren we hier niet’. We realiseren ons opeens dat we in een carpet shop zitten met drie onbekende mannen die iets van ons willen en verwachten, in een onbekend islamitisch land. We bevinden ons bovendien in een straat met alleen maar mannen die elkaar wél kennen – en hen het hand boven het hoofd zullen houden als er iets gebeurt dat wij niet willen. Het is inmiddels donker buiten, wat de situatie er niet beter op maakt. Opeens willen we maar één ding: zo snel mogelijk weg. Voordat we het door hebben gaat echter de deur op slot.
opgesloten
In plaats van in paniek te raken, blijven Suus en ik allebei kalm. We moeten heel snel anticiperen, goed nadenken en precies de juiste dingen zeggen en doen. Doen we dat niet dan komen we hier voorlopig niet meer weg, zo realiseren we ons allebei. Gelukkig kunnen we in het Nederlands met elkaar overleggen zonder dat iemand ons verstaat. We besluiten het spelletje tot op zekere hoogte mee te spelen en ons voor te doen als naïeve meisjes die hier voor hen gekomen zijn. We geven tegelijkertijd aan heel even op en neer te moeten naar de pinautomaat, omdat we geen geld bij ons hebben en op die manier niet uit kunnen met hen. We laten zelfs onze portemonnee zien – die ook echt leeg is. Dat we moeten pinnen is gelukkig ook geen smoes.
Gelukkig zijn de heren gevoelig voor ons argument en lijken ze ons daarom te laten gaan. Ze willen echter dat onze tassen bij hen in de winkel blijven, wat voor ons geen optie is. Na wat discussie weten we hen ervan te overtuigen dat we onze tas echt mee willen hebben – en uiteindelijk laten ze ons gaan. Mét onze tas. Tot op de dag van vandaag vraag ik me af waarom zij ons niet zelf begeleid hebben naar de pinautomaat, maar godzijdank stellen ze dat niet voor. De deur gaat van het slot en opeens staan we buiten. Met de belofte dat we over maximaal vijf minuten weer terug zijn.
zwarte ogen
Eenmaal buiten de straat met tapijtwinkels, zetten we het op een lopen. Wegwezen hier! Helaas valt rennen teveel op; snelwandelen is op dit moment het hoogst haalbare – totdat we een stuk verder uit het zicht zijn. Het lukt ons echter niet om in één keer ons hotel te vinden. We lopen verkeerd en realiseren ons dat Husein ons inmiddels waarschijnlijk allang aan het zoeken is. Godzijdank herkennen we opeens een straat vlakbij ons hotel en realiseren ons dat we er bijna zijn. We almost made it!
Maar dan horen we opeens onze namen. Husein blijkt op vijftig meter afstand te staan en ons hart zit in onze keel. Hij realiseert zich ongetwijfeld dat we niet meer op zoek zijn naar een pinautomaat en is duidelijk furieus dat we niet meer zijn teruggekomen naar de tapijtwinkel. Zijn ogen zijn opeens zwart en spugen vuur. Het is eng om te zien hoe zo’n knap iemand opeens kan veranderen in een enorme engerd. We leggen in een paar seconden uit waarom we niet zijn teruggekomen en lopen ondertussen hard door. Husein wil echter niet luisteren en loopt giftig naar de overkant van de straat, waar ook weer so called ‘vrienden’ van hem staan. Hij kent blijkbaar iedereen hier op straat – een heel akelig idee nu we hem niet meer kunnen vertrouwen.
rennen
Er zit niets anders op dan zo hard mogelijk te rennen totdat we ons hotel bereikt hebben. Gelukkig doen we dat dit keer zonder fouten te maken. Eenmaal binnen, trekken we de deur snel achter ons dicht en stappen even later met een kloppend hart onze kamer binnen.Pas wanneer we veilig in bed liggen, analyseren we wat er zojuist allemaal gebeurd is. Achteraf gezien kloppen er een boel dingen niet in Husein’s verhaal en hadden we dat veel eerder moeten zien. Zo is het totaal niet aannemelijk dat hij inderdaad echt studeert aan de universiteit en tegelijkertijd al sinds zijn achtste levensjaar spullen verkoopt op straat – en daar ook iedereen kent. Ook is de combinatie van een baan in een tapijtwinkel en die van een fulltime student niet logisch; de kans is dan ook groot dat hij helemaal geen student is.
Husein is zijn leven lang gewend om dingen te verkopen aan toeristen – en dus ook om mensen af te zetten. Hij wist precies wat hij moest doen om ons goed te stemmen; achteraf gezien voelen we ons dom dat we zijn tactieken niet eerder herkend hebben. Wat we ook aan positieve scenario’s bedenken: met drie mannen opgesloten zitten in een tapijtwinkel in Istanbul kan nooit veel goeds betekenen. Het is duidelijk tijd om onze naïviteit te laten varen én te beseffen dat we vanavond een engel op onze schouder hadden zitten. Godzijdank.
–
meer reisverhalen uit zuid-europa
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Europa? Lees dan deze verhalen:
griekenland – europese slavernij
italië, griekenland, turkije – rondzwerven op hakken
monaco & frankrijk – geld moet rollen
–