reisverhaal in denemarken & japan – 2010 & 2011
Wanneer ik in 2011 Japan bezoek, valt het me op hoe beleefd de mensen er zijn. Niemand dringt voor, iedereen is vriendelijk en neemt de tijd om je de weg te wijzen – zelfs in een miljoenenstad als Tokio. Voor de Denen geldt hetzelfde. Ze zijn geciviliseerd, sociaal en sympathiek. Japanners én Denen hebben echter ook een andere kant. Zij zijn het bizarre middelpunt van een rituele afslachting van tienduizenden dolfijnen, die ieder jaar herhaald wordt in beide landen. Mijn maag draait zich om. En mijn hart huilt. Hoe is dit mogelijk? En waarom houdt niemand dit tegen?
baai des doods
De Japanse ‘baai des doods’ ligt in Taiji, een dorpje in het midden van het land. Deze plek is tussen september en maart om de paar dagen het schouwspel van een angstaanjagende rituele afslachting. De jacht op de dolfijnen begint er met het lokken van de dieren naar de bewuste baai. Dat gebeurt onder water, door hard op een stalen staaf te slaan. Omdat dit geluid de sonar van de dolfijnen verstoort, slaan zij op de vlucht en zwemmen rechtstreeks in de verkeerde armen. Veel dolfijnen redden het die dag niet eens om aan de kant te komen. Zij raken verstrikt in de netten – die ze met hun sonar niet kunnen waarnemen – en verdrinken. Wat daarbij niet helpt, is dat dolfijnen vanuit hun sociale natuur zo lang mogelijk bij elkaar blijven. Als er één gewonde dolfijn is die niet verder kan, blijven de andere dolfijnen ook. Terwijl ze om zichzelf te redden eigenlijk zo snel mogelijk weg hadden moeten zwemmen.
De volgende dag worden de dieren die in de val gelokt zijn met behulp van de netten dichter naar het strand gedreven. Medewerkers van de internationale dolfinaria en aquaria staan op dat moment klaar om geschikte dolfijnen uit te zoeken. Dat er om hen heen complete paniek uitbreekt onder de dolfijnen en alle andere dieren straks op brute wijze afgemaakt worden, lijkt hen niet te deren. De mooiste exemplaren, die het meest weg hebben van Flipper uit de gelijknamige film, worden niet afgeslacht maar gevangen genomen. In totale isolatie worden deze dolfijnen vervolgens afgevoerd naar dolfinaria en aquaria over de hele wereld. Zonder hun vaders, moeders, broers en zussen, die stuk voor stuk afgemaakt zijn voor hun eigen ogen.
depressieve flipper
Dolfijnen die hun weg vinden naar deze aquaria en dolfinaria lijken misschien vrolijk, omdat ze geen andere gezichtsuitdrukking kennen dan deze. In werkelijkheid zijn veel dolfijnen in gevangenschap zó neerslachtig dat zij zelfmoord willen plegen. Er zijn ook daadwerkelijk gevallen bekend waarbij dat gelukt is, bijvoorbeeld door hun eigen blaasgat bewust dicht te drukken. Hoe dan ook ben je als dolfijn dus ten dode opgeschreven wanneer je in de baai des doods terechtkomt. De vraag is alleen hoe lang je lijdensweg is.
Is eenmaal duidelijk dat een dolfijn niet is geselecteerd als de nieuwe Flipper, dan wordt er een stalen pin in de rug van het dier geboord. De dolfijn sterft in dat geval niet onmiddellijk, maar moet een helse doodstrijd voeren die gemiddeld zo’n twintig minuten duurt. Er vloeit daarbij zoveel bloed, dat de hele baai rood gekleurd is. Sommigen van hen zijn zelfs nog in leven wanneer zij aan hun staart uit het water getakeld en naar het slachthuis gebracht worden. Daar wordt hen één voor één de keel doorgesneden, waarna alle dieren langzaam dood-bloeden. Per jaar worden er op deze manier zo’n 23.000 dolfijnen op brute wijze afgeslacht, omgerekend zo’n driehonderd per keer. Wat een wreedheid. En wat een helse dood.
helse dood
Hoe kan een modern volk, dat ik heb leren kennen als beleefd, vriendelijk, respectvol en bedeesd, tegelijkertijd zo wreed zijn? Nou heeft ieder volk zijn duistere kanten; niet in de minste plaats een land als Japan. Denk aan de (seksuele) fixatie voor jonge meisjes en aan de Tweede Wereldoorlog, waarin Japanners duizenden mensen uit Nederlands-Indië oppakten en in concentratie-kampen afbeulden. De oma van Kris is er het levende bewijs van. Zij zat met haar hele familie jarenlang in zo’n concentratiekamp; het mannelijke deel van haar familie heeft het kamp niet overleefd. Maar dat was toen, dit is nu. En anno nu zou je iets anders van zo’n modern volk verwachten.
De grote vraag is dan ook: waarom stemt een ontwikkeld en modern land als Japan in met dit soort barbaarse praktijken? Volgens henzelf eten de dolfijnen in hun wateren teveel vis en zorgen de dolfijnen op die manier voor een teruglopende visstand. In werkelijkheid loopt het aantal dolfijnen in de wereld terug en zijn het de Japanners zelf die teveel vissen. Een andere reden waarom de dolfijnenjacht niet wordt verboden, is het feit dat de afslachting een oude traditie is. Daarnaast is er de consumptie van dolfijnenvlees, ook al is dit enorm ongezond door de zware metalen die erin zitten. Om die reden zijn in de jaren vijftig zelfs vijfhonderd Japanners overleden na het eten van dolfijnenvlees. Inmiddels is aangetoond dat het dolfijnenvlees van Taiji anno nu nog meer metalen bevat dan destijds. Dat men in Japan het eten van dolfijnenvlees blijft promoten is dan ook niet te begrijpen.
ignorance is bliss
De belangrijkste reden waarom de dolfijnenjacht in Japan tot op de dag van vandaag doorgaat, is waarschijnlijk het feit dat deze heel lucratief is. De dieren die worden uitgekozen om meegenomen te worden naar de aquaria en dolfinaria leveren namelijk zo’n 50.000 tot 150.000 dollar per stuk op. Nou voelt Japan op haar sokken aan dat de manier waarop deze dieren gevangen worden echt niet oké is. Daarom houden zij de jaarlijkse drijfjacht in Taiji geheim. Toeschouwers zijn niet welkom, laat staan journalisten die het walgelijke tafereel willen filmen. De Japanse media schrijft hier bovendien nauwelijks over. Veel Japanners hebben daardoor geen weet van de afslachting en zijn over het algemeen zelfs grote natuurliefhebbers.
Sinds een paar jaar geleden de bekroonde documentaire ‘the Cove’ uitkwam, waarbij de baai in het geheim gefilmd is en de afslachting tot in detail uit de doeken werd gedaan, kunnen de Japanners echter niet meer zeggen dat zij het niet wisten. De film werd zorgde voor veel ophef, doordat er bioscopen waren die de film niet wilden vertonen. De filmmakers werden tot ‘terroristen’ verklaard – wat de bioscopen een vrijbrief gaf om de film niet te vertonen. Gelukkig waren er ook Japanners die ervoor gestreden hebben om de film wél openbaar te tonen in de bioscoop. Hoeveel Japanners anno nu met de hand op hun hart kunnen zeggen dat zij écht geen weet hebben van de dolfijnenslacht, is dan ook de grote vraag. Ik voel een ‘aha-erlebniss’ opkomen. Wir haben es nicht gewusst bijvoorbeeld. Ignorance is bliss. Helaas heeft alle internationale aandacht er nog altijd niet toe geleid dat de afslachting is stopgezet.
‘culturele traditie’
De jacht op grienden bij de Faeröer eilanden in Denemarken gaat er niet veel vredelievender aan toe. De slachting vindt daar plaats in de zomer, tijdens het jachtseizoen. De jacht wordt uitgevoerd door jonge mannen vol adrenaline en testosteron, die deze (bijzonder genoeg) zien als een leuk tijdverdrijf en een manier om hun mannelijkheid te tonen. Na het blazen van de hoorn – het teken dat de grienden de baai in zwemmen – rennen zij naar het strand toe. Honderden dieren zijn in de uren ervoor naar ondiep water gedreven. Eenmaal in de baai, rammen de ’testosteronbonkjes’ een stompe haak in hun blaasgat en takelen daarmee de grienden uit het water. Eenmaal op de kant, snijden ze met grote kapmessen de ruggengraat van de dolfijnen open. Het duurt daarna gemiddeld nog een half uur voordat het dier overlijdt.
Op deze manier vinden jaarlijks zo’n twaalfhonderd dolfijnen de dood – net als in Japan onder het mom van traditie. Ooit werden de grienden gevangen om de bevolking tot voedsel te dienen. Inmiddels is aangetoond dat dolfijnvleesconsumptie bijdraagt aan de geboorte van misvormde kinderen en een toename van kanker en Alzheimer. Tegenwoordig dient het vooral een ‘culturele traditie’ en is het een manier voor jonge mannen om hun mannelijkheid te bewijzen. Wat er cultureel is aan het afslachten van deze weerloze dieren is de grote vraag.
afslachting om de hoek
Hoe komen moderne, West-Europese Denen erbij om zoiets walgelijks te doen? Ik begrijp het echt niet, maar wil het ook niet begrijpen. Denemarken staat immers dichterbij Nederland dan welk ander land dan ook als het gaat om cultureel gedachtegoed. Op dit vlak staat het land blijkbaar mijlenver van ons vandaan. In tegenstelling tot de dolfijnen in Japan, zijn de grienden echter wel beschermd in diverse EU-verdragen. Hoe kan het dat de EU deze afslachting niet verbiedt?
Het antwoord op die vraag is simpel: de Faeröer-eilanden zijn autonoom en vallen daarmee niet onder de EU-regelgeving. Daardoor kan Europa er weinig aan doen. Tegelijkertijd kan de EU wél druk uitoefenen op Denemarken om deze wrede traditie te stoppen, zou je denken. Heel veel prioriteit heeft deze afslachting blijkbaar niet voor de heren en vrouwen in Brussel. Tegelijkertijd is Nederland ook niet zonder blaam als het gaat om het veroorzaken van massaal dierenleed. Met onze bio-industrie zijn we immers wereldwijd befaamd om onze megastallen. En ook de rest van de wereld is een kei in het veroorzaken van massaal dierenleed onder de mom van traditie. Alleen al dat gegeven vind ik voldoende reden tot huilen.
–
meer reisverhalen uit noord-europa
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Noord-Europa? Lees dan deze verhalen:
denemarken – een lesje empathie
denemarken – overtreffende trap van vrijheid
finland, duitsland, rusland, estland – citytrip xl
ijsland, verenigde staten, canada – wereldwijde speeltuin
noorwegen – in the middle of norway
zweden – binnen de lijntjes kleuren
–