reisavontuur in india – 2005
Na drie maanden reizen door India en Bangladesh, ben ik onderweg naar de één na grootste stad van India: Mumbai. Ik zit eigenlijk helemaal niet te wachten op een drukke, vervuilde stad als deze, maar heb weinig keuze: ik vlieg nu eenmaal over twee dagen vanaf Mumbai terug naar Nederland. Maar dan stopt er opeens een auto voor mijn neus – en speel ik een dag later mee in een Bollywood- film. Het leven is inderdaad net als een ‘box of chocolates’, zoals Tom Hanks in Forrest Gump zo mooi zei. Je weet nooit van tevoren wat je gaat krijgen.
illegale koffie
Bij aankomst op het station in Mumbai, ontmoet ik direct een meisje dat net als ik over een paar dagen naar huis vliegt. We besluiten samen een kamer te delen en gaan op zoek naar een plek om te overnachten. Het hostel waar we vervolgens belanden is ranzig; er lopen nog net geen ratten over het bed, zoals ik al eerder in India meemaakte. Hoofdsteden en grote travel hubs als Mumbai zijn over het algemeen een garantie voor slechte hostels, die ook nog eens volledig overpriced zijn. Ik snap meteen weer waarom ik in India die hele grote steden zoveel mogelijk mijd. We willen dan ook zo min mogelijk tijd in onze kamer verblijven en gaan snel op pad.
Onze eerste stop is het Taj Mahal hotel, het meest mooie en dure hotel van Mumbai. We drinken er een chai-thee aan het zwembad en doen daarbij net alsof we gasten zijn –scruffy backpackers zijn hier immers niet gewenst. We nemen daarna de boot naar Elephant Island, een verborgen parel op een uur varen van de ‘Gateway of India’, zoals Mumbai ook wel wordt genoemd. Nou zijn bootritjes altijd leuk, maar de plek van bestemming is in dit geval minstens zo prachtig. Uit de grotten op Elephant Island zijn lang geleden enorme Boeddhabeelden gehouwen, die fantastisch bewaard gebleven zijn. Ze doen me denken aan Honduras, waar je veel van dit soort grotten hebt. Het verschil is dat ik het daar verwachtte; hier komt het aanwaaien als een cadeautje. En dat zo dicht bij Mumbai!
gescout langs de weg
Wanneer we aan het begin van de avond terug zijn in Coloba – de wijk waar ons hostel ligt – stopt er opeens een auto voor onze neus. Even denken we iets verkeerds gedaan te hebben en in een soort undercover politieactie terecht te zijn gekomen. Wellicht hadden we toch vanmorgen niet illegaal koffie moeten gaan drinken bij het Taj Mahal Hotel? Maar al snel blijkt het een casting director te zijn, die figuranten zoekt voor zijn Bollywood-film die op dit moment wordt gedraaid. ‘Bollywood’ is overigens de verbastering van Bombay (de oude naam van Mumbai) en Hollywood. Het is de verzamelnaam voor de Indiase film- en showbizz, die zich voornamelijk concentreert in Mumbai – het Hollywood van India. Hoe leuk zou het zijn om een dagje mee te lopen in die Indiase glamourwereld!
We checken zijn credentials, vragen wie er in de film spelen en laten dat lijstje vervolgens zien aan de hoteleigenaar, om te kijken of het echt iets is. Hij blijkt twee van de drie hoofdrolspelers direct te herkennen: Akshay Kumar en Suniel Shetty. Het blijken echte sterren te zijn, hier in India maar ook daarbuiten. De derde acteur, Shaeed Kapoor, speelt zelfs in internationale films – waaronder ‘Monsoon Wedding’, die in het buitenland diverse filmprijzen heeft gewonnen. Na deze kleine check zijn we om: kom maar op met die film! Ook al is het in de praktijk ongetwijfeld een hondenbaan en betekent het dat we de hele dag in de brandende zon zitten, dit is een ervaring om niet te missen. Let’s do it! En dus spreken we voor de volgende ochtend om zes uur af op een bepaalde plek in Mumbai. Dat wordt de wekker zetten.
holy cow
We eten die avond bij het meest trendy restaurant van Mumbai, Indigo. Coloba wordt namelijk niet alleen bevolkt door backpackers, maar ook door Indiase celeb’s. Het stikt hier dan ook van de mooie restaurants; Indigo is er daar één van. Het heeft als enige restaurant van heel Coloba een dakterras, perfect gezien de hoge temperatuur in de stad. De prachtige aankleding is verder on-Indiaas mooi, met loungebanken, olielampen in de struiken, waan-zinnige bediening en Café del Mar-muziek op de achtergrond. Ik kijk mijn ogen uit en waan mezelf bijna in Amsterdam. Hetzelfde geldt voor het eten dat we geserveerd krijgen: brood met kruidenboter als voorafje en een steak met blauwe kaas, asperges en rode wijnsaus als hoofdgerecht. Holy cow – letterlijk en figuurlijk. Voor het eerst in drie maanden eens geen kip, rijst of dahl! Nu weet ik het zeker: Mumbai is inderdaad het Hollywood van India.
Het voelt ironisch dat ik mijn reis door India op deze luxe manier afsluit, terwijl ik de afgelo-pen drie maanden geslapen heb voor een paar euro per nacht en voor mijn gevoel altijd behoorlijk schraal geleefd heb. Soms moeten dingen zo zijn. Ik verlaat het land overmorgen in ieder geval op stand. Misschien dat dit het verdrietige gevoel verzacht, dat de hele tijd in mijn hoofd, maag en hart zit? Eigenlijk wil ik nog helemaal niet weg uit dit prachtige, kleurrijke land. Maar het moet. Nog maar even heel erg genieten dus, tot het zo ver is.
koeien mennen als sport
Na het eten, drinken we een drankje in het café-restaurant van India’s meest bekende cricketspeler. Het heeft de mooiste entree die ik ooit gezien heb: hypermodern, met blauw neonlicht aan beide zijden en een rood licht waar je naartoe loopt. Vanaf de bar en het restaurant kun je via enorme plasmaschermen alle sportkanalen volgen. Er wordt dan ook een enorme variatie aan sporten getoond. In een uur tijd zien we niet alleen cricket – de usual suspect gezien de achtergrond van de eigenaar en het feit dat dit de nationale sport van India is – maar ook snowboarden, voetbal, tennis, judo, worstelen, langlaufen, zwemmen en (no kidding) koeien mennen langskomen.
De eigenaar is duidelijk vol van zichzelf, want het restaurant is bezaaid met foto’s en citaten van (en over) hemzelf. Zijn tent ziet er echter waanzinnig uit, is stijlvol en met veel creativiteit aangekleed, en draait daarnaast goede muziek. Helaas wordt de techno en trance wel afgewisseld met de meest outdated hits aller tijden. Het blijft India. We willen eigenlijk nog even door naar Insomnia, dé hotspot in Mumbai anno 2004 waar alle Indiase celebs momenteel uit zouden moeten hangen. Het is echter al na middernacht en de tent is vrijwel leeg. Dan maar naar huis toe, waar we nog snel even onze nagels lakken. Stel je voor dat onze tenen zichtbaar zijn in de film? Gelukkig hebben we net via de telefoon doorgekregen dat de filmopnames pas om acht uur beginnen, in plaats van zes uur – en dus hebben we nog ruim vier uur om te slapen voordat we op moeten. Lucky us.
casting stress
Als we om acht uur ’s ochtends inderdaad buiten staan, blijkt dat we niet de enigen zijn. Logisch, maar de casting director heeft zich vergist in het aantal mensen dat daadwerkelijk zou komen opdagen. Wij zijn de laatsten die komen aanlopen, samen met nog vijf anderen. Er zijn echter nog maar twee mensen nodig in plaats van zeven – en dus moeten er vijf afvallen. Dat gaat in eerste instantie soepel – morgen is er weer een filmdag dus wie dan ook kan, komt morgen. Bij de laatste figurantenrollen spant het er echter om. Gelukkig kiest hij uiteindelijk voor ons – en dus zitten we een minuut later in de jeep, samen met nog acht andere toeristen. Twee uit Polen, vier uit Duitsland, één uit Brazilië en een uit de VS – een blonde lookalike van Joan Collins, die het met deze figurantenrol denkt te gaan maken hier.
We rijden naar het Intercontinental Hotel bij de luchthaven, waar de scènes opgenomen worden in de Bollywood Lounge. De film is een actie-comedy, die in het Hindi ‘Deewane Huye Paagal’ (‘Mad from Love’) gaat heten – en (zoals elke Hindi-film) uiteindelijk over de liefde gaat. Zoals bij veel andere Hindi-films, is het verhaal flinterdun en op hoofdlijnen hetzelfde: een vrouw en een man zijn verliefd op elkaar, maar er is een schurk die voorkomt dat het stel gelukkig wordt. De man en vrouw gaan uit elkaar, de man vecht met de schurk en verslaat hem – zodat het uiteindelijk ‘eind goed, al goed’ is en de man en vrouw nog lang en gelukkig leven.
slechte vechtscènes
Zo’n verhaal over de liefde gaat over het algemeen gepaard met heel veel slecht uitziende vechtscènes, vol raar afgehakte armen en benen maar óók dode mensen die nog steeds bewegen en overduidelijk ademhalen. Je moet zelf in dit soort films geloven, anders is het geheel totaal ongeloofwaardig. Dat gevoel wordt nog versterkt door het behoorlijk tenen-krommende acteerwerk en de schattig aandoende dansscènes – waar elke Bollywoodfilm vol van zit. Acteurs doen daarbij in grote groepen hetzelfde, vooraf ingestudeerde dansje. De film waarin we figureren ziet er vooral heel lief en amateuristisch uit.
Op de set is alles al in volle gang tegen de tijd dat we arriveren. Het is gelijk duidelijk wie de sterren van de film zijn. Eén van hen ziet er vrij relaxed uit in zijn spijkerbroek en T-shirt. De tweede ziet er vooral heel fout uit, met zijn bril, toupetachtige haardracht en glitterstrepen-pak met te lange pijpen. Hij vindt zichzelf echter behoorlijk cool. Gelukkig maar. De gedachte dat deze mannen hier in India topacteurs zijn, maakt me een beetje lacherig. Iedere acteur doet zijn eigen make-up en kleding; bij de Indiase actrices ziet dat er echt niet uit. Wij mogen gewoon onze eigen kleding aanhouden en krijgen geen make-up op. Men wil waarschijnlijk duidelijk zien dat we westerlingen zijn.
low budget-film
De eerste scènes zijn geinig om te zien en doen. Gelukkig mag ik gelijk aan de slag, samen met een leuke Duitse, genaamd Sarah. We lachen ons suf om alle dingen die er niet uitzien of verkeerd gaan. Gezien de populariteit van het genre, is het bijzonder hoe low budget dit soort films gemaakt worden. We zijn blijkbaar stuk voor stuk gescout om westerse barsletjes te spelen, die dansen op discomuziek en neon-gele ranja drinken aan de bar. Alsof iedereen in een disco exact hetzelfde drankje drinkt. De Amerikaanse Joan Collins lookalike heeft helaas nog altijd geen scènes gekregen en ziet er steeds zuurder uit. Dit had háár dag moeten worden, maar dat is duidelijk niet gelukt. Ze is simpelweg te oud om een barsletje te spelen.
Bij elke scène is het weer de vraag wie er wordt uitgekozen. Het voelt daardoor toch een beetje als een vleesmarkt. Gelukkig word ik redelijk vaak uitgekozen, ondanks mijn veel te bruine huid en bruine haar. Het westerse ideaal hier is toch een blanke huid met lichtblond haar. Gelukkig zijn er daar niet zoveel van (uitgezonderd de nepblonde Joan Collins) en dus is de concurrentie mild. Na vijf uur lang van de ene naar de andere kant gedirigeerd te worden door de regisseur, vinden we het eigenlijk wel mooi geweest. We hebben honger en niet veel zin meer.
amateuristisch niveau
Gelukkig mogen we nog een uur later eindelijk eten. Het is inmiddels twee uur ‘s middags en we vragen ons af of onze werkdag niet al voorbij is. We checken of we nog nodig zijn; het antwoord is helaas ‘ja’ – en dus blijven we. Het eten dat we krijgen is goedkoop; we mogen het alleen buiten en zittend op de grond opeten. We krijgen de hele dag niets te drinken en voelen ons toch min of meer een soort halve slaaf van de regisseur – die daar voor zijn gevoel recht op heeft omdat we aan het einde van de dag vierhonderd Indiase roepies krijgen, omgerekend zo’n vijf euro. Uiteraard gaat het ons geen van allen om het geld, maar om de ervaring – en die is gelukkig méér dan bijzonder. Dat laatste geldt overigens niet voor de professionele figuranten die we die dag ontmoeten. Zij leven van dit werk en vinden zichzelf echt heel wat – ook al worden ze net zo behandeld als wij. We leren van hen de kneepjes van het vak. Zo moet je bij het opnemen van een scène als figurant zonder geluid ‘A B C D E F’ zeggen en daarna ‘G H I J K L M’: dan lijkt het alsof je met elkaar aan het praten bent. Tussendoor kijk je even heel geïnteresseerd naar elkaar en doe je alsof je lacht – of neem je een slok van je neon-gele nepdrankje, die daarvoor bedoeld is.
De middag is gelukkig een stuk interessanter dan de ochtend, met een aantal echte dialogen en gevechten tussen de hoofdrolspelers. Wel zijn we nog altijd verbaasd over het amateuristische niveau van het acteerwerk, zeker gezien het feit dat we het hier over topacteurs (en dus een topfilm?) hebben. Het laatste half uur spenderen we bij het zwembad van het Intercontinental Hotel, met een cappuccino in onze hand. Helaas worden we net zo snel weer weggestuurd wanneer blijkt dat we niet in het hotel overnachten. Respect voor een figurant is er helaas niet bij.
de andere kant van mumbay
Gelukkig is het werk einde middag klaar – time to go! Wanneer we na afloop naar buiten lopen, staat daar Sunil Shetty, de hoofdrolspeler in het foute glimmende pak – die uiteindelijk erg aardig blijkt te zijn. We kletsen een tijdje en komen uiteindelijk op het hindoestaans filmfestival dat dit jaar (lees: 2005) in Amsterdam plaatsvindt. Op het festival worden drie dagen lang continu Hindi-films getoond en Sunil is er die dagen ook, net als alle andere grote Bollywood-acteurs. Hij geeft aan dat ik het hotel moet bellen waar het festival plaatsvindt; hij regelt dan kaartjes voor mij en Sarah – die voor de gelegenheid die dagen naar Nederland komt vanuit Keulen. Een leuke gedachte, ook al moet ik er nu nog even niet aan denken om drie dagen lang Hindi-films te kijken.
DDan zit het werk erop en nemen we een taxi terug naar de normale wereld – voor zover je India ooit echt normaal kunt noemen. We gaan naar Chowpatty Beach, perfect om ’s avonds op het strand te chillen met vrienden, en passeren onderweg de rosse buurt van Zuid-Mumbai. We besluiten er uit te stappen en de rest van het stuk te lopen. Ik heb wat over deze buurt gelezen en werd er ziek van in mijn maag. Maar ook dit is India. Juist ook dit – hoe erg het ook is. De prostitutiesector van Mumbay is met honderdduizenden sekswerkers enorm. De grootste rosse buurt van de stad bestaat uit veertien straten, die vol zitten met kleine bordelen. De vrouwen en (vaak minderjarige) meisjes die er werken, leven in smerige omstandigheden. Ze zijn geïsoleerd van de rest van de maatschappij en gevangen in een leven van armoede en slavernij, waaruit bijna niet te ontsnappen valt. De meesten zijn hier niet vrijwillig, maar zijn verkocht aan het bordeel – soms zelfs door een familielid of ‘vriend’.
bollywood-videotheek
Het zet me weer even op scherp. Gisteravond stond ik nog in de meest mooie tenten van Mumbai. Vandaag stond ik op de filmset van Bollywood – die weliswaar minder glamoureus was dan wat ik me ervan had voorgesteld, maar toch de bovenlaag van de Indiase bevolking vertegenwoordigt. En nu sta ik hier, tussen de diepste ellende van India. Deze kant van Mumbai is er ook. En niet zo’n beetje ook. Het maakt me misselijk. Ik heb opeens zin om terug te gaan naar het hostel. Mijn kamergenote vliegt vanavond terug naar Canada. Gelukkig verblijven de Duitse Sarah en Laura ook in ons hostel, zodat ik goed gezelschap heb op mijn laatste avond in India. We halen een bhang lassi, een soort milkshake met hasj erin – een legaal drankje hier in India. Ik neem maar een paar slokken, omdat ik vanavond mijn tas nog moet pakken en vannacht om drie uur op moet om naar Abu Dhabi te vliegen. Mijn tijd in India zit erop. Het is tijd om te gaan.
Gelukkig houdt Sarah uiteindelijk haar woord: we houden contact en een paar maanden later neemt ze de trein naar Amsterdam om naar het hindoestaanse filmfestival te gaan. Sterker nog: in Keulen heeft ze in de Bollywood-videotheek de dvd gekocht van de film waarin we samen gespeeld hebben , hét bewijs van onze dag als ‘filmster’. We zijn om precies te zijn vijftien seconden samen in beeld en daarnaast apart van elkaar ook nog een aantal keer te zien. Weinig westerlingen blijken de eindversie van de film uiteindelijk gehaald te hebben.
echte vriendschap
De film zelf is een combinatie geworden van (maak je borst nat) een romantische comedy, actiefilm, horror en thriller. Het bevat elementen van alle genres, inclusief achtervolgingen, vreemde grapjes, raadselachtige geluidjes en andere filmclichés. Het verhaal slaat ronduit nergens op en is voor een groot deel ook nog eens gestolen van de kaskraker ‘There’s something about Mary’. Na drie uur kijken zijn we allebei meer dan blij dat de film voorbij is. Tegelijkertijd is de film is zo over the top aan alle kanten, dat het bijna weer fantastisch is.
Uiteindelijk houdt Suniel zijn woord helaas níet – en dus wordt het gewoon een avondje clubben in plaats van Bollywoodfilms kijken op het Hindi Festival. Dat past misschien toch beter. Suniel heeft er in ieder geval indirect wel aan bijgedragen dat Sarah en ik vriendinnen zijn geworden én gebleven. Al met al een prachtig bijproduct van een dagje figureren in een Bollywoodfilm.
–
meer reisverhalen in zuid-azië
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Azië? Lees dan de volgende verhalen:
bangladesh – beroemd zijn is vreselijk
bangladesh, china, indonesië, india – fast fashion victim
bhutan – bruto nationaal geluk
bhutan, india, china, indonesie, mexico – springlevende doden
india – baden in miljoenen poepkolonies
india – dessert talk: stargazen
india – indian style wintersport
india – op bezoek bij de dalai lama
india – upside down: paragliden – poging I
india – wat je niet ziet, is er niet
sri lanka, india e.a. – visaperikelen
–
reis je met me mee?
–