reisavontuur in colombia – 2008
Of het land dat nou wil of niet, als je aan Colombia denkt dan denk je al snel aan cocaïne. Sterker nog: het is min of meer het nationale product van Colombia. Pablo Escobar is nu eenmaal ’s werelds meest bekende Colombiaan – en dus is coke snuiven er verheven tot een culturele ervaring en een workshop cocaïne maken een cultureel verantwoord uitje. Sterker nog: om niet te boek te staan als cultuurbarbaar, word je hier al snel verleid om een lijntje neer te leggen en je neus in te rammen – waar ik veel backpackers om me heen met alle liefde in mee zie gaan. Een bijzonder fenomeen in een bijzonder land.
neus poederen
Laat ik voorop stellen dat ik niets met coke snuiven heb. Mensen worden er over het algemeen nogal zenuwachtig en bijna neurotisch van. Wel geeft het al snel een zelfverzekerd en arrogant gevoel – handig wellicht wanneer je je enigszins oncomfortabel voelt in de setting waar je bent. Een gepoederde neus kan je dan nét dat zetje geven dat je nodig hebt om lekker ongedwongen met mensen te gaan praten. Tegen de tijd dat ik in 2008 in Colombia ben, is coke snuiven echter het laatste waar ik naar op zoek ben. Gelukkig maar, want ik weet anders niet hoe het met mij was afgelopen in Colombia.
Colombia heeft overigens meer dan genoeg te bieden aan een toerist, zónder gelijk aan cocaïne te hoeven denken. Sterker nog: ik zou er maanden kunnen rondreizen zonder verveeld te raken. Maar Pablo Escobar is nu eenmaal ’s werelds meest bekende Colombiaan – en dus is poedersuiker snuiven toch iets wat hier op de to do-list staat van de gemiddelde backpacker. Vergelijk het maar met Nederland, waar het kaasmeisje en de tulp ons nationale symbool is – en je als toerist dus niet terug naar huis kunt vóórdat je op zijn minst een stuk Goudse of Edammer hebt geproefd of een bos met tulpen(bollen) gekocht hebt.
culturele activiteit
Hier in Colombia is coke snuiven het lokale thing to do – naast jungle trekken en het bezoeken van mooie strandjes. Hoe kan het ook anders met een bijnaam ‘locolombia’ (loco is het Spaanse woord voor raar). Je blijkt het spul bij ongeveer elke idioot te kunnen kopen voor een spotprijsje, zo ondervind ik direct de eerste avond in Taganga – een relaxed vissersdorp in het noorden van het land. We vinden er een paradijsje om te verblijven, vol hangmatten, patio’s, een bar en heerlijke uizichten op zee.
Samen met veertien anderen spenderen we die avond bij El Garaje, de enige tent in Taganga waar ‘s avonds iets te doen is. Ik ben dan ook benieuwd of we gelijk om onze oren worden geslagen met coke-offers. Dat blijkt niet het geval te zijn. Als je echter wel een oppepper kunt gebruiken (zoals het geval is bij sommigen om me heen) blijkt die in Colombia nooit ver weg. Binnen een paar minuten na het plaatsen van je ‘bestelling’ staat het spul voor je neus, zo blijkt bij navraag. Maar wél nadat je daar zelf om gevraagd hebt; de coke wordt je gelukkig dus niet door de neus geboord – letterlijk noch figuurlijk.
eet (of snuif) smakelijk!
Nog iets verder dan coke bestellen gaat de workshop ‘cocaïne maken’, die in het illegale circuit aan alle kanten wordt aangeboden op het moment dat ik er ben. Zoals de titel van de workshop impliceert, maak je daarbij een (illegale) excursie naar een cocaplantage en ‘laboratorium’, waarbij je leert hoe coke gemaakt wordt. Van het hakken van de cocablaadjes, tot het hele chemische proces erna: je ziet het allemaal in miniatuurversie door het zelf te doen.
Van iemand die de workshop volgt krijg ik na afloop ongevraagd het recept. Ik sla zelf de workshop over, stiekem toch te bang om met het volgen ervan in een Colombiaanse gevangenis te belanden. Het recept bevat naast cocablaadjes vooral veel angstaanjagende ingrediënten zoals cement, aceton, benzine, zuurmix en gootsteenontstopper. Je krijgt weliswaar geen calorieën binnen, maar gezond is anders.
het perfecte plantaardige alternatief
Na het volgen van de workshop is de kans hoe dan ook groot dat je daarna nooit meer een korrel door je neus durft te snuiven – en dat is misschien maar beter ook. In dat geval kun je altijd nog pure cocablaadjes kauwen. Zonder de chemicaliën erbij, is het wellicht het perfecte plantaardige alternatief om energie op te doen. Hoe je dat doet lees je in de verhalen ‘Peru – Gezocht: Superman’ en ‘Bolivia – Geld of je leven’. Je zult in dat geval wel moeten accepteren dat je er bijloopt als een lama – maar een kniesoor die daarop let.
Dat laatste, snuiven, gebeurt genoeg in ‘El Garaje’, maar er hangt gelukkig geen drugssfeer. Snuiven gebeurt hier zeker niet in het openbaar; het merendeel van de mensen heeft volgens mij zelfs niets op. Volgens de kenners onder ons is de kwaliteit van de cocaïne hier extreem goed – veel beter dan in Nederland. Op weg van Colombia naar West-Europa wordt het spul immers enorm versneden door tussendealers, die daarmee extra geld kunnen verdienen.
‘de witte motor’
Door dat versnijden, belandt er veel troep in het spul (dat in Colombia nog heel zuiver is). En dan is het ook nog eens spotgoedkoop: een gram coke kost hier omgerekend zo’n drie euro, goedkoper dan een glas wijn. Je krijgt het in (voor mijn gevoel) enorme plastic zakken mee, met een snuifbuis erbij. Veel plezier ermee. Het is dat ik geen interesse heb in coke, anders was dit ongetwijfeld een walhalla geweest voor mij.
Overigens loop je wel altijd het risico om bedonderd te worden bij je aankoop – en er direct daarna achter te komen dat je geen cocaïne gekregen hebt, maar een zakje waspoeder of tafelzout. Of zelfs niet eens dat. Dat laatste overkomt een vriend van ons in Cartagena wanneer hij tijdens het uitgaan (tegen beter weten in) een sigarettenverkoper aanspreekt om iets te regelen. De goede man is een paar minuten later terug met een pakje sigaretten, waar het spul in zou moeten zitten. Eenmaal op de wc, blijkt het echter een opgevouwen servetje te zijn waar niets in zit. Tja.
onvermijdelijke chantage
De lokale regelgeving rond het in je zak hebben van ‘de witte motor’ is overigens anders dan in Nederland. Zo mag iedere Colombiaan hier schijnbaar een gram coke op zak hebben – een regel die ongetwijfeld ooit bedacht is onder druk van drugsbaas Pablo Escobar. Helaas blijkt die regel niet op te gaan voor estrangeros, buitenlanders. Zo zitten twee backpackers uit ons hostel een dag lang vast op het politiebureau, vanwege het bezit van een leeg zakje coke (bij hem) en een halve gram coke (bij haar). Je kunt als toerist dus wel degelijk gecontroleerd én opgepakt worden wanneer je iets op zak hebt, ook al is dat maar een leeg zakje.
Uiteindelijk zijn ze allebei vrijgelaten zonder een peso te betalen. Het gaat de politieagenten vooral om geld en wanneer je dat weigert te geven, word je uiteindelijk vanzelf vrijgelaten. Wél kan het zijn dat je in zo’n geval het land moet verlaten vanwege het hebben van een strafblad. Of dit laatste slechts een dreigement is of ook echt wordt uitgevoerd, is duidelijk de grote vraag. Ik durf het niet te zeggen en kan alleen maar blij zijn dat ik nooit zelf ben opgepakt in een vreemd land. Nog een reden om ‘de witte motor’ achterwege te laten.
‘Scarface’-associaties
Een andere dag zien we iemand met handboeien afgevoerd worden voor onze buurtkroeg. Hij had blijkbaar zitten snuiven in het toilet van de tent – iets wat zoveel bezoekers daar ‘s avonds doen. Bijna iedereen die we spreken is bovendien weleens gefouilleerd op straat door politiemensen, op zoek naar middelen om je als toerist mee te kunnen chanteren. Naast überhaupt niets gebruiken, lijkt thuisbezorgen en thuis snuiven duidelijk een veiligere optie. Het risico van thuisbezorging is wel dat coke snuiven dan al snel onderdeel kan worden van je dagelijkse routine.
Zo zie ik genoeg jongens waar het bordje poeder ’s nachts onder het bed verdwijnt, om er de volgende morgen of middag weer vandaan te komen. Ik kom in Medellin een keer ’s nachts in een hostel terecht waar zelfs enorme bergen wit poeder op de nachtkastjes liggen. Het voelt alsof ik in de film ‘Scarface’ zit – en ik besef opeens dat ik daar helemaal niet wil zijn. Dit is verre van gezellig. Laat mij maar gewoon met één voet in de echte wereld staan. Dit land is veel te mooi om high te willen zijn.
‘full moon party’ colombian style
Feit is echter dat het heel makkelijk verkrijgbaar is – en het daardoor lastig is om volledig te negeren. Je moet dan ook vrij sterk in je schoenen staan om er als backpacker niet in mee te gaan. Voor mij is dat geen probleem, maar als je hier als begin twintiger terechtkomt kan die druk zomaar lastig zijn – zeker op een feestje. Dat wordt extra duidelijk wanneer er dichtbij Taganga een psychedelic-trancefeest geregeld is, ter ere van de volle maan. Ik ben dol op de relaxte hippie-vibe op dat soort feestjes en besluit aan te haken.
Een full moon colombian style-feestje gaat echter (blijkbaar) vooral gepaard met heel veel coke snuiven – wat zo’n feestje nou niet bepaald leuker maakt. Het past ook eigenlijk totaal niet bij de muziek die er wordt gedraaid, noch bij de sfeer die daarbij hoort. Van coke wordt uiteindelijk vrijwel niemand gezelliger – zeker niet als het met bakken tegelijk wordt gesnoven. Er staan uiteindelijk meer mensen op de wc dan op de dansvloer. Jammer.
onaanspreekbare mensen
Eenmaal terug in het hostel, hangt er een nare en depressieve sfeer. De meeste mensen zijn bovendien bijna onaanspreekbaar, waardoor ik al snel mijn bed verkies tegen de afterparty, die nog wel even doorgaat. Coke zal nooit my cup of tea worden, zo besluit ik wanneer ik in bed lig en naar het plafond staar zonder te kunnen slapen. Ik heb blijkbaar toch teveel wodka red bull gedronken vannacht – maar liever dát dan andere dingen.
Tegelijkertijd heb ik gek genoeg heel veel mensen om me heen verzameld die daar wél heel veel mee bezig zijn, terwijl dat niet altijd energie geeft. Dat voelt als een vreemde paradox. De volgende dag spreek ik per toeval voor het eerst iemand over het ayahuasca-ritueel, waarbij je ziel van binnen gereinigd wordt en je zaken aanpakt die zich diep in jouw innerlijk hebben genesteld. Zo diep, dat die zaken er op een normale manier niet gemakkelijk uitkomen. Het ritueel klinkt interessant en plant een zaadje in mijn hoofd.
het meervoud van lef is leven
Ayahuasca wordt traditioneel uitgevoerd door sjamanen, die in de jungle van Peru en Colombia wonen. Laat ik daar nou net zitten. Ironisch is wel dat ayahuasca zelf DMT bevat – een hallucinerende stof, die er nou juist voor zorgt dat het zuiveringsproces plaatsvindt. En toch overweeg ik om het te gaan doen. Simpelweg omdat het ritueel me intrigeert en ik echt iets wil veranderen aan de manier waarop ik leef. Bovendien is het hier een legale substantie, waarmee je niet in de problemen kunt komen.
Het feit dat meerdere mensen me in de dagen erna uit zichzelf vertellen over hun ervaringen met ayahuasca, zie ik dan maar als een teken van het universum. Dat wil mij blijkbaar duidelijk maken dat ik ‘de witte motor’ naast me moet laten liggen en daarnaast niet bang moet zijn voor dit bijzondere ritueel. Toeval bestaat immers niet. En het meervoud van lef is leven.
–
nawoord
Mocht het nog niet duidelijk genoeg zijn: het maken van cocaïne is levensgevaarlijk en raad ik niemand aan – net als het gebruik ervan. Het is bovendien illegaal en kan ertoe leiden dat je de rest van je reis in een (al dan niet Colombiaanse) gevangenis doorbrengt. Ik kan dan ook betere dingen bedenken om met je tijd te doen.
–
–
meer reisverhalen uit zuid-amerika
Wil je meer weten over mijn ervaringen in Zuid-Amerika? Lees dan deze verhalen:
aruba, curacao, sint maarten – dubbele nationaliteit
bolivia – dessert talk: fata morgana
bolivia, peru, e.a. – offline daten 2.0
brazilië – upside down: paragliden – poging II
colombia – falling out of love
colombia – grote schoonmaak bij de sjamaan
peru – dessert talk: groene oase
suriname, trinidad, venezuela – vliegtuig boycot
uruguay – het ibiza van zuid-amerika
venezuela – dessert talk: woestijnpicknick
venezuela, trinidad & tobago – rondvliegende kogels
–
reis je met me mee?
–